OUW VRIJDAG 25 NOVEMBER 1932 No. 26 Men zou bijna eerder nog kunnen zeggen wat niet dan wat wel mode is in onzen tijd, nu er niet alleen zoo vele nieuwe ontwerpen worden gelanceerd, maar ook allerlei oude modes worden opgediept en opgepoetst voor de moderne vrouw. Er zijn weer japonnen in het empire-genre met de zeer hoog geplaatste taille er zijn vele japon nen, waar de taillelijn op normale hoogte ligt, maar ook andere, waarbij die lijn 'n ietsje hooger gemar- Bontgarneeringen. Werd er op dit gebied ooit zóó veel nieuws ontworpen En toch worden ook hierbij weer oude herinneringen opgeroepen. Zijn daar niet de bontkragen met bijbehoorende mof en mutsje Er wordt ook gelanceerd 'n kostbaar garnituur van hcrmclijnvclletjes, naast en over elkaar heen gelegd tot een ronden kraag met 'n franje van de zwarte staartjes, 'n paar breede manchetten, waarbij de staartjes opzij neerhangen en 'n hermelijnen mutsje dit alles gedragen bij 'n eenvoudige, zwart flu- weelen japon. Weer andere bont-ensembles bestaan uit een bolero met mof en mutsje. Onpractische bontgarnituren zijn er natuur lijk ook. Zoo is er 'n ensemble van 'n kort jasje, 'n mof en mutsje van bruin persianer, waarvan het manteltje korte pofmouwtjes heeft en 'n lagen hals. En er is 'n garni tuur in wit hermelijn'n puntige, nauw den hals omsluitende kraag, 'n mutsje en 'n paar hoogé manchetten. Dit geheel wordt gedragen bij 'n japon met pofmouwen tot aan den elleboog, zoodat tusschen mouwen bontmanchetten 'n onbedekte elleboog tè voorschijn komt. Er is ook 'n soort namaakbont, haak- of brei werk van wol, zooals dat eveneens in vroeger tij den wel voor de garneering van japonnen en mantels werd aangewend. Een der fraaiste voorbeelden hiervan is wel het garnituur van de hierbijgaande afbeelding. Het is gewerkt in frotté-achtige wol, zwart en wit. Ook mantels worden wel gegarneerd met 'n sjaalkraag van breiwerk 'n ruitje in twee kleuren bijvoorbeeld, en wollen japonnen hebben soms een pas en lange nauwsluitende mouwen van breiwerk. Heel eenvoudige en practische japonnen 'n Eenvoudig japonnetje voor den win ter met gar neering van schuine fijne opnaaisels en kristallen knoopen. 'n Namaak bontgarnituur, gewerkt van zwarte en witte frotté-achtige wol. queerd wordt. En nu pas is er weer 'n Parijsch nieuwtje de taillelijn ter hoogte van de heupen. Niet dat we daarmee bij het hobbezakkenmodel zijn aangeland. Zoo'n moderne japon met lage ceintuur volgt tot aan die ceintuur strak de lijnen van het lichaam. Dan volgt de verwijding voor den rok, welke in de meeste gevallen geaccentu eerd wordt door 'n smalle ceintuur liefst van kralen, wanneer het een avondjapon geldt. Soms ook wordt die lage taillelijn aangegeven door het inrimpelen van het rok-gedeelte, dat naar achteren toe schuin naar beneden loopt, terwijl daar een groote strik mede herinnert aan een mode uit vroeger tijden. Ook de ouderwetsche ruche is weer in de gratie. In bescheiden afmeting omgeeft ze de halsopening, die soms weer vierkant is, en de bij de japon be- hoorende pelerine. Pompeus van omvang en samen gesteld uit plissés van twee kleuren zijde, dient ze als halsafsluiting en als boa tevens bij avondtoi letten. In dit genre zijn er zelfs ruches geheel uit veeren. De mouwen van onze moderne japonnen en mantels zijn op zichzelf 'n studie waard, leder genre is vertegenwoordigd. Het korte pofmouwtje en de wijde vleugelmouwtjes, welke soms door laiton worden opgehouden, zoodat ze aan vlinders doen denken, zijn er voor de avondtoiletten. Wijde ballonmouwen en korte pofmouwtjes boven lange, nauwsluitende mouwen zijn nog altijd zeer gewild, niet minder dan de „étagemouwen", waarvan het bovengedeelte in over elkaar vallende strooken uitwaaiert boven de nauwsluitende manchetten. Wintermantel met een der vele nieuwe bontgarneeringen van persianer en met een der vele nieuwe mouwmodellen. van wollen stof werden er voor dezen winter ontworpen. Het keu rige japonnetje van onze afbeelding, eenigszins gedrapeerd bij de taille, heeft als eenige garneering 'n paar smalle schuine opnaaisels en kris tallen knoopen. De japon sluit tamelijk hoog aan den hals. Andere nieuwe modellen hebben hier boven dien nog 'n opstaanden boord, ongeveer 2 c.M. breed, die den hals niet vast omsluit, maar die eenigs zins ruim eromheen ligt. De hier afgebeelde japon is een model van Zimmermann. De mantel op bijgaande foto ver toont een der vele nieuwe bont garneeringen, terwijl ook de mouw een der vele nieuwe modellen ver tegenwoordigt. PAULA DEROSE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 18