Gezicht op de eens zoo leven
dige haven van Veere
In afwachting
van de druk
te, die niet
i komen wil
V (Sluis)
waar de rustige burgers de
oude glorie komen overdenken.
Rondom de vergane oude gebouwen te
Sluis heerscht de stilte van den doo J|
De klokken zingen nog geducht
hun zilv'ren lied ver in de lucht,'
en trots praalt nog het mooi stadl
(het voelt zich hier nog zeker thpis).
En ook de heerenhuizen staan
nog hoog en fier en welgedaan.
Maar ziet, de straten zijn te wijd
voor 't weinige dat hier nog rijdt,
Daar liggen steden in dit landj
verlaten, aangespoeld, gestrandl
op 's levens wisselspel, dat laai!
of vroeg den mensch bedreigt lijkt kv
Steden, verkommerd en vermout
na eeuwen luister plots verblocij
en nu vergeten, weggekwijnd,
uiteengevallen en verkleind.
Zoo Sluis, klein stedeke, verzand!
in 't sappige Zeeuwsch-Vlaamscjit la