698 VRIJDAG 28 OCTOBER 1932 DE CAMERA DOOR J.VERMEER Toen de lange stoffige sneltrein het station van Amanuelva binnenrolde, wist Enrico dat hij een roekelooze dwaas was, die zijn kostbare leven op een presenteerblaadje offreerde aan een halve natie van verbitterde vijanden. De remmen van zijn slecht-onderhouden salon- ruituig knersten en krasten onheilspellend. Een groot stuk van het witbetegelde perron was afge zet door onooglijk uitziende, onbeduidende poli tieagenten, meerendeels kleurlingen. Een groepje hooge hoeden en jacquets wachtte hem binnen de afsluiting zijn gezant met enkele satellieten, zijn privésecretaris, die vóór hem vertrokken was, en twee leden van het Ambara- neesche kabinet, wier gezichten hem vaag bekend voorkwamen. Buiten de afsluiting verdrong zich de nieuwsgierige menigte zijner medereizigers een vaag geroezemoes drong het salon rijtuig binnen. Enrico's linker hand duwde zijn glinsterenden steek recht en gleed met een onwillekeurig gebaar langs de zachtrinkelende rijen ordekrui- sen op zijn borst, om te belan den op 't zwaarvergulde, breede gevest van zijn presidentsdegen. Gedachteloos knikkend tegen zijn adjudant Solez, die het portier voor hem openhield en salueerde, stapte hij op het per ron en drukte handen. Solez herinnerde hem altijd weer aan de taxichauffeurs die hij gekend had, voordat de oliedollars hem van derderangsparlementslid- ingenieurtje tot Staatshoofd op bliezen. Sindsdien waren vele manen aan den hemel gegroeid en vele vreemde dingen gebeurd in de oude republiek van Pa- ranado. Bloed was gevloeid bij stroomen en de roode haan voelde er zich thuis gelijk ner gens anders ter wereld. Vele ver beteringen waren aangebracht nieuwe gevangenissen, meer en beter bewapende politie, meer belastinggaarders en nog meer corruptie dan er al was. Meer kroegen, meer gemengde berich ten, maar vooral meer emi granten. Zooveel meer, dat de ambtenaren van 't bevolkings register minder salaris kregen. En nu wilde Enrico meer oorlogsschepen. De Paranado- neesche vloot was verouderd en klein. En de regeering van Am- barana, met 'n consortium van bankiers, was tot onderhande ling bereid, want Ambarana was rijk en had geen zeehavens. Enrico voelde langzaam zijn angst verzinken in de peilloozc diepte van zijn hoogwaardig heid, toen hij door de versierde wachtkamer op 't stationsbor des verscheen. Amanuelva's lage witte huizenzee lag aan zijn voeten. Op het stations plein krioelde een tienduizend- koppige massa, in bedwang ge houden door twee cordons krijgs- 3k laatste nieuwtje*. haftige khaki-infanteristen inct blinkende bajo netten. Een muziekkorps speelde, terwijl hij zijn collega-regeerder, die hem op het bordes wachtte, de hand drukte. Een groote nieuwe Rolls-Royce stond gereed. Twee presidenten daalden lang zaam over een purperen looper het bordes af, omringd aan alle zijden door stralende uniformen en officieel geplooide gezichten. Een onbeschaamd vertrouwelijke stem fluisterde in Enrico's oor iets over „speciale maatregelen met 't oog op de veilig heid van Uwe Excellentie", en hij keek om naar den listigen, intelligenten kop van den bekenden Ambaraneeschen minister van Politie. Hij stapte No. 22 in den auto, links en rechts groetend naar de joe lende, applaudisseerende menigte en naar de strak- salueerendc cordonscommandanten. Pas toen de wagen zich in beweging stelde, ont waarde hij links terzijde het afgezette hoekje van de pers reporters, fotografen en een filmopera teur. Enrico had 'n fraai-gemodeleerden arends neus, een hoog voorhoofd en groote, zwarte oogen. Hij bezon zich, dat hij nog nooit tevoren gefilmd was, en terwijl de Rolls in langzaam parade tempo passeerde, keek hij recht in de lens van de camera, glimlachte zijn onweerstaanbaren, vermoeid-welwillenden glimlach en groette over dreven. Een serie nijdige, witte vlammen, een snelhamerende reeks scherpe explosies antwoord den hem de door het filmtoestel gecamoufleerde mitrailleur schoot 'n moordenden straal kogels, die zijn lichaam in enkele seconden doorzeefden. De vloot van Paranado is nog steeds klein en verouderd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 26