Geofïrv - Miln Echtgenoot De uitslag van de Prijsvraag uit het Boek: „Een Meisje uit Duizenden" Hoofdprijs, een Wand-boekenreb, Een juweel van een boek, een roman waarin liefde en haat om den voorrang strijden, 'n echte Moberly U kent de werken van Moberly toch, nietwaar De schrijver van onze succes-boeken. „De roman van een dokter," Als de appelboomen bloeien" en „Verwor ven geluk." Welnu, we zeggen werkelijk niet teveel als we dezen roman een succes voorspellen minstens even groot als indertijd de genoemde boeken mochten verwerven. Het is daarom dat. wij een ieder die met dit nieuweueeik wil kennis maken dringend aanraden ten spoed'gste een exemplaar aan te schaffen bij den bezorger of agent van dit weekblad die verplicht is u onze premieboeken aan te bieden. II weet het, ingenaaid kosten deze boeken slechts 17% cent. in luxe-prachtband 70 cent. Toezending per post ge schiedt na ontvangst van postwissel, groot resp. 22% of 80 c?n.'. In dezen röman bevindt zich 'n prijsvraag, waaraan vele prijzen verbon den zijn. EEN KUS EN EEN KLAP Die oude tante heeft je dus toch te pakken ge kregen Deze woorden, op zachten, spotten- den toon tot mij gesproken, deden mij ver schrikt opspringen, ik keek in het gelaat van mijn vroegeren vriend. Ik had werkelijk niet gedacht, dat zijn knap gezicht zulk een onaangename uit drukking kon hebben. „Die oude tante en je lieve voogd trachten aan onze gezellige uitstapjes een einde te maken," ver volgde hij met een spotlach, toen ik op zijn eerste opmerking niet antwoordde, „en jij schijnt 'n vriend met het grootste gemak te kunnen verloochenen." „Dat is niet waar," antwoordde ik verontwaar digd. „Ik verloochen geen vriend, maar ik ben ook niet van plan aan mijn voogd ongehoorzaam te zijn. Toen mijn vader mij aan zijn zorgen toever trouwde, hield dit tevens in, dat ik zou doen wat hij wenschte." „Wat een model-pleegdochter ben jij," zei Dou glas schouderophalend. „Ben je van plan je altijd zoo te laten leiden door zoo'n uitgedroogden voogd? „Ja, altijd," zei ik vastbesloten en boos. „Vader zou mij niet aan zijn zorg hebben overgelaten, als hij er niet van overtuigd was, dat hij een verstan dig man voorhad. En er is volgens mijn meening geen reden, dat jij daar zoo boos om moet zijn." „O, neen Douglas lachte en kwam dichter bij mij staan. Tot op dat oogenblik was de afstand tusschen ons minstens eenige meters geweest. „Er bestaat alle reden toe om boos te zijn," zei hij met schorre stem, terwijl hij zijn hand op mijn schouder legde, waarop ik niet aarzelde mij zoo spoedig mo gelijk van zijn greep te bevrijden. „Je schijnt maar niet in te zien, dat ik dat ik Hij zweeg plot seling. ^Nu dat je vroeg ik, hem koel aanziend. „Dat dat ik je gezelschap zoo op prijs stelde," eindigde hij, zeer onbeholpen naar ik meende. De spotlach was van zijn gelaat verdwenen en zijn blik was niet meer zoo boos. „Het is niet mijn bedoeling, onze vriendschap geheel te verbreken," zei ik, eveneens wat milder gestemd, nu ik zag, dat zijn boosheid verminderde. „Waaromzou ik daar van afzien? Doch Mr. Mor- daunt heeft gezegd, dat hij niet wil hebben, dat ik nog verder met jou zulke lange wandelingen en zwerftochten onderneem." „Aha," gromde Douglas. „Je voogd is net zoo'n oude vrouw als die bemoeial van een predikants vrouw en zij zullen er te zamen wel in slagen om van jou ook een oude vrouw te maken. Ik heb nog nooit in mijn leven zulken onzin gehoord." Na deze heftige woorden bleef hij enkele seconden zwijgend voor zich uit staren. „Geef je niet een beetje om mij, Diana riep hij plotseling uit en hij greep, tot mijn groote ver wondering en ontsteltenis, mijn hand zóó stevig vast, dat het mij pijn deed. ik rukte mijn hand los en stampvoette. Misschien was er op dat moment nog geen voldoende reden om zoo driftig te stampvoeten, doch zijn woorden, zijn gelaatsuitdrukking en de onverklaarbare angst van mijzelf hadden mij in een prikkelbaren toe stand gebracht. „Ik wou maar, dat je ophield met dien onzin uit te kramen," riep ik ongeduldig uit. „Ik kan het niet verdragen, op een dergelijke wijze door jou te worden toegesproken. Als je gewoon verstandig praat, mag ik je wel lijden doch als je blijft voort gaan met van die onzinnige dingen tegen mij te zeggen, haat ik je bijna." „Wat zeg je daar," riep Douglas woedend uit, „durf je nog nuffig te zijn ook Een en ander schijnt voor jou aanleiding te zijn geweest om je iets te gaan verbeelden." In het eerst drong de brutaliteit van zijn woorden niet tot mij door, doch toen dit wel het geval was, steeg het bloed mij naar de wangen. „Ik verbeeld mij niets," beet ik terug, „en je hebt niet het minste recht om op een dergelijke wijze tot mij te spreken. Ik ben een heel gewoon meisje en wensch zooiets van jou niet te hooren." Douglas lachte ongeloovig. „Ik heb anders nog nooit zoo'n meisje als jij bent ontmoet," zei hij. „Den eenen keer doe je aardig en vriendelijk en schijn je volkomen te begrijpen, wat iemand bezielt, en den anderen keer blaf je van je af, als iemand ook maar de minste genegenheid toont." „Ik wil niet, dat er genegenheid ten opzichte van mij wordt getoond," zei ik, terwijl ik eenige passen achterwaarts deed voor mijn al te opgewonden vriend. „Van genegenheid en teederheid moet ik juist het minste hebben. Ik word er zoo akelig van." Dezen laatsten zin sprak ik met zooveel nadruk uit, dat Douglas er zeer verwonderd over scheen te zijn. Hij keek mij tenminste met groote oogen aan en zei opgewonden „Wat jij voor iemand bent, is mij een raadsel. Je bent in staat, iemand tot het uiterste te drijven. Je moet begrijpen als je kijkt zooals zooals nu," -barstte hij uit, „maak je een man waanzinnig." „Ik weet niet, wat je bedoelt," zei ik aarzelend, want zijn hartstochtelijke woorden en glinsterende oogen vervulden mij met grooten angst. „Alleen zou ik wel graag willen, dat je nu wegging. Mr. Mor- daunt heeft mij gevraagd, niet verder met je om te gaan, en ik geloof, dat de manier, waarop wij beiden hier praten, evenmin zijn goedkeuring zal kunnen wegdragen." „Houd in vredesnaam op met voortdurend den naam van t",.i man te noemen," riep hij uit, plot seling eenige stappen naar voren doende, terwijl hij mij bij de schouders greep en zijn hoofd naar mij toeboog. „Ik zeg je, dat ik dien vent haat. ik haat hem en heb hem door." „Wat bedoel je met dat „ik heb hem door vroeg ik, terwijl ik tevergeefs probeerde uit zijn greep los te komen. „Mr. Mordaunt is zoo oprecht als iemand slechts zijn kan en hij is er de man niet naar om op slinksche wijze iets te doen indien je dat tenminste bedoelt met je „ik heb hem door." Douglas lachte mij brutaalweg uit. „Op slinksche wijze? Denk je van niet zei hij. „Nu ik kan je wel zeggen, dat het er hem om te doen is een respectabelen jongen man zoo ver mogelijk verwijderd te houden, teneinde zich zonder moeite je geld te kunnen toeëigenen. Ik heb dien kerel nooit vertrouwd." De kleur op mijn gelaat verdween. Ik werd bleek van verontwaardiging en kon in het eerst geen woord uitbrengen. Toen wist ik mij met een krach- tigen ruk wederom van Douglas' greep te bevrijden en woedend riep ik uit „Hoe durf je zooiets te zeggen Hoe durf je Mr. Mordaunt op een dergelijke wijze te beschuldigen Hij was een vriend van mijn vader het zal niet bij hem opkomen mij te bedriegen. Bovendien bezit ik zoo goed als niets." „Daar ben ik niet zoo geheel zeker van," ant woordde Douglas langzaam op sarcastischen toon en met een eigenaardigen glimlach om zijn lippen, „ik zeg je, dat ik mijn vermoedens heb. Ik geloof ook niet, dat hij een vriend van je vader was. Dat heele gevalletje is niets anders dan een doorgestoken kaart." Hoewel de angst mij de keel bijna dichtsnoerde, was ik in staat mijzelf toch in zooverre te overwin nen, dat ik zei „Ik begrijp ook niet, wat je bedoelt met een doorgestoken kaart. Mr. Mordaunt was een vriend van mijn vader en is nu mijn voogd. Ik zal alleen datgene doen, wat hij van mij verlangt. En jou wil ik liever nooit meer zien, zoodat je geen moeite meer behoeft te doen mij te ontmoeten. Ik haat je - ik haat je." „Jij brutale, kleine kat," was zijn vreemd ant woord tusschen opeengeklemde tanden. „Er zal een dag komen, waarop ik je zal leeren mij niet te haten een dag, waarop ik je zal leeren iets om mij te geven heb je begrepen Weet je dan niet, dat ik gek op je ben „Neen," zei ik zenuwachtig, terwijl ik tevergeefs trachtte een gelegenheid te vinden om hem voorbij te komen. Bevreesd zag ik in zijn vertrokken ge laat met de glinsterende oogen. „Laat mij gaan. Je je maakt mij bang." „O ja, maak ik je bang Jou bang maken ter wijl ik je liefheb," en in een ondeelbaar oogenblik had hij zijn armen om mij heen geslagen en hield mij zóó stevig vast, dat al mijn pogingen om los te komen mislukten. „Kun je begrijpen, dat ik je lief heb herhaalde hij, zijn gelaat dicht bij het mijne. Tevens had hij onder het spreken van deze woor den eenige brandende kussen op mijn wangen ge drukt. Er werd in mij een gevoel van afkeer en min achting gewekt. Hoe het mij gelukte, is mij tot op den huldigen dag een raadsel gebleven, doch ik slaagde er in, een van mijn handen te bevrijden en hiermee gaf ik het gelaat, dat zich over mij had gebogen, een hevigen slag. Gevolg gevende aan het verzoek van de Administratie der „Holland- sche Bibliotheek", publiceeren wij hier den uitslag van de „cijferprijs- vraag" voorkomende in den roman „Een meisje uit duizenden". De juiste oplossing ziet er aldus uit Evenwel zijn er andere goede op lossingen mogelijk, Wij hebben allen, die, op welke wijze dan ook, een goede oplossing heb ben ingezonden, een kans gegeven. Het lot heeft als prijswinnaars aange wezen de volgende dames en heeren Af. v. d. ESSCHERT, ORANJESTRAAT 2, APELDOORNwien de ten deel valt, en Th. Toorens, Cliviastraat 12, Zwolle; R. v. d. Veer, Dunklerstraat 16, Den Haag; G. Verheijden, Plankstraat 7, Maastricht; J. Almekinders p/a Dr. A. Danker, Sandeestraat B 96, Ierseke H. Kop penberg, Jan Evertsenstraat 115 III, Amsterdam (W.) Mej. B. Hurk- mans, Kleiweg, Oosterhout (N.B.)L. de Voogd, St. Radboutstraat 15, Amersfoort Mej. D. de Groot, Albrechtsweg 58, Hengelo (O.) F. Pest man, v. Rooyenstraat 127, Hoogezand (Gr.) T. Kempers, Patrimonium A 621, Eibergen (Gld.) Mej. J. Assclman, Doolhof 20, Den Helder M. den Braber, v. Egmondkade 44, Zuilen (U.) C. Buzink, Ploegstraat 171, Ginncken (N.-Br.) J. Hobbel, Zandpad 232 B, Middelharnis J. Nies- kens, Nieuwstraat, Neeritter (L.)Mej. E. Meijer, Koninginnelaan 23, Groningen; C. Jonker, Anreeperstraat 10, Assen (Dr.); A. v. Dijken, Gemeentehuis, Herveld G. Westra, Noordkade 78, Drachten G. de Jong, Lombokstraat 22, Leeuwarden, die allen een geldprijs, zijnde f2.50, ais prijs ontvangen. De prijzen worden dezer dagen aan de bovenstaande adressen toegezonden

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 26