De plaats waar Dr. Bernatzik de vogels het eerst bemerkte. Ben oude lepelaar keert het nest terug, storten zich op om gevoederd te worden. uitgestorven zou zijn. Uit zijn jon gensjaren herinner de de geleerde zich, dat hij deze fraaie vogels, alsmede tal van zilverreigers, vaak bespied had (de Neusiedlersee was toenmaals nog geen door menschen bezocht oord) en hij besloot zoo spoedig hij in 't vaderland terug zou zijn een onderzoek in testel len. Toen hij be merkte, dat 't meer inmiddels een va- cantieoord was ge worden, vreesde hij tevergeefs op zoek te gaan. Maar na een moeizamen en ontzaglijk veel ge duld eischenden tocht door riet en moeras gelukte het hem 'n broedende lepelaars-kolonie te ontdekken,juist aan dat gedeelte van den oever, waar Jonge lepelaars op het nest. moeras en veen zich drie kilometer diep uitstrekten en waar de menschen veiligheidshalve niet kwamen. In zijn opvouwbare kano lag Dr. Bernatzik weken lang te loeren op de vogels. Toen deze eindelijk met zijn tegenwoordigheid vertrouwd waren geraakt vlogen zij rustig af en aan en kon de ontdekker met behulp van de apparaten, die hem in Afrika ook reeds zulke goede diensten hadden bewezen, de prach tigste opnamen maken. Niet alleen trof hij aan de Neusiedlersee een kolonie van meerdere honderden lepelaars aan, hij ontdekte tegelijkertijd, dat een 60-tal zilverreigers, welke men in de Duitsche landen eveneens voor uitgestorven hield, hier hun nesten bouwden en hun jongen grootbrachten. Onnoodig te zeggen, dat de mededeeling van Dr. Ber natzik, welke van overtuigend foto-materiaal vergezeld ging, de wereld der geleerden met verbazing vervulde. De pogingen, die hij aanwendde om de broedplaatsen op de lijst der natuur reservaten genoteerd te krijgen, waardoor zij wettelijk be schermd zouden zijn, mislukten. Maar het is de oprechte wensch van den ontdekker, dat de menschen in de toekomst deze zeldzame vogels evenmin zullen weten te bereiken, als in het verleden het geval was. Zoo worden de kleinen gevoederd. De jonge lepelaar haalt met zijn nog weeken snavel zijn diner uit den krop van den ouden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 5