No. 23 VRIJDAG 4 NOVEMBER 1932 733 positie slechts versterken en hem nog meer vrijwaren voor alle verdenking, wanneer hij zich als detective verdienstelijk maakte. „Het was een merkwaardig spel, dat hij speelde die serie schitterende ontdekkingen van dingen, die hij allang wist - maar blijkbaar speelde hij het goed. Jullie vlogen er tenminste allebei in, toen hij dien avond in de spreekkamer die geniale vondst van die klok uitspeelde!" „Ja," zei ik nadenkend. „Gwendolen bedankte hem no- tabene nog uit den grond van haar hart, dat hij dat raadsel had opgelost. Het beteekendc voor haar de herleving van Jack's geschokt vertrouwen." „Wat trok Stancliffe voor 'n gezicht, toen Gwendolen hem dien avond bedankte vroeg Jeffrey nieuwsgierig. „Ik herinner me nu," zei ik, „dat ik zijn gezicht heele- maal niet gezien heb. Hij stond al dien tijd uit 't raam te staren, met zijn handen op zijn rug, stijf om zijn wandelstok geklemd." „Maar hoe ter wereld was 't dan mogelijk," zei Jeffrey, „dat ze zijn handen toén al niet her kend heeft Ze is de scherpzin nigste vrouw, die ik ooit van mijn leven heb meegemaakt „Hij droeg handschoenen," zei ik. „Niettegenstaande het feit, dat het 'n warme avond was „Ja," antwoordde ik be schaamd. „Dat is nu alwéér een van de vreemde dingen, die ik had kunnen opmerken." „Ik meen begrepen te heb ben," i Jeffrey, „dat je aan Stancliffe de beslissing liet, of ze dien avond naar huis mocht gaan en zonder toezicht blijven, of niet „Ja," zei ik. Jeffrey haalde zijn schouders op en rilde even. „Ik ben blij, dat hij dood is," zei hij. „Hij was een duivel in menschengcdaante, en ik zal vannacht heusch beter slapen, nu ik weet, dat hij voor altijd onschadelijk is." „Hoe kwam je eigenlijk op 't idee," vroeg ik nu, „dat Gwendolen's leven in gevaar zou zijn „Wel, ze maakte die opmerking over die tabakslucht zoowel tegen Stancliffe als tegen jou, nietwaar? Nu, dat was voor hem een waarschu wing, dat zij een aanwijzing in handen had, die zijn ondergang zou kunnen worden, al had ze daarvan zelf niet het minste vermoeden. Het was slechts een kwestie van tijd ze kon elk oogenblik diezelfde opmerking maken tegen iemand, die er dadelijk het gewicht van inzag. Zoolang zij in leven was en in het bezit van die aanwijzing, kon hij zich onmogelijk veilig achten. Was het niet nadat ze die opmerking over dien tabaksreuk gemaakt had, dat hij haar toestond, alleen naar huis te gaan „Ja," zei ik. „En ze vertelde, is 't niet, dat ze van plan was, met de stadsautobus te gaan Dat overtuigde hem dus van de mogelijkheid om vóór haar in Flat- bush aan te komen. Hij was het, zooals je waarschijnlijk al vermoed hebt, die jullie daar op dien eenzamen weg tegemoet kwam. Was jij niet bij haar ge weest, dan zou hij haar denkelijk vlak bij haar eigen huis vermoord hebben, en er op de een of andere manier den schijn van zelfmoord aan hebben gege ven. Toen dat dien avond niet lukte, dacht hij eenvoudig een beter plan uit, langzamer, maar met meer zekerheid van slagen." „Het wil me toch voorkomen", zei ik, „dat hij nogal veel riskeerde, door daar in dat pension een kamer te nemen." „Ik weet 't niet," zei Jeffrey. „Zijn eenig risico was een ontmoeting met haar, en die moet tenslotte gemakkelijk te vermijden zijn geweest. En dan, als ze hem gezien had zou ze er verder niets van gedacht hebben, dan dat hij daar gekomen was om haar te bespionneeren. Ze wist immers, dat hij haar verdacht, of meende dat althans te weten." „Maar ik begrijp nog altijd niet precies, wat hij van plan was wat voor kans had hij daar eigenlijk, tenzij hij haar letterlijk kon laten dood schrikken of langzamerhand krankzinnig maken met zijn noga! gemakkelijke maar lugubere spokerij „Het eenige, wat mij verwondert," zei Jeffrey ernstig, „is, dat ze al niet dood werd gevonden op den tweeden morgen nadat jij haar daar had achtergelaten. Stancliffe wist immers, is 't niet, dat ze gewoon was geweest iets in te nemen, om in slaap te raken „Ja, ze vertelde dat aan ons allebei." „Nu, wat hij volgens mij gedaan heeft, is dit, en het zou me erg ver- Jttoemen in fut Zutaite ytoud; Kalberkcopf bazen als ik 't mis had hij drong in haar kamer tijden? haar afwezigheid, en verwisselde haar poeders voor een aantal volkomen neutrale, die niet 't minste effect konden hebben, en één enkele, op den bodem van het doosje, die de geheele ge concentreerde dosis bevatte, die over al de poeders verdeeld had moeten worden. Het zou voor iemand in haar toestand half gek van angst en vertwijfeling, het meest voorde hand liggende zijn, tot eiken prijs slaap en ver getelheid te zoeken. Dus de eene poeder na de andere te ne men, tot eindelijk eenig effect bereikt werd. Ze zou geenerlei effect kunnen verkrijgen, vóór ze de allerlaatste nam, en die zou haar dooden. En als ze haar dan 's morgens vonden, zouden 'n half dozijn poederpapiertjes duidelijk genoeg bewijzen, dat ze zelfmoord had gepleegd. Wan neer de verdenking, die reeds op haar rustte in verband met de zaak Marshall dan aan den dag kwam, en bovendien het injectiespuitje tusschen haar be zittingen werd ontdekt, zou Stancliffe een schitterende be vestiging van zijn „vermoedens" rijker zijn. Het was het meest geniale en tegelijk meest dui- velsche plan, waar ik ooit van heb gehoord. En het werd alleen verijdeld door den bewonderens- waardigen moed en het gezonde verstand van 't jonge meisje." Daarna zaten we 'n poosje zwijgend te rooken. Toen vatte ik het gesprek weer op, waar Jeffrey het had laten rusten. „Ja, ze is van 't goede hout ge sneden.Daar is geen twijfel aan." „Me dunkt," voegde Jeffrey eraan toe, „dat het gemakkelijker voor haar zou geweest zijn, als ze inderdaad schuldig was geweest. In dat geval had ze kunnen bekennen en de gevolgen aanvaarden, en daarna had ze alles van zich af kunnen zetten. Er nioet trouwens ook heel wat moed toe noodig geweest zijn, om ook nü niet te bekennen om geen leugenachtige verklaring af te leggen, dat zij de misdaad had begaan, waaraan ze zoo volkomen onschuldig was. Dat gebeurt nogal eens, dat zul je ook wel weten. Maar ze is er 't meisje niet naar om tot zooiets te komen. Zij zou nooit een hysterische bekentenis afleggen, en evenmin zou ze ooit zelfmoord plegen. Ze zette eenvoudig haar tanden op elkaar en sloeg zich erdoor. Ik hoop, dat de man met wien ze trouwt haar waardig zal zijn." „Hij houdt in elk geval zielsveel van haar," zei ik. „En hij is een gave, serieuze jonge kerel. Ik denk, dat ze erg gelukkig zullen worden samen." Jeffrey knorde iets. „Nu, hij heeft anders heel wat aan haar goed te ma ken," zei hij toen. „Hij is toch zeker degene, die van 't begin af aan die on juiste veronderstelling, die Stancliffe beschermde, had moeten doorzien. Toen ze hem uitlatingen overbracht, die nooit van zijn vader afkomstig konden zijn, had hij op datzelfde oogenblik de eenig juiste conclusie moeten trekken dat degene, die dat alles gezegd had, iemand anders moest zijn dan zijn vader. En toen zij sprak van tien minuten over half twaalf inplaats van tien minuten voor half één, had hij onmiddellijk moeten aannemen, dat er met de klok iets niet in orde moest zijn geweest." .,Ja," zei ik, „dat is nu heel gemakkelijk om dat achteraf te beweren, maar destijds waren er bewijzen genoeg." Jeffrey wierp zich verontwaardigd op dat woord. „Bewijzen Er waren bewijzen tegen alle onschuldige menschen, die maar iets met deze zaak hadden uitstaan Pomeroy, Armstrong, Gwendolen Carr. De eenige, tegen wien geen enkel bewijs te vinden was, was de schuldige zelf. Nee zooals mijn geliefkoosde bewering luidt bewijzen hebben geen steek waarde, tenzij als achtergrond voor de juiste gissing." Toen lachte hij en rekte zich schaamteloos uit. „Wel," zei hij, „dat brengt ons weer terug naar ons uitgangspunt de stelling, waar we over zaten te discussieeren, vóór we in het avondblad het bericht van Dr. Marshall's dood lazen. En wat mij betreft, ik zou niets geen lust hebben, dien cirkel nog eens te beschrijven. Een keer is meer dan genoeg voor me geweest. Stancliffe is dood, en ik heb met den inspecteur al gesproken over Armstrong's invrij heidstelling. Hij heeft al de feiten, die hij daarvoor noodig heeft. „Ik ga nu 'n uur of drie slapen, en dan neem ik m'n spullen en ga in Bronx Park zitten schilderen, en de verslaggever of andere sterveling, die de illusie heeft dat hij nog één woord uit me krijgt over de zaak Marshall zal

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 27