Op leis dool onó land, No. 23 VRIJDAG 4 NOVEMBER 1932 717 gesloten werden. Hier en daar was een groot café, dat zich had uitgebreid over het trottoir, waarover tentdoek was gespannen. Maar de menschen aan de kleine marmeren tafeltjes mannen in zwarte, door de zon geschroeide kleeren, en met zwarte vilten bolhoedjes op vrouwen eveneens in t zwart, meest zonder hoed spraken niet opgewekt, zooals gewoonlijk zij bogen zich over de tafeltjes, praatten zacht, fluisterden en keken met eigenaar dige blikken om zich heen. We hebben 't ons niet verbeeld," zei Orde, en hij bleef staan om rond te zien. „Er is hier iets buitengewoons vanavond." „Dat komt, omdat de muziek niet speelt," veronderstelde Grant. „Ik heb nog nooit meegemaakt, dat er hier om dezen tijd geen muziek was. Ik kan me San Ravallo niet voorstellen zonder muziek." „Wacht even, ik zal eens informeeren. Of ga maar mee ik moet si garetten hebben mijn gewone adres, je weet wel, daarginds de winke lier zal ons wel op de hoogte brengen." Er was daar een smalle zijstraat, niet veel beter dan een steeg. Halver wege dat straatje was het magazijn van een zekeren Mercutio Lopez, befaamd onder de zeeofficieren door de uitstekende kwaliteit der sigaretten, die hij verkocht. Gewoonlijk sloegen zij daar een voorraad in, voldoende voor de thuisreis en de volgende reis hierheen de sigaretten waren niet alleen goed, maar ook goedkoop. Orde en Grant gingen dat straatje in een kloof tusschen hoogc ge vels, waarvan de meeste zonder vensters waren. Uit een open deur kwam er een lichtglans binnen kon men flauw de patio, het binnenhof, zien, en er klonken zachte stemmen, die iets geheimzinnigs over zich hadden. Er kwam een mcnschenfiguur snel naar den kant van het tweetal, en bleef stilstaan, toen het licht uit de deuropening op Orde's gezicht viel. Het was ook in sommige opzichten een merkwaardig gezicht zoo vierkant aan de kaken, zoo krachtig door den forschen haviksneus en de zware wenkbrau wen het gezicht van een man, die lange jaren heeft uitgezien over einde- looze uitgebreidheden die bijna zijn leven lang zonder vrees den dood onder de oogen heeft gezien. „Pardon meneer.... meneer Orde?" De man bleef staan, en maakte een vlug gebaar, alsof hij den rand van zijn smerige pet wou aanraken. Hij hoorde klaarblijkelijk tot het gilde der strandjutters hij was haveloos ge kleed in een blauwe broek en een katoenen hemd aan de voeten had hij linnen schoenen met gapende zolen. Orde was er wel aan gewend, in vreemde havens te worden aangespro ken door het uitvaagsel der zeeën gewoonlijk dischten zij huilerig een lang verhaal van tegenspoeden op, en bedelden tenslotte om geld voor een glaasje of een rolletje pruimtabak. Maar deze had zijn naam genoemd. Hij bleef staan. „Wie ben je De man stond onrustig te schuifelen, en keek om, blijkbaar niet op zijn gemak. Toen herkende Orde hem. „O, ben jij 't, Smithers I Wat wou je hebben „Eh.... niets meneer. Ik ben blij, dat ik u tref van één kant. Ik weet nog goed, dat u binnen kwam zeilen, toen dat heibeltje in dat café was. Kijk eens meneer, misschien vindt u 't niet erg...." Hij hield Orde iets voor iets dat koud en metaalachtig was het bleek niets minder te zijn dan een zware revolver. Orde dacht, dat hij voor een straatroover stond geen zeldzame verschijning in de verlichte republi- keinsche hoofdstad, waar de schitterende verlichting in de hoofdstraten maar op moest wegen tegen de Egyptische duisternis in de zijstraatjes. Hij greep stevig den loop van de revolver, en wrong die met kracht opzij maar tot zijn verbazing werd het wapen aanstonds losgelaten. Hij meende te hoo- ren, dat de man een zucht van verlichting slaakte. „Wat wou je eigenlijk vroeg hij. Het scherpe gerinkel van een sabelscheede op een trottoir klonk van het andere einde van het steegje. De strandjutter maakte een verschrikte beweging. „Bewaart u hem, meneer. Ik kom later wel eens aan boord, om hem te halen. Er is bevel gegeven, om te zoeken naar verborgen wapens verdachte lui. Ze hebben 't hier niet erg op me als ze dat dingetje bij me vinden, schieten ze me neer. Als u soms last mocht krijgen, denk er dan om 't woord is Esperanza." „Ik heb niets met je smoesjes te maken hier, pak aan dat ding, ik wil 't niet hebben Maar Smithers had zich op de hielen omgedraaid en liep snel in de richting, vanwaar hij gekomen was het sabelgerinkel klonk opnieuw. De man schoof als een schaduw, hard loopend, voorbij het flauwe gele schijnsel uit de deur van den tabaksverkooper. „Wat moet ik met dat ding uitvoeren mop perde Orde. „Dat scheept mij maar op...." Vóór hen uit klonk er een luide roep dan volgde het kleppen van voortijlende voeten en door de ver schrikte stilte heen snijdend de knal van een geweer. Onwillekeurig stak Orde de revolver in zijn zak, en met den gewonen afkeer van den noorderling voor de onrust, die in een Zuid-Amerikaansche stad ieder oogenblik kan uitbreken, repte hij zich voort en ging snel den tabakswinkel binnen. Opnieuw werd er iemand aangeroepen aan het andere einde der straat er volgde een onverschillige uiteenzetting in 't Spaansch, en een stem, die zich verdedigde op een toon van verdrukte onschuld. Er kwamen een paar vigilantes langs den ingang van den winkel zij voer den iemand mee, die tegenspartelde en heesch En- gelsche vloeken uitriep. „Da's sterk," zei Orde. „Daar gaat de kerel, die u heeft aangesproken," merkte Grant koeltjes op. „Hij schijnt hier inderdaad niet erg gezien te zijn." De tabaksverkooper verwelkomde zijn klanten hij noodde hen naar het stoffige, scherp riekende kamertje achter den winkel, waar de landwijn werd aangeboden, bijwijze van korting op de verwachte inkoopen. Orde viel met de deur in huis, terwijl de kleine, ,dikke glazen werden volgeschonken. „Hier nog iets gebeurd den laatsten tijd, Mercutio De hand, die den wijn schonk, scheen even te trillen, maar herstelde zich aanstonds en schonk door. „Niets van belang, senors. De dochter van zijne Excellentie is terug -maar dat zal geen nieuws zijn, want zij is met de Arizona aangekomen. Maar ver der.... nee." Beide mannen echter, die op het olijfkleurige gezicht letten, wisten dat de winkelier loog. Er was iets gebeurd, er gebeurde iets, of er stond iets te gebeuren. „De president heeft al maatregelen genomen, om 't kleintje gauw te laten trouwen," ging Lopez voort. „Hij is zoo leep als een mensch, die. anders was hij natuurlijk geen president geworden." BREUKELEN, EEN DER GEZELLIGE, MOOIE DORPEN VAN DE VECHTSTREEK

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 11