1 - No. 22 Op ids doot on* land. VISCHVROUWEN TE DELFT (HIPPOLITUSBUURT) feit." Zij sprak snel in 't Spaansch, een taal, die Orde evengoed verstond als zijn eigene. Haar vader keek haar versteld aan, met half open mond, en zijn bleekgeel gezicht werd geleidelijk ontevredener. Maar Dolores stoorde zich niet aan de voorteekenen van naderenden storm en hield onwrikbaar koers. „Het was in die verschrikkelijke Golf van Biscajc. Er kwam 'n heel zware storm op 'n ontzettende storm. Kolossale gol ven sloegen hoog over 't schip heen, al is 't bijna een stad „Ja ja en nu je bagage, mijn doch ter." Met een bevallige beweging van haar slanke hand verwees zij haar omvangrijke eigendommen naar het rijk van het onbe kende. Dringend omknelde zij den arm van haar vader. „U moet luisteren het is een roman net zoo'n roman, als waar u uw vrouw door gekregen hebt, vader. Er was een waar schuwing rondgegeven, dat de passagiers zich niet op dek konden wagen wegens den verschrikkelijken storm. Oef Een gewel dige storm. Maar ik.... ik was toen nog geen vrouw; alleen maar 'n ongehoorzaam meisje. En beneden was het zoo muf en zoo triestig, zoo héél triestig, vanwege de smarten der passagiers." Zij stond op een heerlijke manier gezichten te trekken zij voelde zich zoo zeker in het besef van haar liefde, dat het aanhoudende vaderlijke verzet haar klaarblijkelijk onbekommerd liet. „Dus ik ging toch naar het dek dit dek, hier, waar we nu op staan." Zij stampte even met haar voet, om nadruk te geven aan haar mededeeling. „U moet 't u maar eens voorstellen het schip, zoo groot als het is, heen en weer gesmeten als een kurk. Toen kwam er een buitengewoon groote golf, die boven mij bleef staan, toen ik net wou probeeren, te ontsnappen maar ik was bevroren van angst ik kon me niet bewegen. Die golf viel en spoelde me over boord ja, heusch, in de Golf van Biscaye, vader. Maar die dap pere kapitein Orde had gezien, zooals ik later hoorde, wat er met me gebeur de, hij sprong me dadelijk na, en hij greep me, toen ik begon weg te zinken in het koude water." „Het had werkelijk niets te beteekenen, mijnheer," viel Orde haar in de rede, min of meer verlegen. „Juffrouw Dolores maakt veel ophef over een kleinigheid. Ik kan goed zwemmen ik zou niet eens kunnen verdrin ken, al probeerde ik het en ze hadden de boot uit, voor ik drie had kun nen tellen. Dat was een knap stukje werk, als u 't mij vraagt." De president veroorloofde zich een genadigen, goedkeurenden glimlach hij streelde de hand van zijn dochter. „Aha, de uitstekende marinero heeft je leven gered, mijn bloempje H.t is goed; hij zal naar behooren beloond worden. Daar zal ik, Esteban Rodriguez, zorg voor dragen. Ik ben een man, wiens vriendschap en be scherming meer waarde hebben dan sommigen van mijn tegenstanders wel willen toegeven." Er klonk een zekere bitterheid in die laatste opmerking. „Hij zal zijn belooning noemen ik ben dankbaar." „Nu meneer als u er zoo over denkt ik héb de belooning al ge noemd." Orde sprak aarzelend, tastend naar woorden, die statig genoeg klonken, om een waardige uitdrukking te geven aan de liefde, die hem ver vulde. Maar Dolores vermaande hem met de oogen tot zwijgen, en sprak verder. „Hij is dapper, een groote held, maar woorden heeft hij niet, vader," zei ze. „Het is een roman. Bewonderd had ik hem al. Toen ik hoorde, dat hij het was, die den dood getrotseerd had, om me aan u terug te geven, toen toen werd ik een vrouw, en ik had hem lief." „Pff, onzin zei de president. „Wees stil, Dolores. De bevliegingen van een zeereis.. ik ken dat, ja ja, ik ken dat. Ik heb zelf zeereizen gemaakt. Laat me niet gaan denken, dat ik verkeerd heb gedaan, door gevolg te geven aan je moeders wensch, en je in 't buitenland te laten opvoeden 1" „Daar hebt u heel goed aan gedaan, papa, want anders had ik Eric nooit lief kunnen krijgen," zei het meisje eenvoudig. En er lag zooveel teedere overtuiging in haar stem, dat de president vuurrood werd zijn ongestijfde knevel begon te krullen. Met een hcesche stem, die bijna stokte, zei hij „Een fortuinjager een brutale gelukzoeker, die.... bah! Die Eric van jou Partij trekken van de sentimenteele dankbaarheid van een kind 1" „Pardon da's een vervloekte leugen 1" riep Orde. Dolores gaf hem een stralenden glimlach zij schudde even aan den strakken arm van haar vader. „Hij heeft mij het hof niet gemaakt, maar ik hém bekende ze. „Hij lieve hemel, hij was als een ijsklomp." Haar zachte lach had haar vader moeten buigen tot toegeven maar de president was niet zeer buigzaam ge stemd. Hij had andere plannen in zijn hoofd voor de toekomst van zijn eenige dochter. Zij kon hem belangrijke diensten bewijzen in het felle politieke spel. Toen hij haar 't eerste oogenblik zag, na een scheiding van drie jaren, had hij een schokje van blijde voldoening door zich heen voelen gaan Dolo res was nog mooier geworden, dan hij gehoopt had een pracht va n een stuk op het schaakbord, als het door de vingers van zijn schranderheid han dig bewogen werd. „Denk maar niet, dat ik gek ben," zei de president. Hij toonde neiging om van het onderwerp af te stappen, en voor goed. „Je bagage We moeten gaan, kind. Ik heb buitengewoon dringende zaken." Maar Orde bedankte er voor, het daarbij te laten. Diepe vereering voor het meisje, wier leven hij had gered, hief hem boven zijn gewone bescheiden heid en onzelfzuchtigheid uit er was een eigenaardige glinstering in zijn oogen zooiets als de glinstering van licht op gepolijst staal toen hij een stap deed naar den kant van den president. „Ik heb de eer, uw toestemming te vragen om aanzoek te doen naar de hand van uw dochter, Excellentie," zei hij kortaf. „Niet toegestaan, senor. Met klem geweigerd. Wilt u zoo goed zijn aan stonds de noodige bevelen te geven voor de bagage van de senorita De sloep ligt te wachten." „U begrijpt toch wel, dat ik me zoo niet laat afschepen, terwijl ik weet dat Dolores evenveel van mij houdt, als ik van haar vroeg Orde. Een be staan zonder het meisje was hem plotseling een onmogelijkheid geworden. Dat bewees haar zijn angst, dat hij haar zou verliezen hij werd zich bewust van een diepe onrust. Eerst nu begreep hij ten volle, hoeveel meer het meisje voor hem was, dan enkel een passagier van de Arizona. „Het doet er niet toe, wat ik begrijp of niet begrijp, senor u staat voor een feit. Mijn dochter schijnt zich te hebben laten meesleepen door haar kinderlijke dankbaarheid zij is jong, zij heeft een jeugdige fantasie en hun kert naar romantiek maar zij is mijn dochter, en zij zal denken aan haar plicht tegenover mij en tegenover Alaytonia." „Aanstellerige oude windbuil dacht Orde en hij hield een paar op merkingen terug, die uitstekend op hun plaats zouden zijn geweest. Dolores was hem meer waard dan zoo'n kleinigheid als zijn persoonlijke waardigheid. Hij sprak dus dit „lk ben mij ten volle bewust, hoe groot de eer is, die ik vraag, maar.... maar...." Hij was helaas geen specialiteit in diplomatieke toespraken hij aar zelde, stotterde, en voelde den onheiligen wensch in zich opkomen, dat hij den president van Alaytonia eens op zijn schip mocht hebben al was 't maar voor één reis „Als u mijn laatste woord wilt weten 't is onmogelijk belachelijk snauwde de president. Hij had gerekend op willige, bijna slaafsche gehoor zaamheid aan zijn bevelen hij had geen oog voor het feit, dat een latijnsch meisje, hoe onderworpen ook door geboorte en vroege invloeden, een geest van opstandigheid kan opdoen onder noordelijker hemel. Dolores liet zijn arm los, liep vlug naar Orde, en legde haar handen op zijn breede schouderr. Toen kuste zij hem, lang en Orde begon te beseffen, dat het pleit nog lang niet ver loren was. Hij beantwoordde haar omhelzing, ondanks het dreigende gezicht van den president. „Maak je maar niet bezorgd," zei hij kalm, mijn laatste woord is nog lang niet gesproken." „Dolores", riep de president heftig. „Kom hier dadelijk Over haar schouder heen glimlachte zij tegen hem. „U begrijpt er heelemaal niets van, papa," zei ze hem. „lk heb Eric lief, en hij heeft mij lief kijk Nog eens kuste zij Orde. „En ik ben een vrouw." „Je bent nog géén vrouw, lk eisch, dat je direct met me aan wal gaat. anders zal ik je aan wal laten bréngen, mijn dochter. En vervolgens waar schuw ik je, dat je de toekomst van dien man bederft door je onzinnige hou ding. Ik ben niet voor niets president van Alaytonia. lk hoef maar één vin ger uit te steken, en de schepen van deze lijn worden uitgesloten van 't ver voer van de post. De eigenaars van die schepen zouden erg ingenomen zijn met hun employé, als er zooiets gebeurde, hè 't Is best mogelijk, dat zij het post-contract belangrijker zouden vinden dan de diensten van een man.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 13