JKetetaoond
Marga bloosde en wierp het kind een bestraffenden blik toe. Maar Dick
liet dit oogenblik niet ongebruikt voorbijgaan. „De jongen heeft gelijk, Marga,"
viel hij in, ,,de weg is stoffig en het duurt nog lang voor wij in de stad zijn.
Neem mijn plaats op het paard over."
Zonder haar antwoord af te wachten, liet hij zich van zijn paard glijden
hij sloeg zijn armen om haar heen en voor zij wist wat er gebéurde, zat zij op
het paard. De blos werd tot een dieprood, maar hij scheen niets te merken en
zette het kind, dat zij aan de hand gehad had, eveneens in het zadel. Toen liep
hij rustig naast het paard verder.
Terwijl zij zoo genoeglijk naast elkaar voortgingen, passeerden zij een
woonwagen, die door Steve bestuurd werd.
„Nee maar, nu moet je dat daar zien I" riep hij moeder Katie, die uit een
der vensters hing, toe. „Het wordt hoe langer hoe mooier. Daar rijdt ze nota
bene naast hem, alsof ze zijn eigendom is. Dat is me een mooie geschiedenis I"
„Houd je gezicht," zei moeder Katie bits. „Ik snap niet, waar je je mee
bemoeit. Het gaat je niks aan."
„Wis en waarachtig gaat het mij aan Het gaat ons allemaal aan Waar
moet dat op die manier naar toe Luister, ik wil de waarheid weten, en niks
anders dan de waarheid, begrepen Wat is er tusschen die twee
„Weet ik het antwoordde moeder Katie met een licht schouderophalen.
„Overigens zou ik zoo zeggen, dat Marga oud genoeg is om op zichzelf te pas
sen."
„Zoo, zou je dat denken hoonlachte Steve. „In ieder geval zal ik toch
zoo vrij zijn, een oogje in 't zeil te houden."
„Ik geef je in overweging, dat maar niet te doen," ried de oude vrouw
hem aan. „En afgezien van het feit, of er iets bestaat tusschen mijnheer Jack
en Marga, heb jij toch geen schaduw van kans. Dus spaar je de moeite."
„Dat zullen we zien zei hij met een verwensching.
Geheel en al onbewust van den storm, dien zij veroorzaakt hadden, ver
volgden Marga en Dick hun weg, tot zij bij de buitenwijken van de stad kwa
men.
„Ik wil hier liever afstijgen," zei zij.
„Goed," antwoordde Dick. Voorzichtig tilde hij eerst het kind en ver
volgens Marga van het paard, waarna zij in haar woonwagen verdween.
Nauwelijks een kwartier later bereikten zij het plein, waar de kermis gehouden
werd, en onmiddellijk begonnen de zigeuners hun kamp op te slaan. Het was
de eerste maal, dat Dick een kermis niet als bezoeker maar als medewerker
meemaakte, en hij glimlachte bij zichzelf, als hij bedacht wat voor een gezicht
de gravin wel trekken zou, als zij hem daar eens te midden van al die paarden
zag staan. Inderdaad, wat zou de gravin wel zeggen enen Irene Toen
hij aan haér dacht, voelde hij een pijn in zijn hart. Maar hij verdreef de gedach
te aan haar en ging aan het werk. Eensklaps hoorde hij de stem van oom Jake
naast zich.
„En, mijnheer Jack," wendde de zigeuner zich tot hem, „hoe gaat het
met de gezondheid
„Dank je, opperbest! Ik zou haast zeggen, het kan niet beter. Maar waar
om informeer je zoo belangstellend naar mijn gezondheid, oom Jake
„Omdat ze u in den worstelring noodig hebben," antwoordde oom Jake
met een sluw lachje. „Lange Willem is gestruikeld en heeft zijn enkel verstuikt
en u bent de beste man, die voor dat doel kan invallen."
HOOFDSTUK XIV
Dick keek lichtelijk verbaasd op en staarde een oogenblik voor
zich uit.
„Is er niemand anders vroeg hij. „Ik kan toch bezwaarlijk de paarden
in den steek laten. Even aarzelde hij toen voegde hij er rondweg aan toe
„Ik voel bovendien niet veel voor dergelijke demonstraties."
„Neen, er is niemand anders," zei oom Jake. „U bent de sterkste man van
ons kamp. Bovendien begrijp ik niet, dat u er nu eensklaps niets meer voor
schijnt te voelen. Op de kermis te Cumberleigh scheen u er toch heel anders
over te denken."
„Juist, en nu voel ik er niets meer voor," weerde Dick af.
„Dat zaakje met de paarden brengt meer duiten in 't laatje, wat
hoonde Steve, die naderbij gekomen was.
(Wordt vervolgd)