No. 30 VRIJDAG 23 DECEMBER 1932 941
„Wees maar niet bang, Koko, de baas komt direct terug," zoo brengt hij
het schuwe dier tot kalmte. Dan loopt hij tusschen de geweren langs de kale
kastanjeboomen van het marktplein. Zijn blik gaat langs den slanken toren van
de oude kerk en langs het donkerrood geverfde belastingkantoor, waar het
monument van Moeder Kinzig vóór staat, wittig van rijp. Hij ziet drie kinderen
midden op de Markt een baantje afglijden, dan moet hij rechtsaf. Ze brengen
hem door de stille Rheinstrasse, en dan door de Gewerbestrasse naar het kan
tongerecht, 't hoofdkwartier der Fransche bezetting te Kehl. Slechts enkele
burgers kijken door de bevroren ruiten neer op de zes mannen, die voorbijgaan.
Achter hen loopt een kleine jongen. Hij huilt misschien uit angst voor
zijn vader, misschien van de kou.
Dat was den 18en Februari 1919.
III. „JE BENT EEN
In een ruim vertrek van het kanton-
gerecht zit de arrestant te wachten FRAN SC H MAN!"
te wachten en zich te ergeren over
die bespottelijke tijdverkwisting. Aan
den muur tegenover hem tikt een Schwarzwalder klok. De ijzeren sparappels
schommelen langzaam, het werk brengt wat leven in de schemerige stilte.
Stuk voor stuk gaan de minuten voorbij, en de onderwijzer Schwartz
merkt op, dat het vrije kwartier voorbij is. Nu wachten ze al opi hem, in de
school. Wie weet wat die troep jongens uithaalt, zonder onderwijzer, 't Is te
hopen, dat Ludwig, de oudste jongen, het commando op zich neemt en de
orde handhaaft. Dat stom-vervelende tijdvermorsen Hij zou wel op willen
staan en gewoon wegloopen naar zijn leerlingen, aan zijn vreedzamen ar
beid gaanmaar de soldaat, die bij de deur tegen den muur staat te hangen,
het geladen geweer met bajonet tusschen de knieën, terwijl zijn bruine vingers
een sigaret draaien, die vreemde soldaat is een levend, duidelijk „neen".
Eindelijk gaaf de deur open, er komt een officier binnen, gevolgd door
een klerk in uniform. Hij gaat zitten. De schildwacht wordt weggestuurd, en
nu de omgeving zooveel vreedzamer is, spreekt de man met de goudgalons
heel vriendelijk. Hij houdt traag-elegant zijn sigaret vast. Het spijt hem ont
zettend, zoo zegt hij, dat hij den hooggeachten heer Schwartz zoo lang heeft
moeten ophouden, maar hij moest helaas eerst even met Straatsburg telefo-
neeren, en hij kon niet zoo gauw verbinding krijgen. Maar nu schoten ze op,
nog een enkele onnoozele formaliteit, en meneer Schwartz kon weer naar huis
aan zijn werk gaan. Ze moesten alleen een paar dingetjes vragen, het commando
op de vesting dat zou meneer Schwartz wel niet kwalijk nemen..
De officier staat op. Zijn adjudant doet de deur open. Beleefd laten zij
den Duitscher voorgaan. In de vestibule, bijna op den drempel, staan weer
vier soldaten. Hun lange bajonetten schitteren in het licht der electrische
lampen. De klok aan den muur maakt een schrapend geluid, en geeft snel, met
een zagend geluid, drie zwakke dunne slagen, door een klein houten vogeltje
nagebauwd.
Op datzelfde oogenblik kwam een schoolmeisje, door den oudsten jongen
gestuurd, in het huis Blumenstrasse 17, om te informeeren, waar de onderwijzer
blijft. Grootmoeder Schwartz zit bij de kachelverbaasd kijkt zij op.
„Hé, is mijn zoon er nog niet Dan zal hij onderwijl wel gekomen zijn. De
Franschen zijn hem komen halen, maar hij zou direct terugkomen. Hij is er
misschien nu al...."
Vóór het kantongerecht staat een Fransche militaire auto. De vriendelijke
officier stapt in, en verzoekt Schwartz, eveneens plaats te nemen. Het lijkt
Typisch puntje in oud Straatsburg, de
stad waar de lijdensgeschiedenis van
Schwartz een aanvang nam.
Bij het opmaken van die
bevolkingslijstcn valt het oog
der Franschen op den voor
naam Paoli heelemaal geen
Düitsche voornaam. Zou een
duistere macht geholpen heb
ben, door een wenkje te geven?
Het is niet uit te maken. In
ieder geval, op het bevolkings
bureau der bezetting verwon
dert men zich over den naam
Paoli, een der voornamen van
den onderwijzer Schwartz, die
Blumenstrasse 17 te Kehl woont.
En men verbaast zich nog
meer, als men leest, dat die
Paoli Schwartz den 9en Maart
1886 te Corte, op Corsica, ge
boren is.
Op Corsica geboren?
Maar dan is hij toch
Franschman
Alfons Paoli Schwartz heeft
nooit anders dan verbazing over
deze bewering kunnen gevoelen.
Eerst veel, veel later kwam
hij te weten, dat in 1889 een
nieuwe bepaling in de Fransche
wet was opgenomen n.l.
deze
Ieder kind, zoowel van
Fransche als van buitenland-
sche ouders, dat op Fransch
grondgebied geboren werd, was daardoor Franschman, tenzij zijn ouders,
voogd of het kind zelf later een schriftelijke verklaring van andere natio
naliteit aflegden.
Er wordt verder gesnuffeld en het blijkt, dat Paoli Schwartz den heelen
wereldoorlog heeft meegemaakt aan den Duitschen kant.
Dat is verraad Dat is misdaad De grootste misdaad ter wereld
Een half uur na deze ontdekking is het bevel tot inhechtenisneming
uitgevaardigd. Gewoonlijk werkt het bezettingscommando langzaam, met
bureaucratische zwaarwichtigheid maar hier heet het óanpakken, vlug,
vooral vlug vóór de schurk kan ontkomen. Slechts weinige kilometers
scheiden hem van het onbezette gebied. Hij moet gegrepen worden, aanstonds,
nu
Een officier en vier minderen, met bajonet op 't geweer, begeven zich
onverwijld naar het huis Blumenstrasse 17. Vlug, anders is Paoli Schwartz
gevluchtWie zoo'n misdaad op zijn geweten heeft, denkt natuurlijk aan niets
anders dan aan de vlucht.
De korte, zenuwachtige stappen der Fransche infanteristen galmen door
de leege straten van het kleine stadje Kehl.
Hij denkt echter aan geen vlucht, de gewezen Duitsche soldaat Alfons
Paoli Schwartz. Hij heeft een zuiver geweten hij heeft zijn plicht gedaan
voor zijn vaderland, voor Duitschland. Hij denkt niet aan vluchten hij hóeft
zich niet in veiligheid te brengen, want alles is volkomen in orde. Als dat
niet zoo was, had hij al veel vroeger kunnen vluchten, vóór de troepen van
Hirschauer kwamen een uur, een half uur geleden nog
Maar nu niet meer.
Nu rollen de dobbelsteenen van zijn jammerlot.
Nu begint zijn voorbeeldelooze, dertienjarige lijdenstocht.
Reeds naderen de vijf Franschen. Hun wapens schitteren in de winterzon.
Zij marcheeren de Rheinstrasse door gaan linksaf, naar de Markt. Achter
de gordijnen en luiken staan angstige menschen. Waar gaan ze heen, die vreemde
soldaten Wien gaan ze nu weer halen
Voor het perceel Blumenstrasse 17 blijven zij staan. Zij nemen de geweren
van de schouders. Eén blijft er op post staan, op de onderste trede van het
rood-zandsteenen stoepje. Een tweede betrekt de wacht in het beneden-
portaal. De officier klopt op de tweede verdieping aan de linksche deur, waar
drie namen van bewoners op het briefje staan.
De twaalfjarige schooljongen Emil Schwartz, zoon van den onderwijzer
Paoli Schwartz, doet open. D* drie Franschen gaan naar binnen, en loopen
door naar de keuken, waar een oude vrouw, de moeder van Schwartz, naast
de kachel zit. Zijn vrouw had hij reeds vroeger verloren. Schwartz zelf komt nu
uit de achterkamer, jas aan en hoed op, klaar om uit te gaan. Hij moet om twee
uur weer les geven.
„Bent u Alfons Paoli Schwartz, geboren te Corte op Corsica vraagt
de officier.
De aangesprokene antwoordt bevestigend.
„Dan moet u mee naar 't Hoofdkwartier
Er wordt geen woord van verklaring aan toegevoegd. De blanke bajonet
ten omschrtteren den arrestant. Hij kan zijn oude moeder niet meer omhelzen,
maar hij ziet, hoe zij schrikt, en hij roept haar toe
„Natuurlijk een vergissing ik ben zóó weer terug
Hij loopt de keuken door, en dan de voorkamer in een kooi is een bonte
papegaai aan 't turnen hij blaast tegen de vreemde uniformen.