ALWEER EEN JAAR Twee verzuchtingen op 1 Januari. DE OPTIMIST: R. I. P. DE PESSIMIST: 970 VRIJDAG 30 DECEMBER 1932 No. 31 Hoera, Nieuwjaar alweer Nieuwjaar Daar maken we eens netjes feest van. Een mensch moet blij zijn, zeg ik maar, wanneer ie nog een jaartje mee kan! Al is het 's zomers nog zoo heet de zee heeft water bij de vleet In 't voorjaar, als het groen ontspruit slaat levenslust me vlammend uit. Ja ja, Nieuwjaar alwéér Nieuwjaar Daar maken ze waarachtig feest van Feliciteeren jullie maar ik heb er uitgezocht de p. an. Ik heb het 's winters veel te koud dan voel ik me kaduuk en oud. Ik heb het 's zomers veel te heet je bent gesmolten voor je 't weet. In 't voorjaar, als het groen ontspruit, krijg ik weer sproeten op mijn huid. In 't najaar, als het loof verdort, ben 'k bang, dat 't influenza wordt. Dus alle dagen van het jaar voel ik me moedeloos en naar Waarom, o broeders klein en groot, alwéér een jaar, en nog niet dood? E. STANS. Al is het 's winters nog zoo koud, ik voel me fit en sterk en boud Dus alle dagen van het jaar voel ik me jong, van zessen klaar. Hoera, kornuiten klein en groot Alweer een jaar, en nog niet dood In 't najaar, als het groen verdort, heb ik weer dubbel zin in sport.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 10