1 9 1 A .11 "Uil- «te i TT' RéS9 I m Vec.ce graast vreedzaam het vee op de wallen. schijnleven wekt, want ach, de schijn ligt op zoo menig raamkozijn en vervelooze dakgoot, steen verbrokkelt, kantelt, valt ineen. 't Is herfst, en somberder dan ooit waait hier de wind, die blaren strooit, en somberder dan elders is het leven hier een staag gemis van roerigheid die 't stadje vraagt, van drukte die is weggevaagd, van bronnen die zijn uitgedroogd, van leven dat is uitgeloogd. Maar toch de klokken zingen ver, en 't lijkt wel, of nu helderder de luchten worden en 't verschiet min somber door dit zilv'ren lied. De mensch die hopen kan en wacht, totdat weer 't leven stoeit en lacht, de mensch die nooit verloren loopt in wanhoop, maar weer altijd hoopt, de rnensch die werken durft, altijd, of 't leven weldoet of kastijdt Die brengt de zaken weer op gang, al gaat het zwaar en duurt het lang. En of de stad nu slaapt en kwijnt, vergeten en verlaten schijnt, ééns waakt het nieuwe leven op en staat een-nieuwe bloem in knop De verwaarloosde en stuk geschoten verdedigings werken van het eens zoo machtige Smis liggen als een oude merkwaardig heid verder te vergaan. t land :rand 1 it laai eigt nlit kwaad. eriiioqj K rbloeia nd, i id. irzand aamsclt land. educhj luchtj mooi Stadhuis kcr th|i its), staaipi laan. i te wi j II nog rjjijt, •wen ffe i dooi 1 t Het leven sluimert hier op straat in huis, en waar men komt of gaat. 't Verleden roept nog ik ben groot. Maar zie het Heden bracht den dood van welvaart, rijkdom en van pracht die 't wisselvallig lot eens bracht. Zoo ziet men, dat niet alles blijft, en dat ook 't sterkste niet beklijft. Eens sluipt 't verval door reet en kier. Vandaag is 't daar nog, morgen hier. Om 't stadje liggen, ruim en vet, de dorpen in een gulzig net. Ze slokken gretig, onvermoeid, en zie de hartader verbloeit. De dorpen groeien, varen wel, de stad kruipt nauwer in zijn vei Zoo zijn veel Zeeuwsche steden vlug tot roem geklommen en terug gezonken in een slaap, die staag 't leven belemmert, en een traag Symbool van rust onzer oude. doode steden. Brouwershaven) De oridc roem van Slni w \v r MUI

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 17