DOCD ODCNVILLt UAMMQQTON Op tcii doot om land. Sic Onze groote don Guzman staat achter het tooneel en trekt aan de touwtjes heel, heel voorzichtig zoodat hij nergens wat mee te maken heeft, als de revolutie mislukt. Hij is slim, die zoo slim als de duivel „Enfin, dat moet hij weten," zei Grant, opstaande. ,,lk ben voor'de schuit en den vrede. Ga je mee, Orde? Ik zeg maar zóó „Nee. Ik blijf nog een beetje hier," zei Orde. „Als ik me niet vergis, begint 't nu net interessant te worden. Maar laat ik jou niet ophouden, chef." Grant ging weer zitten, en hij zuchtte even. Hij was gewend, in zijn vrijen tijd rijnilooze verzen te schrijven, die nooit iemand lezen zou, en nu had hij, met lichtelijk door de whisky verdoezeld brein, al een vruchtbaar uurtje in de eenzaamheid van zijn hut voorzien. „Dan blijf ik ook," verklaarde hij. Nauwelijks had hij die woorden gesproken, of uit de kloof aan hun voeten steeg een golf rumoer op. Het begon met een heeschen roep, gevolgd door een spottenden lach, en het gekletter van wapenen. „Aha, het begint zei Juan kalm wijsgeerig. „Zoo beginnen ze altijd en ik heb al heel wat revoluties meegemaakt." Maar de zeelui letten niet op zijn opmerkingen zij hadden de hoofden naar buiten gestoken en staarden naar beneden. Het licht was slecht, maar toch voldoende om hen te laten zien, dat de nauwe straat al een slagveld was geworden. Waarschijnlijk had een patrouille van de garde een afdeeling revolutionnairen ontmoet, en na een korte woordenwisseling het vuur geopend. ,,'t Is maar beter, dat de senores kalm hier blijven," zei Juan. „Ik ben hier veilig ik heb passen van allebei de partijen. Over een poosje is het op straat een hel. Luister I" Er was nu overal tumult een onbeschrijfelijk tumult. Knallende salvo's van schoten werden er gehoord, eerst van verre, dan geleidelijk naderbij. Er was ergens de zwaardere knal van een bom, die barstte. Er werden fakkels ontstoken bij het wisselende licht zagen Orde en Grant, met de hoofden ver uit het kapotte raam, mannen in steeds groeiend aantal'uit deuren komen. Het raam aan den overkant, dat verlichte venster van don Guzman's hoofdkwartier werd plotseling opengerukt, en er kraakte een revolver; een kogel sloeg kalk van den muur even bezijden Orde's oor. Juan draaide snel de rookende lamp in de gelagkamer uit, terwijl Orde het hoofd naar binnen trok. „Zag je dat vroeg de kapitein van de Arizona boos. „Die vlegel pro beerde me neer te schieten. Als ik-een geweer had „Kalmte, senor, kalmte vermaande Juan. „Hun zenuwen zijn van streek 't is niets." Een poosje hielden zij zich gedekt in het donkere vertrek, en zij hoorden elkanders snelle ademhaling. Het raam aan den overkant was weer dicht, maar het licht er achter brandde nog. Orde bleef turen, en zag don Guzman dien hij aanstonds herkend had, vanwege de vroegere reis, die de opstandeling aan boord van de Arizona gemaakt had opstaan en zenuwachtig heen en weer loopen door de kamer. Misschien was het de aanblik van zijn dikken, wel- lustigen mededinger, die de eerste schaduw van het groote idee in Orde's brein deed opkomen. Het was nog maar nevelig en vormeloos don Guzman revolutie Dolores altijd en onophoudelijk Dolores „Kunnen we niets eens wat doen?" vroeg hij. „Teruggaan naar boord stelde Grant voor. „Ik heb geen zin, om Maggie Sutherland weduwe te maken daar is ze veel te aardig voor." „Wat boord We moeten iets doen Wat dat iets was, zou hij op het oogenblik zelf niet kunnen zeggen maar zijn zenuwen dreven hem— hij wou vooruit, iets doen. „Waar naar toe, Orde?" vroeg Grant, toen zijn kapi- JsJq. 4 tein naar de deur ging, waardoor zij waren binnengekomen. „Doet er niet toe laten we maar zien, dat er we bij komen. Ik ga tenminste. Wie weet willen die duivels het paleis bestor men...." Zijn wangen werden bij die gedachte bleek onder de gebruinde huid. Een bloeddorstige menigte respecteert niemand Dolores kon worden meegesleept in den maalstroom, die aangolfde op haar vader, het voorwerp van haat van die woedende massa. „Natuurlijk zullen ze het paleis aanvallen dat doen ze altijd," zei Juan onverschillig. „Maar denk er om, als u last krijgt het wachtwoord is Espe- ranza. Maar toch is de senor niet goed wijs," zei Juan, berustend. „Maak je maar geen zorg over tne, Grant," zei Orde vlug. „Ik kan me er niet buiten houden." Toen hij de kamer verliet, was de machinist vlak achter hem aan. Ondanks zijn liefde voor de poëzie stelde de Schot niets boven een hartig vechtpartijtje, en het was in de toenemende opwinding niet moeilijk, de aanspraken van Maggie Sutherland te vergeten. „Ik doe mee," zei hij. „Als je je aan wilt stellen als een gek, laat ik je niet alleen gaan." Zij gingen samen de trap af en betraden de straat, die nu geheel in 't donker lag. Als een rijzende golf drong er een nieuwe menigte volks op hen toe zij werden heen en weer geduwd, in de draaikolk opgenomen, meegesleept. Een kerel vlak naast Orde liep met een grooten gepluimden helm te wuiven en schreeuwde, dat hij dien met zijn eigen handen van den nek van den oor- spronkelijken bezitter had gerukt. Een andere man, een harige reus, die langs Orde heen drong, duwde zijn woest gezicht vlak bij dat van den zeeman en riep „Aha, een vreemde Weg ermee I" Orde zag een doodsbedreiging in de oogen 'van den woesteling, en probeerde zich voldoende ruimte te verschaffen, om te vechten voor zijn leven maar het gedrang was zoo groot, dat hij geen arm bewegen kon. „Het woord is Esperanza schreeuwde hij naar het moord zieke gezicht, en hij zag een grijns voor de dreiging in de plaats komen. Toen was hij op de propvolle, rumoerige Plaza, het middelpunt van San Ravallo en van het officicele leven der republiek. Door zijn lichaamslengte was hij in staat, over de hoofden der anderen heen te zien, want de meeste Alay- toniërs zijn klein van postuur. Hij zag een paar bepluimde helmen schitteren in den lichtgloed van een brandend gebouw in de buurt een paar ijverige opstandelingen hadden dat maar vast aangestoken in hun geestdrift. Er sloeg een bom tegen den gevel van 't paleis bij de uitbarsting flitste er even een fel licht. Overal was de lucht met bloed en kruit, en Orde voelde zich koorts achtig worden in 't hoofd. Voorzoover hij wist, was Dolores nog binnen het paleis, en hij snakte er naar, bij haar te zijn. Een nog doller getier steeg op, toen er een enkele figuur zichtbaar werd op het balkon boven den ingang van het paleis. Het was Rodriguez, weerloos, de handen opheffend om stilte te verzoeken. Op dit oogenblik toonde hij helden moed Orde werd zich bewust van een onwillige bewondering voor Dolores' vader. Door den gloed van het brandende gebouw was hij met griezelige dui delijkheid zichtbaar. Men kon zien, dat hij den mond opendeed, men zag zijn hcele figuur zich uitrekken tot ongeloofelijke afmetingen. Een seconde maar de ruiten achter hem vergruizelden onder een hagel van kogels een bom ontplofte vlak onder het balkon. „Ik wil wedden, dat je een wees trouwt, als je je meisje ooit krijgt fluisterde Grant den kapitein met een schraperige stem in het oor. Maar de president bleef staan, waar hij stond, alles trotseerend, tot er handen kwamen grijpen uit de deuren achter hem en hem naar binnen trokken. Of hij gewond was of niet, kon niemand zeggen. Een nieuwe vloed van gedrang dreef de twee mannen tegen 'n deur een zwakke barricade tegen zooveel geweld. Zij kraakte onheilspellend onder den druk. Tusschen hen en het paleis stonden de menschen in vele dichte rijen probeeren, zich een weg te banen naar de open ruimte, was een regelrechte uitnoodiging aan den dood. „Help een handje, Grantriep hij, en hij zette zijn schouders tegen de krakende deur. Hij maakte zich tot een hefboom 3oor een voet te zetten tegen den gebogen rug van een oproerling de man pro testeerde grommend maar door de drukking was hij niet in staat, zich om te keeren. Nog eens bonsde Orde tegen de wijkende deur, en de machinist, die ziin be doeling begon te begrijpen, hielp. Er was een gekraak van schroeven, die uit oud hout werden gerukt, het knappen van een afbrekend slot, de deur kierde, maar klemde nog. „Jo-ho, vooruit liefje zong Orde, en de twee sterke mannen, zoo goed mogelijk steun zoekend, 5LJNGERTUINARCHITECTUUR (AMSTELVEEN)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 12