aterit e? en. oe- tun 1 ien om nu ngew len oeide het veel oor den ard dat ren oatre. ten En het groote bezwaar van particuliere lief dadigheid was, dat men den oudjes, die de gestich ten bevolkten, over het algemeen de wet voor schreef, op een wijze, die thans onze goedkeuring niet meer zou kunnen hebben. Men nam in dien tijd inderdaad aan, dat deze ouden van dagen geen bijzondere menschelijke behoeften meer bezaten, en dat zij tevreden moesten zijn met voedsel en onderdak. Daar begon en eindigde hun leven. Bijna algemeen werd den echtgenooten niet toegestaan, samen te blijven. Hoogstens mochten zij elkaar bij uitzondering nog eens korten tijd zien. Hierin zit een geweldige tragiek. We kunnen ons haast niets tragischer voorstellen dan de niet noodzakelijke scheiding van oude menschen, die tientallen jaren hebben samengewoond. Vandaar ook, dat er velen waren, die liever honger leden, dan een dergelijke schei ding te ondergaan. En toch, er waren méér schaduwzijden aan het gestichtsleven. Er is omtrent deze dingen kortgeleden een uit gebreide enquête ingesteld, die heeft uitgewezen, dat het gestichtsleven veel ten goede is veran derd dat men over het algemeen man en vrouw niet scheidt, indien dit niet noodzakelijk is, en dat men met de wenschen der oudjes veel meer reke- ning houdt dan vroeger. Men hoeft op het hofje niet vee te loopen voor een gezellig praatje. een prettigen dag te verschaffen, b.v. door het organiseeren van een uitstapje. Oud-worden en oud-zijn is niet gemakkelijk te dragen, zeker niet indien men alleen achterblijft, en niet de middelen bezit om een vrij bestaan te heb ben. Daarom zijn de inrichtingen aan ieder hulpvaar dig hart aanbevolen. jt i' fetjjj waar je ook gerust binnen even een kijkje moogt nemen. Er waren allerlei voor schriften, die totaal over bodig waren, en veelal ston den de oudjes onder een strenge heerschappij, en wer den ze als onmondige kinde ren behandeld. Wie kent niet de tragische geschiedenis van 't diaconie huismannetje in de Camera Obscura, het oude mannetje dat niet „van de armen" begraven wilde worden In het gestichts- en hofjes leven is echter een groote verandering gekomen, sinds men is gaan beseffen, dat de ouden van dagen op meer dingen aanspraak mochten maken dan uitsluitend op voeding en onderdak. Een aardig uoekje van het hofje bij de concierge-woning. Ook in Zeeland vindt men nog meerdere tehui zen voor ouden van dagen. Zij zijn en blijven een nuttige instelling, niet alleen omdat oude menschen door opname voor gebrek gevrijwaard blijven, maar ook omdat eenzame oude menschen zonder familie daar lotgenooten vinden, en dit samenwonen het leven kan veraangenamen. De uniforme, verplichte kleeding, die de dragers dadelijk kenmerkt, is vrijwel verdwenen en de oudjes genieten een groote vrijheid. En kleine gebeurtenissen hebben voor deze oudjes dikwijls een kolossale waarde; zoo is het een prachtige gedachte, die bijna overal werkelijkheid wordt, den oudjes zoo nu en dan eens

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 17