Op eis dooons land. No. 25 TUSSCHEN TWAALF EN TWEE OP HET DORPSPLEIN. drongen den hinderpaal weg. Een nieuwe deining van de dolle menigte kwam hen helpen zij vielen neer in een on welriekende duisternis, en schaafden zich de ledematen aan saamgehoopt huisraad. Grant zette snel de verbroken deur weer op haar plaats, en te oordeelen naar een scherpen gil, raakte hij enkelen, die buiten stonden, op onzachte wijze aan. „Dan moet je maar uit den weg gaan," vond de Schot. „Help eventjes hier!" Samen tastten zij rond in het don ker, schoven alle zware voorwerpen, die zij vonden, tegen de deur. Grant, die een kist aansleepte, naar het scheen met glaswerk gevuld, voelde een los stuk hout. Hij wrong er het ééne einde van onder de deur, en ademde toen verlicht. Dof, gedempt klonken van buiten de schoten er drongen zelfs kogels door het hout heen. „Heelemaal veilig is de haven hier niet mopperde Grant, weer bezig met zijn enormen zakdoek ditmaal echter, om een wondje aan zijn been te verzorgen. „Wat was je van plan, Orde „Naar boven I" hijgde de schipper van de Arizona. „Je bent toch hoop ik niet gewond, Grant Maar Grant kon wel tegen een beetje pijn. Hij was in zijn jeugd leerling machinist geweest op een oud karkas, dat in den eersten den besten storm had moeten zinken. Het personeel in de machinekamer had met geweld gedwongen moeten worden om stoom te houden in de ketels, als het wat hard woei de heftige bewegingen van de schuit sloegen de stokers en machinisten links en rechts tegen kokende ketels en scherpe hoeken van heet staal. „Moeite niet waard om van te spreken," mompelde hij. „Naar boven, zei je En dan „Laten we maar zorgen, dat we boven zijn, voor die dolle troep binnen komt." Zij tastten rond in de duisternis, die wel dik zwart vilt leek, zonder resul taat. De plaats, waar zij binnengedrongen waren, scheen een werkplaats te zijn, waar glas werd gemaakt of gesneden voor vensters en schilderijen. Aan de straat scheen er een magazijn te liggen, daarachter een werkplaats. Toen zij, nog meer naar achter, nog een deur geforceerd hadden, stroomde koeler lucht hun tegemoet, en zij konden iets zien, want een rosse gloed verlichtte de lucht boven de patio, die zij betreden hadden. „Als ze 't paleis maar niet in brand gestoken hebben zei Orde. „Waar hebben ze toch de trappen in dit verwenschte land?" Zij ontdekten het een buitentrap, die in den achtersten hoek van het binnenhofje naar boven leidde. Zij klommen naar boven, zonder dat iets of iemand hen hoorde. Aan het boveneinde van die trap vonden zij 'n deur; Orde's stevige schouder ruimde die uit den weg zij kwamen een kamer binnen. Zij snelden naar de smalle, vuile vensters, en braken die open en staarden naar beneden, de nauwe straat in, die gevuld was met het opdringende, bloeddronken volk. Weer kwam het ratelen van een machine-geweer het stotterde weg tot een griezelige stilte. Bommen verbraken dat zwijgen, en de woeste kreten van vechtende mannen. Er flikkerden toortsen op het platte dak van het gebouw, waarin zij zich be vonden. „Geef me een zetje, Grant riep Orde zijn dolle plan had nog volle kracht in zijn geest. Hij probeerde met een sprong een steunbalk te bereiken, maar miste, en kwam weer op den vloer terecht. Grant zag, wat zijn bedoeling was, en kwam te hulp. Orde klom op de schouders van den machinist, wist den balk beet te krijgen, en kwam er met een lenigen zwaai op te zitten. Toen bukte hij zich naar beneden en strekte een hand uit. „Spring, Grant zei hij. Grant sprong. Hij was een magere, lenige man, die nergens een lood vleesch te veel meetorste. Na wat geworstel kreeg hij den balk beet, en met de hulp van Orde krabbelde hij er op. „Wat nu, dolle lichtmatroos vroeg hij. „Dat bovenlicht daar zie je 't Het dak op, wat Ik heb de zaken zoo'n beetje overdacht. Hij schoof voort langs den balk, zich bukkend, toen de dakrand te dicht bij hem kwam, en zonder aarzeling stiet hij den voet door het raampje. Het was een bovenlicht, dat niet open kon, maar zijn krachtige aanval joeg het uit de omlijsting en liet glas en sponningen klaterend naar beneden komen. Hij stak hoofd en schouders door de opening en zag rond. Het aan dien kant half schuine dak grensde aan een ander, dat volkomen plat was, en daarachter waren weer schuine daken. Zij waren in het oudere deel van de stad, waar alle bouwstijlen door elkaar voorkwamen. Oude, morsige huizen stonden tot vlak bij het paleis. Van voren zag het paleis er majestueus uit, met zijn indruk- wekkenden voortuin aan den eenen^zijkant was het bijna morsig. „Allo, kom op, Grantriep Orde, en hij liet zich de korte helling afglijden, door Grant gevolgd. Het kalme brein van den machinist begon gedeeltelijk het plan van den schipper te doorzien. Het zou noodig zijn, zich over die ver warring van daken heen te worstelen, maar aan het einde van dien vermoeien- den tocht was de afstand tot het paleis niet meer dan een steenworp. Het geschreeuw op de plaza werd luider en brutaler, sprekend bewijs, dat de revolutionnaircn hun doel naderden en dat doel was niets anders dan het paleis zelf. Dronken ijveraars, wier hartstochten verscherpt zijn door den strijd en het gestorte bloed, ontzien niemand. Er was van hen geen respect te wach ten voor een vrouw, of het een werkster was of de dochter van den president. Orde voelde zijn tong kleven aan zijn droge gehemelte, toen de afschuwelijke kreten tot hem doordrongen. „Vooruitriep hij. Het straatje beneden hen was donker, en bijna leeger was alleen nog een zwakke reserve van de regeeringsgetrouwe troepen, een erbarmelijk gering getal, klaarblijkelijk al geheel uitgeput van vermoeienis. Aan het eind van die steeg, die op de plaza uitkwam, stond een hooge barricade van karren en groote pakkisten een machine-geweer was daarachter opgesteld het begon te ratelen en te knetteren, toen Orde naar omlaag gluurde. Het andere einde van het straatje was op dezelfde manier versterkt de aanvoerder der verde diging had ingezien, wat zijn zwakste punten waren. Maar het straatje was smal, en de erkers van de huizen tegenover het paleis staken er nog gedeelte lijk overheen, om schaduw te geven aan degenen, die er in de onmeedoogende zonnehitte van den middag doorheen liepen. Orde bleef stilstaan op een punt, waar een smal venster de eentonigheid van den paleismuur verbrak. Het raam was dicht, en aan den binnenkant waren er luiken. Er vóór was een balkon van krullig smeedijzer. „Wat nu?" mompelde Grant. „Naar beneden het paleis in dat is tenminste al iets I" zei Orde. „Je hebt geen touw „Ik heb beenen. Ik ga 't probeeren." Het raam met het balkon was lager dan 't dak, waarop zij stonden. Op eenigen afstand schoot opeens een vlammentong op naar den hemel klaar blijkelijk kwamen de twee figuren daarboven er donker tegen uit, want zij werden luide aangeroepen van beneden, en onmiddellijk volgde er een geweer schot. Orde week achteruit, toen de kogel langs zijn hoofd floot maar terwijl hij aarzelde, steeg er van de plaza een groeiend rumoer omhoog. Het geweer vuur werd nu heftiger, en stierf dan weer weg. De barricade aan het eind van het straatje droeg een aantal schreeuwende figuren er werd daar gevochten man tegen man. Door het tumult heen klonk het kraken van houtwerk, dat vernield werd en dan een afschuwelijk triomfgeschreeuw. „Ze zijn er overheen zei Grant. Hij sprak in de ijle luchtwant die ver warring van geluiden had op Orde gewerkt als een zweepslag in zijn ziel. Zonder goed te weten, hoe hij zich Ttewoog, ging hij vooruit en omlaag. Eén ontzettend oogenblik vreesde hij, dat hij het balkon gemist had maar neen. Zijn uitgestrekte handen grepen in ijzerwerk, dat zijn huid afschaafde, zoodat het bloed langs zijn armen liep. Er was een bijna bovenmenschelijke worsteling noodig, om zich op te hijschen. Maar hij volbracht het, want het dreigende geschreeuw voor het front van het paleis joeg hem aan als een scherp spoor. Een uitbarsting van geweervuur aan het einde van het straatje deed het ver dere maar Grant werd er door aangedreven, zich aan den overkant te verber gen. Mannen begonnen te rennen door het steegje, schreeuwend en gillend, maar een smalle stroom revolutionnairen joeg hen na. „Hé daar Vang I Je kunt 't dingetje noodig hebben knarste de stem van Grant, die het hoofd voorzichtig over den dakrand stak. Handig slingerde hij de revolver over de kloof Orde ving haar op. Tot nu toe had hij uitsluitend ge handeld volgens blinde aandrift, door zijn verlangen, om dicht bij de vrouw van zijn hart te zijn in het uur van het nijpendste gevaar hij had er niet over nage dacht, wat hij verder zou moeten doen had vergeten, dat hij niet eens ge wapend was. Hij was gewend, eerst als uiterste middel naar 'n wapen te grijpen. „Kom mee, Grant riep hij. „Ik kan niet, Orde! Ik durf niet goed." Het kenmerkte hem, dat hij niet sprak over zijn wond en zijn gestadig toenemende zwakheid. „Goed succes Het is twijfelachtig, of Orde dien wensch verstond hij was al op 't gesloten venster aangevallen, er aan rukkende, hamerend met den zware; greep van de revolver, zonder er aan te denken, dat het schot wel eens af zou kunnen gaan. Het glas bezweek kletterend hij dreef een voet door een paneel, stak een arm naar binnen, en tegen den prijs van nieuwe schrammen vond hij de knip, en schoof die weg. Toen sloeg hij de luiken open en stapte naar binnen. IV. IKt spreekt wel vanzelf, dat het donker was ui de kamer, maar teivvijl Ufdo binnentrad, hoorde hij weer zoo'n dreunenden knal. die getuinde eau de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 13