c9-eïkaaH
Üfi teis dooi ons land.
door
884
VRIJDAG 9 DECEMBER 1932
No. 28
Een typisch voorbeeld der rustige, landelijke
dorpjes van Brabant en Limburg: een stille
straat, de rails van de stoomtram, 'n -hoe
renmuts," een hobbelende kar (Maasbree.)
Lord Louis aarzelend„zooals mijn
vrouw u al zei, ik ben 'n enthousiast
verzamelaar van antiek. Ik had u er
15 Pond voor willen geven."
Het vrouwtje zag hem bijna ontzet
aan. „15 Pond voor dien ou i..n thee
pot en schotel 15 Pond? Wat kunnen
rijke menschen toch gek doen. Neemt
u me niet kwalijk," viel ze zichzelf
in de rede. „Dat bedoel ik niet zoo.
Maar het klinkt ook zoo vreemd. U
heeft het natuurlijk vriendelijk be
doeld, maar dien theepot wil ik nooit
missen. Den schotel heb ik er maar
onder gezet, omdat de pot zoo ruw
aan den onderkant is."
Jill zag een schittering verschijnen
in de oogen van haar man, teeken, dat
hij meer dan ooit belust was op het
pas ontdekt antiek. „Ik zie, dat u er
erg aan gehecht is," zei hij zacht.
„Maar u zei daarstraks, geloof ik, dat
u in moeilijkheden zat over uw hy
potheek. Ik wil vanzelfsprekend uw
gevoelens niet kwetsen, maar mocht
u er nog over willen denken, dan wil
ik u er 20 Pond voor geven. U schenkt ons ook
zulke heerlijke thee," besloot hij glimlachend.
De oude vrouw stond op, liep naar den schoor
steen en streek liefkoozend over den theepot met
de vreemde figuren. Verbaasd keken haar bezoekers
toe. Moeder O'Donnel ging weer zitten, met haar
trouwhartige oogen zag zij lady Jill aan. „Als u
niet bang is, dat ik u verveel, wil ik wel vertellen,
waarom ik dien theepot niet wil missen. Ik heb
hem al 47 jaar."
„We zouden het graag hooren," zei Jill sympa
thiek. „Nietwaar, Louis
Lord Louis knikte.
De oude vrouw plukte nerveus aan het tafel
kleed, terwijl zij begon te vertellen. „Misschien
zult u er wel om lachen, dat een oude vrouw na
zooveel jaren haar bruidegom nog niet vergeten
is, maar ik moet nog bijna iederen dag aan mijn
Kerry denken." Zoo groote droefheid klonk uit
haar stem, dat Jill haar troostend over den arm
streek. „Wij willen niet
„Nee, ik zal 't u vertellen, 't Is ook de geschie
denis van dien theepot. Mijn vader," vervolgde
zij, „was een zeekapitein. Een harde, ongevoelige
man, waarvoor mijn moeder en ik erg bang waren.
Wanneer hij tusschen zijn reizen in thuis was,
speelde hij zoo erg den baas, dat wij geen leven
hadden, en weer blij waren als hij vertrok. Tijdens
zijn afwezigheid op een van die reizen had ik kennis
gemaakt met Kerry. Kerry was herder op een boer
derij, dicht bij ons huis. Hij had vroeger gevaren
daarom dacht ik, dat hij wel in den smaak van
vader zou vallen. Maar dat kwam helaas anders
uit. Vader was een paar dagen thuis, toen Kerry
op 'n avond bij ons kwam, om hem te vragen met
mij te mogen trouwen. Meteen barstte hij in een
driftbui los, woedend, dat ik het gewaagd had,
buiten hem om, met een jongen kennis gemaakt
te hebben. Hij spotte, hij vloekte, dat Kerry, die
dat heelemaa! niet verwacht had, er beduusd van
werd. Toen gebeurde het ongeluk. Op tafel stond
juist een theepot, waar mijn vader buitengewoon
trotsch op was. Hij had hem eens, met groot levens
gevaar, meegebracht uit China."
„O riep Jill geïnteresseerd, „is dat die pot
Lord Louis stond op, lichtte het deksel op, in
specteerde hem met vernieuwde belangstelling.
„Gaat u door," zei hij daarna.
„Neen, die niet, zooals u zult hooren. In zijn
zenuwachtigheid maakte Kerry met zijn arm een
onverwachte beweging tegen den theepot. Vóór
wij hem konden grijpen, was de pot met een slag
op den steenen vloer gevallen." Het oude moedertje
sloeg de handen voor het gezicht, snikken klonken
door haar stem. „Wat toen vogde zal ik nooit
vergeten. Zooals mijn vader daarna te keer ging,
hadden moeder en ik hem in zijn ergste oogen-
ROLAND
PERTWEE
Het zal me minstens een uur kosten vóór ik
den band gerepareerd heb, mylord," ant
woordde de chauffeur op de vraag van Lord
Louis. „De solutie, die ze me in Dublin verkocht
hebben, is bar slecht."
Lord Louis en zijn vrouw waren met hun auto
op 'n vacantietour door Ierland thans was er 'n
onverwacht tijdelijk einde aan gekomen door een
lekken band. „Dat is nu wel niet zoo erg," merkte
zijn vrouw op, „als ik maar niet zoo'n vreeselij-
ken trek in thee had."
„Achter dien heuvel daar zie ik een torentje,"
antwoordde Lord Louis. „Waar torentjes zijn, zijn
huizen waar huizen zijn, is thee. Kom Jill, geef
me een arm, dan zullen we probeeren je een kop
thee te bezorgen."
Door het vredige, mooie lersche landschap
wandelden beiden over den heuvel, waar aan de
andere zijde inderdaad een klein dorp bleek te
liggen. „Kijk toch eens, wat een lief huisje," riep
Jill opgetogen, toen zij het eerste huisje genaderd
waren. Zij had niet overdreven. Het vriendelijke,
kleine huis, dat een winkeltje in allerlei huishou
delijke artikelen bleek te zijn, was geheel begroeid
met klimrozen opzij ervan stond een eerbied
waardig oude eik, die 't geheel een sfeer van roman
tiek verleende. „Het is inderdaad een gesprongen
band waard om dit te ontdekken," erkende Lord
Louis. Indien het huisje hen bekoorde, zijn
charm was niet te vergelijken met die van de be
woonster, die bij hun binnentreden in den win
kel verscheen. Een aardiger, liever oud vrouwtje
dacht Jill, had zij nog nooit gezien. Het gerim
pelde gezicht was vredig, zacht met een trek,
naar het scheen, van eenige treurigheid. „Onze
auto heeft 'n lekken band," verklaarde Lord
Louis „wij zouden u erg dankbaar zijn als we bij
u een kop thee mochten drinken in den tijd dat
de wagen gerepareerd wordt."
„Maar komt u toch binnen, in de kamer,"
antwoordde het vrouwtje vriendelijk. „Van vrouw
O'Donnel zal nooit gezegd mogen worden, dat zij
niet gastvrij is. Ik ga dadelijk water opzetten."
Zij ging hen voor in een kleine, eenvoudig gemeu
belde, kraakzindelijke kamer achter den winkel.
„U wpont hier lief," zei Jill, ,,'t Is zeker uw eigen
huisje, dat u het zoo keurig in orde houdt
De trek van treurigheid op het gezicht van
het oudje werd iets dieper. „Het is nu nog m'n
eigen huisje," zei ze, „maar als ik volgende maand
de hypotheek niet afgelost heb, moet ik er uit.
En waar moet ik in dezen tijd het geld vandaan
halen
Het leek den bezoekers of er een snik in haar
stem klonk. „Maar wat heb ik u met m'n klachten
lastig te vallen," herstelde vrouw O'Donnel zich.
„Gaat u zitten, dan ga ik even in de keuken thee
zetten."
Nadat zij de kamer verlaten had, liep Lord
Louis de kamer rond, bleef staan voor den
schoorsteenmantel, waarop een kleine, eigenaardig
gevormde theepot stond, versierd met Chineesche
teekens. Het voorwerp stak vreemd af tegen een
groenen schotel, waarop het geplaatst was.
„Aha," glimlachte zijn vrouw, toen Lord Louis
den theepot in de hand nam en dien nauwkeurig
bekeek „meent onze verzamelaar antiek ontdekt
te hebben
Hij zag haar afwezig aan. „Hm", zei hij. Dan
nog eens: „Hm". Om daarna weer den pot nauw
keurig te bekijken. Zelfs den schotel betrok hij in
zijn onderzoek. Uiterst voorzichtig zette hij ver
volgens beide weer op hun plaats.
„O, ik zie het aan je oogen," riep zijn vrouw.
„Die theepot is iets bijzonders. Koop 'm, Louis,
koop 'm 1"
Lord Louis glimlachte. „Moet ik het arme
vrouwtje berooven van het mooiste dat zij heeft?
„Jij vindt het mooi, moeder O'Donnel stelt
er misschien heelemaal geen prijs op. En denk toch
eens aan, Louis, we konden immers merken dat
ze in moeilijkheden zit. Je helpt de stakkerd
meteen. Maar ik heb al aan je gezicht gezien, dat
je den pot graag wil hebben."
Lady Jill hield van recht door zee gaan toen
dan ook de oude vrouw even later in de kamer
terugkwam en zij thee dronken, begon zij zonder
eenige inleiding „Moedertje, mijn man is een groot
verzamelaar van antiek. Hij zou graag ook als
aandenken aan ons bezoek dien theepot daar en
den schotel van u willen koopen. Nietwaar, Louis
Lord Louis glimlachte. „Dat is precies wat ik
graag wilde."
Een vreemde uitdrukking kwam in de oogen
van moeder O'Donnel. „Nee, mevrouw, dat gaat
niet," zei ze kortaf. „Vindt u de thee goed?"
„O, heerlijk, maar...."
„Nee," riep het vrouwtje bijna heftig. „Dat wil
ik niet missen."
De verraste bezoekers zagen opeens, dat er tranen
in haar oogen stonden.
„Het is onze 'bedoeling niet, u te kwetsen," zei