o i \x/ e n e e, n MODE-DETAILS Nd. 23 Fraaie wollen mantel met apart bewerkte mouwen en modernen kraag van breitschwanz persianer. neering juist daar waar dc stof het eerst slijt, bij hals en armen heel de jurk 'n verjongingskuur doen ondergaan. En oude, zelfs te kort geworden jurken kunnen met 'n nieuw bovengedeelte weer doorgaan voor geheel nieuw. Voor wie nog in 't bezit zijn van nog mooie maar te kort geworden japonnen, is de mode der tuniques ook 'n uit komst. Dc te korte japon zal ongeveer net de lengte hebben van 'n moderne tunique. Zoo'n tunique moet tamelijk nauw aansluiten in de taille en vormt met een rok van afstekende stof 'n modieus geheel. Voor den herfst hebben veel der nieuwe wollen japonnen ter begeleiding 'n kleine schoudercape, welke de japon meteen promoveert tot wandeltoilet. Dergelijke capes zijn er, evenals in vroeger jaren, nu ook weer van bont. Een voorbeeld daarvan is het bontstel dat hierbij wordt afgebeeld. Mutsje, cape en mof van nutria her inneren sterk aan vroegere tijden, maar nu geldt het geheel weer als iets geheel nieuws. Er is trouwens ook 'n opmerkelijk verschil tusschen deze nieuwe cape en de meer stijve exem plaren uit vroegeren tijd. Buitengewoon fraai zijn de beide hierbij afgebeelde mantels. Ze hebben beide de nauw aansluitende taille, de opmerkelijke mouwen en de elegante bontgarncering, welke het kenmerk vormen van de allernieuwste 'wintermantels. Het eerste model, een creatie van het Parijsche modehuis Paillette, is uitgevoerd in oud-roode wollen stof en rijk gegar neerd met bruin geschoren lam. Het bijpassende hoedje van rood fluweel is van het modehuis Marguerite Paraf. Bij het tweede model is vooral de mouw opmerkelijk en de moderne kraag van breitschwanz persianer. PAULA DEROSE. Elisabeth Arden is iemand die in Londen heel wat te zeggen heeft, want ze heeft zich tot levenstaak gesteld, de dames „mooi" te maken. En daar de Engelsctie uitgaande dames graag mooi zijn, heeft ze het heel druk van vrouwen die haar komen raadplegen. Dezer dagen zagen we een door Elisabeth Arden uitgegeven „kleuren-schema", waarmee iedereen, door er maar even aan te draaien, met één oogopslag kan zien. welke kleur poeder, lippenstift, zalfjes enz. ze moet gebruiken, om een geheel te verkrijgen, dat bij hcur haarkleur en haar oogen het beste past. En al die kleuren, zalfjes en poeders zijn natuurlijk bij Miss Arden zelf te verkrijgen, zoo goed als de Venetian Cleansing Cream, dat het eenige goede middel schijnt te zijn om het gelaat te wasschen, want met vloeibare waschmiddeltjes moet men niet aan z'n gezicht komen, dat zou de schoonheid maar ruïneeren en alle zalfjes en poeders zouden niets meer helpen. Een oude mode herleeft. Cape. mof en mutsje van nutria. Wat betreft de groote lijn, is het kenmerkende in de nieuw ontworpen modellen voor den komen den winter, dat de taille hooger ligt en meer ge accentueerd wordt en dat èn rokken èn mantel, over het algemeen, langer zijn geworden. Maar veel meer nieuws is er bij allerlei détails. Dat er veel werk wordt gemaakt van de mouwen wisten wc al daaraan zijn we inttisschen al gewoon geraakt, maar het is verwonderlijk hoe veel nieuwe manieren er telkens weer voor dit onderdeel van japon of mantel worden gevonden. Men kan nu werkelijk zijn fantasie vrij spel laten, men kan met 'n paar overgeschoten lapjes de mouwen van 'n oud japonnetje moderniseeren op 'n wijze die het geheel opfleurt. Jn dit verband denk ik aan de pofmouwtjes van garneeringstof, van onderen wijd uitpoffend boven 'n gladde mouw en van boven, aan den linkerkant, in fijne plooitjes genaaid, welke doorloopen in een smalle schouder-epaulette. Even groote verscheidenheid haast als er is bij de garncering der mouwen, is er in de verschillende manieren waarop bij de nieuwe japonnen de hals wordt afgewerkt. Heel practisch zijn daarbij dc losse garneeringen welke aan een en dezelfde japon een geheel ander aanschijn kunnen geven. Zeer elegante mantel van roode wollen stof. gegarneerd met bruin geschoren lam. VRIJDAG -1 NOVEMBER 1932 Denk tt, bijv., een vest met hoogen boord, gesloten om den hals en om de taille bevestigd met 'n ceintuur, die van achteren wordt vast gestrikt en bij diezelfde japon 'n ronden kraag van 2 of 3 verdiepingen, die zoowel van voren als van achteren kan wor den gesloten waardoor alweer ver scheidenheid wordt verkregen. Vaak wordt de halsgarneering teruggevonden bij de garneering van de mouwen. Bij 'n gedrapeerde halsomlijsting bijv. van afstekende stof, 'n paar wijde ballonmouwen van diezelfde garneeringstof. Of bij 'n afstekend plat kraagje 'n paar bijpassende epauletten welke, als de klep van 'n pet, bij den schouder uitsteken. Voor den avond worden heel veel bloemen aangewend bij de garneering van den hals. Een krans van bloemen omgeeft vaak de halsuitsnij ding, aaneengerijde bloemen dienen als schouderbandjes en 'ti sierlijke bloemenruiker houdt de fichu vast, die in losse golven de schouders omlijst. Japonnen uit tweeërlei stof worden door verschillende mode-ontwerpers nog steeds ge lanceerd. Ook deze mode is practisch. Men kan nu door een vernieuwing van de gar- We zijn wel eens geneigd te zeggen, dat de mode niet zoo veel veranderd is In werke lijkheid echter is er héél veel ver andering, maar de overgang naar iets nieuws gaat soms zóó langzaam en geleide lijk in zijn werk, dat bijna ongemerkt ge heel andere lijnen ont staan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 16