vadertje.... maar u moet 't niet zoo zwaar op nemen Ronald is nog maar een jongen De oude man liet zijn handen vallen, en staarde recht voor zich uit. „Hij heeft tegen dien heer gezegd, dat wc vrien den van hem waren, Marion. Heb je dat gehoord „Misschien heeft meneer Grennick hem verkeerd begrepen, vader. Ronald schaamt zich niet over zijn vader en zijn zuster." „Dat weet ik nog niet.... Vriènden Dat zit me als een brok in m'n keel. Je moeder wou er 'n heer van maken laat 'm leeren, zei ze, al kost 't een klein offertje. Een klein offertje I Werken, werken van vroeg tot laat, ik in den winkel en jij in 't kantoortje. Soms denk ik, dat jij nog 't grootste offer gebracht hebt...." „Ik vader?" en zij hief het hoofd en glimlachte door haar tranen. „Je had kunnen trouwen." Ze lachte, maar zonder blijheid. „En als ik nu eens niet wou trouwen Hij keek haar niet aan, terwijl hij zei „En nu is 't misschien te laat." Weer lachte ze, nu werkelijk vroolijk. „Omdat ik achtentwintig ben „Sommige menschen zijn met 'r achtentwintigste nog 'n baby," zei hij, „maar hard werken maakt oud. Dus we zijn vrienden.. nee, kennissen Twaalf honderd pond heeft 't gekost, minstens, om een zoon zijn eigen vleesch en bloed te laten verzaken.... Marion," zijn stem daalde „ik had hem liever dood zien thuisbrengen, dan zoo." „Vader „Veel liever. Dronken I Misschien is dat de ma nier om 'n heer te worden. Ik weet 't niet. Ik ben nog nooit dronken geweest. Heb ik nooit kunnen be talen. Wij moesten samen ploeteren voor 'n ander." „Als Ronald in de zaak komt. „Daar is hij te trotsch voor, kind. Als hij zich schaamt voor zijn vader en zijn zuster hoe zal hij dan niet denken over de toonbank. En toch moest hij gisteravond bij mij komen om vijf pond. 'ótocx en óteik. Zijn deftige vriend mocht niet merken, dat hij krap zat. „Meneer Grennick had erg met ons te doen, vader leek dat u ook niet „Och kind, zulke menschen weten niet, wat knijpen en schrabbelen is...." „Ronald zal er morgenochtend berouw over hebben, vader.Gaat u nu naar bed. 't Is al zoo vrééselijk laat.. En ze leidde hem naar de waschtafel en maakte zijn oude das los, vóór ze hem verliet. James Grennick ging terug naar de brandkast. Hij legde er weer in, wat hij er kort te voren uitge nomen had. Toen zocht hij stil zijn kamer weer op, en zette zijn schoenen buiten de deur. Om zes uur 's morgens hoorde hij het geluid, waar hij op gewacht had: de deur aan den overkant werd voorzichtig geopend. Grennick greep Ronald bij den arm, toen die weg wou loopen met zijn schoenen en die van zijn vriend. „Hallo, Stride Ronald leunde tegen den muur en ademde diep. „Je bent vroeg," zei hij slap. „Gewoonte van me," zei Grennick. „Maar we zijn niet de eersten, geloof ik. Ik heb je vader al gehoord." „Mijn vader „En je zuster. Zeg, je hebt ze er aardig tus- schen genomen, hè (Hij hoorde een zucht van Marion, die op haar eigen kamer was, een meter of drie ver, met half open deur). „Toen je 't gister avond voorstelde aan 't diner, leek 't me niet erg maar ik heb nooit veel zin voor humor gehad. Zeg, pracht van 'n ouwe heer is je vader Nog een van de oude school eerlijk als goud en zoo.. Wacht even, we zullen er om loten." „Waór om Ronald probeerde zijn zinnen bij elkaar te houden. „Om 't schoenen poetsen wie alle twee de paren zal doen." Grennick won, kwam dus 't eerst in de huiska mer en praatte met den ouden man over de „stu dentengrap" van zijn zoontot Ronald bin nenkwam, met een rood gezicht en zenuwachtige vingers. De oude man stond op. „Zoo, kwajongen dat je bent „Vader „Moet jij je ouden pa voor den gek houden „Een aardigheidje, pa...." Hij keek naar Grennick. „Maar ik heb uw zoon er óók meteen tusschen genomen, meneer. Hij denkt, dat ik een neef van ik weet niet hoe 'n hoogen piet ben. Hahaha „Hó hó lachte de oude man. Marion's gezicht stond vol vragen. Grennick wendde zich tot haar. „Kunt u me dat vergeven vroeg hij zacht. Zij keek naar haar vader naar diens lachende gezicht. „Ik geloof, dat ik u alles zou kunnen vergeven," zei ze, zonder verlegenheid. Met een gelukkige stein sprak de oude man „Ik wou, dat we u hier konden houden, meneer." Grennick werd plotseling ernstig. „Ik kom terug, later," zei hij, en hij wist, dat Marion naar zijn lippen keek. „Ik heb een belang rijken plicht te vervullen 't is een werk van van hervorming, of zooiets daar zal ik allicht een jaartje voor noodig hebben, al werk ik hard." Zij boog zich wat dichter naar hem toe. „En bent u van plan, hard te werken „En óf," zei hij opgewekt. „Het zal u lukken," zei Marion. Hij vertrok vóór den middag. En op zijn waschta fel vond Marion een briefje, aan haar geadresseerd „En als het mij gelukt is, zal ik terugkomen om een belooning de groote belooning Zij kuste dat briefje en borg het in de la, waarin zij al haar geheimen bewaarde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 19