fy teis doot ons land.
No. 28
VRIJDAG 9 DECEMBER 1932
877
namelijk pressen, om met elkaar te trouwen, ziet u. Dat wil zeggen, Varkentje
prest uit alle macht. Vader en moeder laten de natuur liever haar gewonen
loop. Vraag me nu eens, waarom ik u dat allemaal vertel," beval ze in een iet
wat hecsch gefluister.
„Goed," zei Peter verbluft, „ik zal bijten. Waarom doet u 't
„Omdat u óók een slachtoffer bent van 't ziekelijke verlangen van Var
kentje, om voor Cupido te spelen. Ik vond, dat u gewaarschuwd moest wor
den. Daarom ben ik zoo openhartig."
Juffrouw Kimbal keek hem scherp aan.
„Snapt u me
„Ik ben bang van niet."
„Bent u niet de een of andere onder-dit-of-dat op de radio-fabriek?"
Hij knikte.
„Bent u niet de soliede, brave, schrandere jongeman met een groote, dikke
toekomst, dien ze naar New York willen sturen Die man, die zijn broer en
zuster laat studeeren
„Die ben ik," bekende Peter.
„Precies dan bent u 't lammetje, dat naar de slachtbank gebracht
wordt. Wat ik u brom. U bent uitgepikt voor de Dragonder. Varkentje heeft
ïi met eigen pootjes uitgepikt."
„Wie is de Dragonder vroeg Peter flauwtjes.
„Wie anders dan Sylvia Bascom lachte het meisje, dat zich den naam
Griezeltje had waardig gemaakt. „Ze is 't beetje geld, dat ze ooit gehad heeft,
kwijt, en nu zitten de Bascoms met haar opgescheept. Ze willen haar loozen.
En u'bent de aardige, nette, soliede, betrouwbare, respectabele, keurige jonge
man, dien Varkentje tot slachtoffer heeft uitgepikt."
„Lieve hemel zuchtte Peter.
„Met millioenen stralende sterren," zei het mooie meisje. „U bent aange
wezen voor de Dragonder. Ik ben aangewezen voor den Big. 't is allemaal 't
drijven van Varkentje. Hij is de echte onvervalschte meneer Plakze."
„Willen ze me aan haar koppelen viel Peter uit.
„Nu komen uw hersens 'n beetje bij. En 't zal hun lukken ook. Varkentje
zal 't klaarspelen. Varkentje speelt alles klaar. Hij is absoluut onweerstaan
baar. Zijn plannetjes lukken altijd. Als Henry en ik niet dol genoeg op elkaar
worden, zet hij Henry zonder één cent aan den dijk, en mijn liefhebbende man
nelijke ouder zal 't met mij wel niet veel beter maken. Ik vertel u dat allemaal
in denzelfden geest, als de eene ter dood veroordeelde zijn hart uitstort tegen
den anderen in de aangrenzende cel. En wat dacht u er aan te doen U
bent een groote, sterke, schrandere man."
En Peter was gedwongen te antwoorden, nadat hij snel de feiten over
zien had „Niemendal."
„Als Varkentje 'n plannetje in elkaar timmert, laat hij er geen latje aan los."
„Dat weet ik," zei hij. „Ik heb méér met zijn plannetjes te maken gehad.
Ze zijn luchtdicht, waterdicht en kogeldicht. Als ik me niet laat pressen tot
een huwelijk met de Dragonder, verspeel ik een prettig, royaal baantje. Als
ik dat baantje niet krijg, ben ik mijn tegenwoordige positie ook kwijt. En als
dat gebeurt, moeten mijn broertje en zusje op hun eigen wieken drijven. Ik
zit voor de verantwoording."
„Da's leelijk. Wat ik zeggen wou, hoe heet u
„Peter Farnum."
„Mevrouw Peter Farnum.... Leuke naam."
„Ja, ik denk, dat ik haar maar trouw."
„En ik denk, dat ik den Big maar trouw."
,,'t Is me anders een raar stukje mensch," zei Peter medelijdend.
„Dat weet je nog niet half, Piet," zei Griezeltje, ,,'t Is waarachtig nog
erger dan in de middeleeuwen. Toen deden ze niet aan die foefjes. Henry
had vijf eeuwen vroeger geboren moeten worden."
„Weet je wat zei Peter. „Laten we een beetje gaan rijden in mijn wa
gentje, dan kunnen wc er
eens goed over praten."
„Mijn koortsig voor
hoofd heeft afkoeling
noodig," zei Griezeltje,
en zij sprong op. ,,'t Is
misschien beter, dat ik je
tref aan 't begin van de
oprijlaan. Kom me daar
maar oppikken."
Zij verdween in de
struiken, en Peter ont
dekte, dat hij haar stond
na te staren, met dicht
geknepen vuisten. Het
was, alsof er een teer
waas van haar tegen
woordigheid achterbleef.
„Jazz-baby," zei hij
geheimzinnig, en hij liep
naar den kant van den
stal.
Peter had een soort
voorgevoel, dat er kolos
sale detectives uit de
schaduwen te voorschijn
„Het Loo\ de zomerresidentie
van H.M. de Koninginvanuit
de lucht gezien.
zouden springen en hem beletten, om in zijn wagentje te stappen hij kon
echter onopgemerkt ontsnappen.
Narcissa Kimbal stond op hem te wachten aan 't begin van de oprijlaan.
Ze sprong in den auto en kwam naast hem zitten.
Vooruit schoten ze den donkeren avond in. Hij vroeg zich af, hoe men
met een meisje als Narcissa om moest gaan.
„Zullen we dansen vroeg hij.
„Graag," antwoordde ze.
Er was een restaurant aan den anderen kant van Zenobia, en daarheen
richtte Peter zijn wielen. Door boomen heen gloeiden roode lichtjes. Een
gedempte saxophoon snikte een welkom.
Zij danste zoo licht en zeker, als Peter gedacht had, dat ze doen zou.
„Hoe denkt de Big er over?" vroeg hij daarna, toen ze elkaar aankeken
langs een lampje met een rood kapje en cognac en gemberbier dronken.
„Hij is 't er wel mee eens," antwoordde het meisje. „Hij weet, dat 't
huwelijk hem vrij zal maken dan kan hij precies doen wat hij wil, zoolang
hij zich maar niet laat betrappen...."
Haar oogen schitterden boos.
„We moesten er iets aan zien te doen," zei Peter.
„Ja, maar dat kunnen we niet. Laten we er maar niet meer over praten.
Ga je mee dansen
Zij dansten tot twaalf uur. Peter voelde een prettige gisting in zijn
hoofd, toen zij weer in het autootje klommen. Hij was niet aan drank gewend.
Hij voelde neiging, om roekelooze dingen te doen. Narcissa zat dicht
naast hem en zong van tijd tot tijd „No-no, no-no," met een zachte, klare
stem.
Hij liet zijn rechterarm om haar heen glijden, zorgende, dat hij met de
linker het wiel stevig vasthield. Narcissa maakte geen bezwaar. Zij zong zacht
„No-no, no-no."
Een mengsel, van verbijsteringen schoot een golf van prettige tinteling
in Peter's hoofd. Hij had nog nooit dergelijke gevoelens gehad, als hij naast
een meisje zat. Griezeltje was heel iets aparts. Griezeltje was een wonder.
Hij liet bij een appelboomgaard het wagentje stilstaan en sloeg ook
den anderen arm om haar heen. Het teruggekaatste licht van den schijnwerper
gloeide haar in 't gezicht. Het was naar boven geheven, bleek. Ze had de lippen
even van elkaar. Haar oogen stonden groot, donker en zonder uitdrukking.
„Ik ga je kussen," waarschuwde Peter.
„Waarom zei Griezeltje.
„Omdat ik er zin in heb."
„Nee," zei Griezeltje. „Je bent al ver genoeg gegaan. Laten we een
mooie vriendschap nu niet bederven."
Zij liet haar hoofd duiken, toen hij de poging deed, en zijn mond trof
niets dan glad, geurig haar. Ze had hem beetgenomen, door eerst den schijn
te wekken, dat ze toegaf. Griezeltje wist met mannen om te gaan.
„Je bent het liefste meisje, dat ik ooit van mijn leven gezien heb," ver
telde Peter haar heesch.
„Och, ik mag jou ook wel, maar we moeten ons door onze sympathie
voor elkaar niet onder water laten sleepen."
„Eén klein kusje maar," smeekte Peter.
Zij ging rechtop zitten en keek hem aan.
„Hoor eens, jog," zei ze, „ik heb ooit eens 'n weddenschap met mezelf
aangegaan, dat ik nooit in zou gaan op een kus, dien ik vermijden kon, tot ik
wist, dat ik den man voorhad, dien ik hebben wou."
„Jawel, maar dit is één van de ónvermijdelijke kussen," zei Peter.
„Even wachten," antwoordde Griezeltje kalm. „Die onvermijdelijke
kussen zijn altijd het einde van een vriendschap, Piet, en dat zal ik je uit
leggen. Ik beweer niet, dat ik een Sixtijnsche Madonna ben, maar ik heb 'n
massa meisjes van mijn leeftijd meegemaakt, die zich een massa ellende