904 VRIJDAG 16 DHCEMBER 1932 No. 29 ren dag en op een zeker uur in de postbus moet neerstrijken. Nee, ik heb geen zin vandaag. Mijn schrijf machine begon vanmorgen al met niet te willen, en toen ie weer wel wou, wou ik niet meer. En toen ik weer wou, wilden mijn gedachten niet mee, en zwierven naar buiten, en er was geen hou den aan. Ik stormde bij een collega binnen en riep in wanhoop Vriend, zeg me, waarover moet ik vandaag schrijven? Den eenen keer schrijf ik over regen, dan weer over storm, en nu ja, ga zoo maar door. Het is om wanhopig te worden. En ik weet niks vandaag, zie je, niks, heelemaal niks, en als ik aan iets begin, loopt het dood. Schrijf dan over niets, raadde mijn collega. Ik kan niets over Niets schrijven, als ik niet eens over een behoorlijk onderwerp iets kan zeg gen. Mist iri het park. Een zonnig beeld in een vaal grijze omgeving. Schrijf dan over oude to rens, zei mijn collega goeiig. Hebben we pas gehad. Over Kerstmis. Ben niet in de stemming. Nou, over de lente dan, zei m'n collega wanhopig. Ik zei niks meer en in de zwartst denkbare stemming trok ik af, vervuld van een hevige woede tegen het schrijversbestaan, tegen alle mogelijke onderwerpen, en zelfs tegen u, van wie ik veron derstel, dat ge trouwe lezer zijt van al mijn neergeschreven stem mingen. En zie: ik kwam buiten, en daar was de mist. Hij kwam uit den hemel gevallen als een redder in den nood, want niet alleen 'n Mistige morgen in Middelburg. Schrijven, schrijven, en nog eens schrijven. Stel u voor, dat ik nu vandaag eens zei: lieve menschen, ik geef er den brui van, ik heb er geen zin meer in, en ik doe het niet meer ook. Twee en vijftig keer op een jaar klim ik in mijn penhouder om jullie te schrijven, en nu moet het maar eens uit zijn, ik doe het niet meer!! Gelukkig ik zei alleen maar stel u voor. Ik ben heelemaal niet van plan om op te houden met schrijven, integendeel, ik hoop nog vele jaren op deze wijze voor het voetlicht te komen. Ik wilde u alleen maar een oogenblik laten voelen, dat men niet altijd in de stemming is om te schrij ven, terwijl het artikel onverbiddelijk op een zeke-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 8