Vrouwenleven
Heeren-Sportkousen
Voor de Feestdagen
No. 28
Gebreide heeren-sportkous in effen bruine en ge
mêleerde beige wol. Model Patons Baldwin.
Dc hierbij afgebeelde sportkous, behoorende bij
den pullover uit ons vorig nummer, wordt
gebreid met effen bruine en beige ge
mêleerde „Cycle"- wol, op 4 naalden.
Men zet er 70 st. voor op, over 3 naalden ver
deeld 21 st. op de 1ste en de 2de en 28 st. op de
3de naald r.
Men begint met den boord, 'waarvoor men 1 r.
1 aver, breit, om en om 2 toeren met de bruine
en 2 toeren met de beige wol, tot men deze 4 toeren
20 maal heeft gebreid. Dan breit men met bruine
wol 2 toeren.
3de toer, met gemêleerde wol: 6 r. 1 bruine st.
aver, afhalen tot aan het einde van den toer her
halen.
4de toer met bruin r. breien. 3dc en 4de toer
2 keer herhalen.
9de toer r. met bruine wol Van tot
7 keer herhalen.
Volgende toer met gemêleerde wol 2 st. sa-
menbr. 4 st. br., t st. aver, afhalen, 6 st. breien
Van tot herhalen tot de laatste 8 st., dan 1 st.
afhalen, 4 st. r., 2 st. samenbr., 1 st. aver, afhalen.
7 toeren in patroon breien zonder minderen.
De daaropvolgende toer 6 r. 2 st. samenbr.,
r. tot de laatste 9 st., dan 2 st. samenbr., 7 st. r.
7 toeren in patroon zonder minderen.
Volgende toer 2 keer 5 r., 1 afhalen, 2 st.
samenbr., 4 r., 1 afhalen, 6 r. Van tot her
halen tot de laatste 20 st. Dan 1 afhalen, 4 r. 2
samenbr., 2 keer 1 afhalen, 5 r. tot slot 1 afhalen.
Zoo gaat men door. In iederen 8sten toer mindert
men op dezelfde wijze tot men in elk blok 1 st.
minder heeft. Dan breit men door zonder minde
ren tot men in het geheel 19 blokken boven elkaar
heeft.
Dan verdeelt men de steken voor den hiel. Men
neemt daarvoor 25 st. op één naald, terwijl men
de overige st. over 2 naalden verdeelt.
Men breit den hiel met gemêleerde wol, r. aan
den rechter- en aver, aan den linkerkant. De
1ste steek van de naald wordt niet gebreid. Men
breit aldus 6 a 61/2 c.M., eindigend met een
aver. toer. Dan breit men het kapje. Men breit 16
st., haalt 1 st. af, breit 1 st., haalt den
vorigen st. over, keert het werk om,
breit 8 st. aver., breit 2 st. samen, keert
het werk om, breit 8 St., 1 st. afh., 1
st. breien, vorige st. overhalen, 't werk
omkceren. Zoo gaat men door, bij eiken
toer 1 st. bijminderend, tot alle st. op
dc naald zijn. Men eindigt met een aver,
toer, keert het werk om en breit 4 st.
De steken voor de wreef komen nu alle
op I naald. Men breit de overige 5 st.
van den hiel op 'n nieuwe naald en neemt
daarbij 14 st. op van den zijkant van
den hiel. Met 'n andere naald breit men
de wreef verder in patroon. Met 'n derde
naald neemt men 14 st. op van den hiel,
en breit de overgebleven 4 st. daarbij
op de naald.
1 toer bruin. Dan 1 toer I afhalen,
5 breien.
3de toer r. breien tot de laatste 3 st.
van de naald, 2 st. samenbr., 1 br. De
2de naald zonder minderen. Dc 3de naald:
1 st. br., 2 st. samenbr., verder r. br.
4de toer in patroon.
5de toer bruin.
6de toerals de 3de.
4de en 5de toer 1 keer herhalen.
9de toer 2 keer 1 afhalen, 5 r.
breien 1 afhalen, 1 breien, 2 samenbr.,
1 afhalen 2de naald: zonder minderen
3de naald 1 afhalen, 2 samenbr., 1 brei
en, 2 keer 1 afhalen, 5 breien.
10de en 11de toer: zonder minderen.
12de toer als de 3de.
13de en 14de toer: zonder minderen.
15de toer als de 3de.
16de toer: 2 keer: 1 afhalen, 5 br. 1 br.,
1 afh. 2de naald zonder minderen 3de naald
1 afhalen, 6 breien, 1 afhalen 5 breien.
17de toer: zonder minderen.
18de toer: 1 afh., 5 breien, 1 afhalen, 4 breien,
2 samenbr., 1 afhalen.; 2de naald zonder minde
ren 3de naald, 1 afh., 2 samenbr. 4 br., I afhalen
5 breien.
Verder gewoon het patroon breien tot men 9 5 10
blokken heeft voor den voet. Men breekt de
bruine wol af en breit dc teen met beige gem.
wol. De eerste 2 st. van de 2de naald voegt men bij
de 1ste en de 3 laatste st. bij die van de 3de
naald.
Men breit de 1ste naald uit op 3 st. na, breit 2 st.
samen, breit 1 st. Van de 2de naald breit men 1 st.,
breit 2 st. samen, breit de naald uit tot de laatste
3 st., breit 2 st. samen,
breit 1 st. In de 3de
naald 1 st. br., 2 st.sa
menbr., de naald uit-
breien.
Men breit 2 toeren
over en herhaalt deze
3 toeren tot men nog
28st.'op de naald over
houdt, die men over 2
naalden verdeelt en
2 bij 2 afkant.
De 2de kous wordt
eender gebreid en ten
slotte strijkt men het
werk onder 'n voch-
tigen doek.
In het patroon wor
den alle afgehaalde st.
aver, afgehaald.
Men kan deze sport
kousen ook uitstekend
breien voor jongens
en zet dan, zoo noo»
dig, minder st. op.
Het aantal st. moet
echter deelbaar blij
ven door 7, omdat
het patroon uit 7 ste
ken bestaat.
THÉRËSE.
Wij vragen heden de aandacht van onze leze
ressen voor eenige gekleede japonnen en jurken,
bedoeld voor de komende feestdagen.
Het spreekt vanzelf, dat dagen als die nu na
deren, speciale toiletjes vragen met extra feestelijk
aanzien.
Wij versieren met Kerstmis onze tafels, onze ka
mers en gangen en 't is niet meer dan logisch, dat
onze kleeding met dit alles in overeenstemming is
en eveneens van onze innerlijke vreugde getuigt.
Voor lezeressen, die haar garderobe met een
„feesf'-kleedje wenschen aan te vullen, ontwierpen
wij de hierbij gereproduceerde modellen, welke, zoo
niet tot mèken, allicht tot veranderen of moder-
niseeren zullen aansporen.
Daar is om te beginnen fig. I. Een typisch mo
dern toiletje met mouwen, welke doen denken aan
die, welke men ongeveer 1900 droeg en een ge
drapeerde ceintuur, welke van voren deel van het
corsage uitmaakt. Hiervoor zal crêpe georgette
of eenig ander soepel materiaal het best voldoen.
Voor de tweede japon zou men dunne wolstof,
crêpe marocain of crêpe satin kunnen nemen en
voor den berthe-kraag en den onderkant der mou
wen dezelfde stof in combinatie met contrasteerend
materiaal. Gebruikt men glanzend crêpe satin,
dan zal de doffe kant van de stof een keurige
garneering vormen.
Inplaats van den berthe-kraag zou men op deze
japon een fluweelgarneering toe kunnen passen,
in den geest van degene, die wij hiernevens hebben
afgebeeld en beschreven.
Het derde figuurtje toont een kinderjurkje van
bedrukte waschzijde, gegarneerd met korte pof
mouwtjes en een rond kraagje van effen materiaal.
Daarnaast een sierlijke meisjesjurk van rose
tafzijde. Het rokdeel is geheel in vorm geknipt. Een
crêpe georgette kraag in bijpassende tint en een
fluweelen ceintuur, welke in een strik eindigt, vol
tooien het geheel.
Ten slotte een japon voor oudere, meer gezette
dames. Voor een dergelijk model kan men zoowel
kant als effen of bedrukte zijde gebruiken. In het
laatste geval zij men echter voorzichtig en kieze
geen groote of sterk sprekende dessins, daar deze
de figuur zwaarder doen lijken dan ze in werkelijk
heid is. Ter garneering neme men crêpe de chine
of zijde in afstekende of bijpassende tint
MARGUÉRITE.