Oji uit) (foot land, No. 26 VRIJDAG 25 NOVEMBER 1932 821 Opeens begon de Fransche officier, die de laatste uren haast niets gezegd had, te spreken „Ze wil len een gemeenen streek met ons uithalen, jongens Toen ik vanmiddag in dat dorp was, waar ik die heerlijke korsten brood vandaan heb gehaald, zag ik een biljet aangeplakt. Ze schijnen ons buiten gewoon graag te willen hebben. Raad eens wat ze willen Als er één van ons de anderen verraadt, krijgt hij gratie en tweeduizend florijnen toe. Dat is een vuile streek. Ik vind 't niet sportief. Ik heb er eens over nagedacht, en ik heb een idee.We zijn dicht bij de grens, maar we zijn er nog niet. En al kan ik me niet indenken, dat één van ons zijn kameraden zou aanbrengen, je weet nooit, wat er in de gronden van 't menschelijk hart schuilt. We zullen dus een plechtig verbond sluiten, hand in hand. Kom, broeders We waren geschrokken door wat hij verteld had, en gingen in vollen ernst op zijn voorstel in. Met de handen op elkaar zeiden we hem na, wat hij voorzei, opziende naar de" sterren „Allen te zamen en ieder voor zich binden wij onze zielen, die al zooveel gedragen hebben, ook het overige samen te dragen en daarom verpanden we onze eer, dat hij, die zijn kameraden mocht verkoopen, daarvoor boeten zal met zijn leven.... en wie 't eerst vrij komt, zal den verrader straffen, als er een verrader zou zijn." We spraken plechtig die woorden na, en toen werd de officier weer vroolijk. „Ziezoo," riep hij, „da's in orde En nu kijken we weer blij, jongens De meisjes leven nog De verteller boog zich iets voorover, met de armen op den rand van de tafel. „Verveelt mijn verhaal u niet, graaf vroeg hij. ,,'t Is misschien een beetje lang...." Graaf Kyras wendde het gezicht, waarover een paar maal een zenuwachtige trekking was gescho ten, naar Erna. „Toe, ga door vroeg deze dringend. „Ik geloof dat ik al weet, wat er komt één van jullie hééft de anderen verraden „Ja...." „Afschuwelijk riep Erna, met een schittering van passie in haar donkere oogen. „Wie wós de Judas „De gewezen regeeringsambtenaar." „Zoo'n ellendeling viel Erna uit, met' een stem die beefde van woede. „Arme Pierre Hoe deed hij 't „Hij ging dien nacht, terwijl de anderen sliepen, naar 't dorp. Hij kreeg gratie en ging terug naar de bewoonde wereld, en wij vieren gingen 't graf weer in. O nee, de dichter stierf onderweg al. Maar die zou toch gestorven zijn...." Erna drukte de handen tegen het voorhoofd. Het orkest begon het zevende nummer van het programma. „Liebestraum," zei Bonac zacht, en hij nam het programma weer op. „Het daaropvolgende nummer is erg interessant," ging hij peinzend voort. „Ze maken hier goede muziek, 't Is die Polonaise Militaire, die begint met een kolossale uitbarsting van alle instrumenten tegelijk. Echt iets om te schrikken, als je geen gezonde zenuwen hebt. Zijn uw zenuwen nogal sterk, graaf Kyras De graaf zei niets. Hij stiet de aschvan zijn sigaar. ,,'t Is zóó'n lawaai," ging Bonac voort, „dat ieder ander geluid erin verdrinkt. Ik geloof zelfs, dat een revolverschot niet eens gehoord zou wor den, als 't met dat oorverdoovend accoord samen viel Graaf Kyras boog zich verder naar voren hij draaide zijn sigaar om en om in zijn vingers. „Ik heb nog niet alles verteld," begon Bonac weer. „De Fransche officier kreeg er nog wat jaartjes bij hij zit nu nog in dat graf der leven den. Als hij er uit komt, is hij oud. Ik heb acht jaar in een afgrond gezwoegd. De beste jaren van mijn leven zijn weggeknaagd door een helsch wreede straf. Maar daar zullen we 't niet verder over hebben. Ik sta voor een kwestie. Moet ik de wraak uitoefenen, waartoe we ons verbonden hadden Ik ben niet de eerste, die vrij kwam. De student in de medicijnen is al drie jaar vrij. Hij had het vonnis moeten uitvoeren." „En heeft hij 't niet gedaan?" „Nee, misschien vergeten misschien niet gedurfd.... Maar ik heb niet vergeten, en ik durf wél. Zeg me je meening, Erna. Vind je, dat ik.'t doen moet?" „Vast en zeker," antwoordde Erna. Graaf Kyras trok een zijden doek uit zijn zak en veegde zich het voorhoofd af. „Hebt u 't warm vroeg Bonac glimlachend. ,,'t Is hier om te stikken," mompelde de ander. „En toch bent u zoo bleek.... Ah, de Liebes traum is uit Er werd geapplaudisseerd. Toen de dirigent dankend naar links en rechts boog, zag hij Erna, en er kwam een glimlachje van herkenning om zijn lippen. Bonac merkte dit op. „Die kerel is nogal vrijpostig," zei hij koel. „Och, hij is zoo populair.. verontschuldigde Erna hem. „Ik heb wel zin, om hem 'n oorvijg te geven maar dat zou nogal opschudding geven en dan kregen we de Polonaise nietGraaf, u moogt u wei voorbereiden op dien knal van het orkest. Ik waarschuw u maar, omdat ik geloof, dat uw zenuwen een beetje van streek zijn vanavond." Terwijl Bonac dit zei, ging zijn hand in een zak, bijna terloops, en kwam er even onopgemerkt weer uit. Hij strekte zijn linkerarm achteloos uit op de tafel, zijn andere arm hing neer, maar half zichtbaar. Het tafellaken bewoog een beetje, alsof zijn hand den doek optilde. Graaf Kyras zag dit, en verstijfde in zijn stoel. Er kwam een aschgrauwe tint over zijn bloede- looze wangen en zijn oogen staarden hij deed een zwakke poging om op te staan, maar scheen het niet te kunnen. „Om nu op ons meer dan interessante onder werp terug te komen," zei Erna, „vóór je aan je wraak kunt denken, zul je den Judas toch eerst moeten vinden „Wees maar gerust," zei Bonac. „Ik héb hem gevonden." „En wil je hem in koelen bloede vermoorden „Ik zal hem straffen." „Maar de gevolgen...." „Die komen na de wraak. Ik zal ze dragen. Ah, ze beginnen direct aan de Polonaise, geloof ik. Een lawaói Zooals ik al zei, je zou er een revolver schot niet eens bij hooren Graaf Kyras hing half wezenloos in zijn stoel hoofd en schouders hingen vooruit, zijn armen waren slap en Erna keek hem aan. „Ik mag zeker niet vragen, wie het.. slacht offer is En waar hij is vroeg ze Bonac. „Dat zul je vanzelf wel merken, heel gauw," was zijn antwoord. „Kijk, ze beginnen." Er schoot een flits van licht door zijn oogen. De dirigent stond. Hij sloeg met zijn stokje tegen zijn muziekstandaard. Hij hief den arm op. Toen liet hij den stok zakken, langzaam, met een zwaai. Een heel zacht gemurmel van klank kwam van de snaren een onderdrukt, klagend geschrei. Het was de „Berceuse" van Chopin. Bonac keek op. Zijn gezicht werd bleek van woede. Hij beet fel de tanden op elkaar. Met een woest gebaar ging zijn rechterhand, en wat hij daar in had, zijn zak in. „Dat is de Polonaise niet snauwde hij, en hij greep de tafel beet, als wilde hij die door de zaal slingeren. ,,'t Is het heerlijke Wiegelied van Chopin," zei Erna kalm. „Dat spelen ze in plaats van de Polo naise, op verzoek." „Van wie riep Bonac fel. „Van mij. Ik heb den kellner zooeven met een kaartje gestuurd." „JÜ „Ik." Bonac sprong op. Met één sterke krachtsinspan ning beheerschte hij zijn opwinding. „Dus je.... vermoedde...." „Pardon, ik wist het." Bonac boog, keerde zich snel om en liep weg. Er ging een lange tijd voorbij. Volle vijf minuten. Graaf Kyras hief zijn ingezonken schouderser kwam wat kleur in zijn gezicht. Hij keek naar zijn verloofde. Zij zat recht voor zich uit te staren, met een diepe frons in haar witte voorhoofd. „Hoe wist je 't, Erna fluisterde hij. „Hij had den dood in zijn oogen," antwoordde zij, zonder hem aan te zien. „Ik begreep het bijna aanstonds. Ik heb geen beweging, geen blik, geen buiging van zijn stem gemist. Ik had hem niet van zijn voornemen kunnen afbrengen. Hij had een revolver. Hij zou onder tafel door op je geschoten hebben, zonder dat iemand den knal hoorde of 't vlammetje zag...." Zij zweeg, en opeens vertrok haar harde gelaatsuitdrukking krampachtig. „Ik heb me onnoozel gehouden en maat regelen genomen, om jou te redden. en nog méér, om hém te redden." Weer was er een lange stilte, en toen sprak graaf Kyras weer, met een bange, kreunende stem „Zeg eens, Erna hoe denk je nu over me Erna hief de kin hooger. Er kwam 'n schrapend, minachtend lachje door haar keel. „Hoe ik over je denk? Groote he mel hoe ik over je dénk IJSELMUIDENSCHE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 21