UAMMCDTON nnnn rnr m\/iii i— 748 VRIJDAG 11 NOVEMBER 1932 No. 24 ytat et gemaakt utatdt in Zalthommal. Deze luchtfoto geeft een duidelijk overzicht van het groote werk. dat langzaam zijn voleinding nadert. Naast de bestaande spoorbrug wordt een tweede gebouwd (rechts), waarvan een overspanning boven het water gereed is; links ziet men de verkeersbrug in wording, waarvan een groot gedeelte gereed is. (Luchtfoto K.L.M.) Vooruit dan maar," zei hij, en met vluggen tred ging hij naar den ingang van het paleis. Het was een indrukwekkend, ja pronkerig gebouw, met ver gulde koepels en overdadig beeldhouwwerk, gelijk het paste bij de waardigheid van den eersten burger van Alatonia. Een half-cirkeivormige tuin, met veel zeldzame palmen, lag er voor deze tuin werd van den weg afgesloten door een hoog verguld hek op steenen voet. Schildwachten te paard bewaakten den breeden toegang in 't midden vigilantes slenterden heen en weer achter het hek. Er stond een bereden ordonnans, die een rijk getuigd paard vasthield blijkens zijn oververhitten toestand had het dier snel voortgemoeten damp sloeg op van zijn vochtige flanken de lucht van warm leer prikkelde Orde's reukzenuwen. Een schildwacht toonde neiging, den vreemde tegen te houden maar Orde had een gebiedend voorkomen, dat sprak van gezag. Hij was keurig gekleed, en zijn heele houding en voorkomen waren die van een gentleman en na een vluggen, scherpen blik salueerde de schildwacht, en liet hem door. Orde ging vlug voort over het middenpad van den voortuin, en liep de breede stoep op, die eindigde in een ruim bordes. De groote vleugeldeuren stonden open, en zonder bezwaar trad hij het paleis binnen waar een be diende in livrei hem staande hield. „Zijne Excellentie herhaalde hij Orde's vraag. „Maar senor, dat is onmogelijk, als ik geen orders heb." „Ik heb dringende zaken ik ben kapitein Orde, van de Arizona." De ernst van zijn houding overtuigde de bediende liet hem in een kleine wacht kamer, mompelde, dat hij even vragen zou, en verdween. Orde keek nieuwsgierig het vertrek rond. Dus dit was het tehuis van Dolores Hij vormde zich een verkeerden indruk, gelijk men dat in de op winding van een oogenblik pleegt te doen. Dit vertrek stond volkomen bui ten het woongedeelte van het paleis, dus dat 't wel iets van een gevangenis had, zei nog niets over het geluk van Dolores. Maar in de oogen van Orde, die daar ongeduldig heen en weer liep, was het een echte gevangenis een stevige cel, die tot doel had, het meisje IN O. J van zijn hart buiten een wereld van geluk te houden. Hij had heel wat tijd om na te denken, vóór de bediende terugkwam, vergezeld van een mager jongmensch, in fatterige kleeren, klaarblijkelijk een beambte van niet zeer hoogen rang. Rustig vertelde hij den secretaris, dat hij gekomen was met een boodschap van het uiterste gewicht dat hij zijne Excellentie vlug wenschte te spreken. „Dat is natuurlijk onmogelijk. Zijne Excellentie is bezet hij heeft drin gende zaken." „Ik heb geen bezwaar om te wachten; maar spreken móét ik hem." Hij sprak met voldoenden nadruk, om indruk te maken op den ambtenaar, die naar den grond staarde, de wenkbrauwen samentrok en diepzin nig keek. „Ik zal hier wachten, tot hij me ontvangen kan," zei Orde, in 't geheel niet meer denkend aan Grant, die buiten mocht wachten. De secretaris ging heen, om met een hoogeren ambtenaar te spreken Orde bleef wachten, tot er een andere deur openging, en er een gezicht naar binnen gluurde, dat hij kende en liefhad. „Dolores, lievelingriep hij. Waarschuwend legde zij een vinger op de lippen, een oogenblik spran kelden haar wondermooie oogen, er kwam een zwakke blos in haar wangen, die niet vaal waren, als de wangen van de meeste vrouwen uit het zuiden. Zij wenkte en Orde snelde op haar toe. Zij greep zijn hand, en leidde hem over den drempel, een gang door, naar een ander vertrek, dat minder op een cel leek dan de wachtkamer. Aanstonds trok Orde haar in zijn armen en kuste haar en daarna kuste hij haar nog eens. Na een niet zeer krachtige poging om te ontsnappen liet zij zich gaan, en bleef willig in zijn armen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 12