No. 19 VRIJDAG 7 OCTOBER 1932 597 zou Val hem uit de verkooping genomen hebben. Dus geen gevaar voor zijn naam." „Maar ik begrijp er niets van...." „In mijn contract met Limes," vervolgde Kerrell, „komt 'n clausule voor, dat ik den bowl minstens een jaar moet bewaren, mits niemand hem binnen dien tijd van mij koopt." „Daar zal niet veel kans op zijn." „Misschien, maar Limes dacht er anders over." Even later bracht de huisknecht een kaartje binnen. „Lem Costagu" stond er op er onder was geschreven in potlood „Kom spreken over Fam. Noire bowl". „Dat is merkwaardig," zei Kerrell. „Laat mijn heer binnen." Het viel mij op hoe nerveus Costagu was, toen hij in de kamer kwam. Zonder ons te groeten, liep hij regelrecht naar den bowl. Toen keerde hij zich naar Kerrell. „U betaalde vier duizend dollar voor dien bowl?" „Precies." „Maar dan heeft u geen verstand van porcelein 1" „Mijn vrienden zouden u kunnen vertellen, dat ik voor een expert doorga," antwoordde Kerrell kalm. „Limes heeft u bedrogen I" stootte Lem uit. Kerrell haalde de schouders op. „Limes is mijn vriend. Hij bedriegt mij niet." „Maar hij heeft u bedrogen, zeg ik u." „Uw meening is nog geen bewijs, waarde heer." „Zoo'n waardelooze imitatie wilt u toch niet tusschen uw prachtcollectie hebben ging Lem op zijn onderwerp door. Zijn nervositeit steeg met de seconde. „Zet u dat juweel van Azië nu alsjeblieft neer," noodigde Kerrell. „Kijkt u eens hier. Luistert u eens. U kent mij Lem Costagu bekend als porcelein-autoriteit over de heele wereld. Als ik u zeg, dat u bedrogen is, dan is dat zoo." „Wel, wel. Maar die bowl heeft op een open ver kooping 4000 dollar opgebracht. Dat zegt wel iets." Toen begon Costagu te bieden. Hij zette in met 50 Pond, om met sprongen omhoog te gaan. Tot 300 Pond, en geen penny meer. Bij dien prijs, en met een abruptheid, die mij verraste, stemde Ker rell toe, te verkoopen. „Ik krijg misschien geen tweede kans er af te komen, vóór de markt omlaag gaat," zei hij. „En mag ik u verzoeken een cheque aan toonder uit te schrijven, mr. Costagu Toen Lem de kamer verliet, den bowl onderden arm, leek hij vijftien jaar jonger. Bij de deur zei hij „Als Limes hoort, dat zijn cliënten bereid zijn te verkoopen voor minder dan de helft van den prijs, dien zij hem betaalden, zal hij wel minder triomfantelijk kijken." „Maak u niet ongerust," antwoordde Kerrell. „Limes kan best voor zichzelf zorgen." Zes weken later noodigde Costagu zijn tegen stander opnieuw uit, de kwestie van compagnon schap te komen bespreken. Zeer tactisch werd over den bowl niet gerept. Maar volgens instructie plaats te 'n bediende den bowl inmiddels op zijn oor spronkelijke plaats in de hall, zoodat Val, toen zijn gastheer hem u itgeleide deed, er verbaasd naar keek. „Zoo dus hij is weer terug zei hij. Lem wreef zich in de handen, knikte. „Je dacht mij te hebben, Val, maar in laatste instantie heb ik gewonnen." „Dat weet ik nog niet. Het moet je iets gekost hebben om dien bowl weer in je bezit te krijgen." „300 Pond. Geen cent meer dan de 300, die jij me betaald hebt." Hij glimlachte triomfantelijk. Val haalde zijn schouders op. „Je passage heeft iets gekost," zei hij. „Passage en verblijf in Amerika, samen 225 Pond," was het antwoord. „Nu dan „300 Pond tegen 15 procent interest over vijf jaar, Val225 Pond." Val Limes zei niets, maar hij haalde een brief en twee aaneengehechte cheques te voorschijn. Den brief gaf hij aan Costagu, die las „Waarde Mr. Limes, Ter afwikkeling van mijn overeenkomst met u hierbij mr. Lem Costagu's cheque voor 300 Pond, en mijn eigen cheque voor 225, vertegenwoordi gende 15 procent interest van die som over een periode van vijf jaar. Geheel de uwe, Kerrell." Een minuut lang keek Lem Costagu als een man, die zijn zinnen kwijt is. Langzaam kwam hij bij, en een glimlach van werkelijke warmte en be wondering verscheen op zijn gezicht. „Jij bent een groot man, Val 1" riep hij. „Een werkelijk groot man Wij kunnen elkaar niet be driegen. Morgen zullen we de lunch opnieuw heb ben, maar dan niet zoo zwaar." Val wees op den bowl. „En dat ding zei hij. Met een impulsiviteit, waarvoor geen lof groot genoeg kan zijn, nam Lem den bowl op en zette hem op de stoep buiten de deur. „Hij zal ons niet langer in den weg staan," zei hij. Va! Limes schopte hem verder de straat op, toen hij het huis verliet. fout, die ik ooit maakte," zei hij, „is, compagnon met jou te worden." „Die fout is makkelijk te verbeteren," antwoord de Lem, en de papieren van de pas gesloten over eenkomst opnemend, verscheurde hij die in snip pers. Hij voegde er aan toe „Toen ik jouw brief gisteren ontving, en zag wat voor deskundige jij was, begreep ik dat wij geen zaken samen konden doen." 'n Tijdje staarde Val den ander aan. ,,'t Spijt me voor jou, Costagu want die imitatie zal je bit ter berouwen." Het vervolg op deze historie kwam eerst vijf jaar later. Het begon met een getypte enveloppe, gericht aan Lem Costagu. De enveloppe bevatte 'n knipsel uit een Amerikaansche courant. „Op de laatst gehouden publieke verkooping bij Harder's kunsthandel in Fifth Avenue werd een bowl van Familie Noire, eigendom van den Engelschen kunst handelaar mr. Val Limes, voor 4000 duizend dol lar gegund aan den bekenden verzamelaar James Kerrell." Lem Costagu was meer dan verbijsterd. Hij was ontzet4000 duizend dollar was ongeveer 800 Pond. Hij wist maar al te goed dat Limes er niet voor zou terugschrikken ondershands een imitatie te verkoopen, maar op een verkooping zou hij die voor zijn naam niet durven bren gen. Lem vermoedde dat op de een of andere wijze de bordjes verhangen waren en de grap zich tegen hem gekeerd had. Voor het eerst stond zijn koop- mansprestige op het spel hij zou nu een man zijn, die iets verkocht had voor 500 Pond beneden de marktwaarde. Dat was het ergste. Bovendien had hij door zijn eigen schuld een partner verloren, die blijk had gegeven van meer zakentalent dan hijzelf. Lem had thans nog slechts twee wen schenéén den bowl weer in zijn bezit krijgen twee het verbroken compagnonschap tusschen hem en Val Limes te herstellen. Toevallig was ik, die u deze geschiedenis vertel, in de gelegenheid het volgende bedrijf bij te wonen. Tijdens mijn verblijf in New York bezocht ik Ja mes Kerrell. Natuurlijk vroeg ik 't eerst naar den bowl, waarvan de geschiedenis in Engeland al gemeen bekend was onder kunstbroeders. Zou hij toch echt zijn Maar bij den eersten blik reeds zag ik, dat de bowl een imitatie was een waardelooze imitatie. Kerrell gaf het volmondig toe. „Maar kerel, waarom dwing je Limes dan niet je het geld terug te geven Tot antwoord glimlachte hij en wees mij op een prachtig schilderstuk aan den wand, dat mij reeds dadelijk was opgevallen. „Je bent een kenner van 18e-eeuwsche meesters," zei hij, „op hoeveel schat je die Gainsborough Ik antwoordde hem, dat het schilderij op een ver kooping 1400 Pond of iets meer zou opbrengen. „Precies," was het antwoord. „Dan zal 't je ook stellig interesseeren, dat ik er Val Limes 400 Pond voor be taald heb." „Hè 1000 Pond minder dan de marktprijs En dat van een kenner en koopman als Limes Kerrell glimlachte weer. „Ik zal 't je vertellen," zei hij. „Val Limes liet me de Gainsborough voor 400 Pond, mits ik voor den bowl tot 4000 dol lar opbood. Er is nog een voor mij ongunstige verklaring in het contract, waar je later van hooren zult, maar alles bij elkaar gerekend, komt de Gainsborough mij hoogstens op 1400 Pond." „Maar Val zette zijn reputatie op het spel door den bowl in de publieke verkooping te brengen." „Toch niet. Iedereen lachte na tuurlijk toen de bowl op tafel kwam. Maar toen ik begon te bieden, kwam er twijfel, en een paar begonnen ook te bieden. Een strooman van Val en ik boden hooger tot 4000 dollar. Als ik den bowl niet gekregen had, en tegenwoordig, na er centrales zijn gebouwd, welke de kracht van het water uoor opwekking van electriciteit gebruiken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 21