KCLOK DOOR J, J. BELL Uitslag van de Prijsvraag uit het Premieboek „De verdwenen Erfgename 986 VRIJDAG 30 DECEMBER 1932 No. 31 Niettegenstaande de mooie eti kostbare antieke meubilee ring gat de kamer toch een gevoel van ruimte. De aangename warmte was te gelijkmatig, om alleen te kunnen ontstaan uit den vroolijken gloed in den ouderwetschen haard, die de hoofdgedachte scheen te zijn in het algemcene plan der meubileering. Ongeveer midden in de kamer stond een schrijf tafel, zoo geplaatst dat de man, die in 'n ziekenstoel daar bij zat, met de minst mogelijke inspanning het hoofd kon wenden van het raam naar den haard. Hij leek 'n oud man, hoe wel hij nauwelijks zestig was. Zijn haar en baard waren grijs. Hij was zeer mager, maar zijn hand, die in ecnige documenten bladerde, was vast en zijn in gevallen oogen zagen verwonderlijk helder. Zijn beweeglijke bleeke lippen deden een vriendelijken, zelfs teederen aard vermoeden, maar toch konden ze in het verborgen bitter en grimmig lachen. Dit was Christopher Craig, iemand zonder maatschap- pelijken rang of beteekenis. Toch had hij vijf jaar geleden de Kaapkolonie verlaten met een belang rijk vermogen in geld en aandeelen en bovendien een half millioen aan diamanten. Dit was bekend aan twee personen, die op dit oogenblik op weg waren om hem te bezoeken. En hij wachtte op deze beide mannen, zijn vroegere vrienden en vertrouw de compagnons uit den ouden Zuid-Afrika-tijd, om hun mee te deelen, dat hij spoedig sterven zou. Plotseling nam hij zijn pen en schreef zonder op houden een half uur achter elkaar. Daarna scheen hij, even plotseling, niet verder te kunnen. Op het zelfde oogenblik werd de deur geruischloos openge daan, en een man van middelbaren leeftijd, in het zwart gekleed, met een glad geschoren, streng ge zicht en haar dat begon te grijzen, kwam binnen en ging in de houding staan. „Wat is er, Caw „Monsieur Guidet is gereed, mijnheer." De heer scheen zich op te richten. „Zeg Guidet dat hij hier komt. Ik denk, dat hij je hulp noodig heeft." „Neemt u mij niet kwalijk, mijnheer, maar mag ik dokter Handyside nu niet gaan roepen „Verdekseld, Caw Doe wat je gezegd wordt." Caw boog zijn hoofd en ging weg. Het was juist twintig jaar geleden, dat Christopher Craig hem uit de goot had opgeraapt en hem de kans op een nieuw leven gaf, die de wereld hem scheen te ont- zeggen. Kort daarna kwam hij terug met monsieur Guidet Zij liepen langzaam en voorzichtig, want zij droegen Hieronder lalen wij een gedeelte ooigen oan den nieuwen roman, welke deze week in de bekende serie oan de Hollandsche Bibliotheek is uitgekomen. Wij kunnen dit werk met groote gerustheid aanbeoeleu, omdat wij bij ooorbaai weten dat de lezers ooer dit oerhaal buitengewoon teoreden zullen zijn. De redactie oan de Hollandsche Bibliotheek spant zich steeds in haar publiek de beste romans te brengen welke verkrijgbaar zijn en ook deze roman zal ooor zijn ooorgangers stellig niet onderdoen. De interessante intrigue welke de schrijoer gekozen heeft, boeit oan het begin tot het einde. Het is een oerhaal oan avonturen, liefde en haat: in 't kort een boek. gelijk er tegenwoordig maar zeer weinig geschreoen worden. II ij sporen l aan dit boek aan te koopen en zijn et oan overtuigd, dat IJ ons oordeel in alle opzichten zult bevestigen. De prijs kan werkelijk geen bezwaar zijn: 17 cenl ooor een ingenaaid, of 70 cent ooor een gebonden exemplaar in prachtband. Onze bezorgers zijn oer/dicht U onze boeken geregeld aan ie bieden. Franco toezending per post volgt na ontvangst oan een postwissel groot 22 of 80 cent resp. vooreen ingenaaid exemplaar of een gebonden in luxe prachtband. een zwaar en naar het leek breekbaar voorwerp ttisschen hen in. „Begin maar," zei Christopher, „en waarschuw me als je klaar bent." Hij sloot de oogen. Er was bijna een uur verstreken, toen hij ze open de in antwoord op de stem van zijn huisknecht. „Monsieur is klaar, mijnheer." Christopher Craig richtte zich plotseling op en nam 'n groote, dikke, gezegelde enveloppe uit een lade. „Caw, neem je fiets en breng dit naar de post. Laat het stuk aanteekenen. Geef Guidet een stoel -daar neen, dichterbij. Zoo is het goed. Bestel een rijtuig om monsieur naar de boot te brengen. Ik heb wat met hem te bespreken, terwijl je weg bent.... monsieur, kom hier zitten." Toen Caw de kamer verliet, kwam de Fransch- man van zijn volbrachten arbeid om aan de uit- noodiging van zijn beschermheer te voldoen. Hij was een beweeglijk, gezet mannetje, dat vroolijk keek, niettegenstaande hij met zijn gezin eenige maanden geleden droevige armoede had geleden. Hij lachte heel gelukkig, toen hij plaats nam op den stoel naast de schrijftafel. Hij zou nu het saldo van zijn rekening ontvangen, die volgens overeenkomst tweehonderd pond bedroeg. Hij had daarvoor de klok en de kast gemaakt, die nu, volkomen sluitend, de nis in den muur vulden. Van buiten gezien was er niets ongewoons aan de klok. Het bovenste derde gedeelte van de kast be vatte het uurwerk. Het had een eenvoudige witte wijzerplaat. De wijzers stonden op twaalf uur. De kast was van dik spiegelglas, aan de hoeken ver bonden door randen van verguld metaal. Er was geen sluiting zichtbaar, waarmee de kast kon ge opend of gesloten worden. Het geheel zag er prach tig verzorgd uit. Alleen de slinger was versierd met de bekende stralende zon, waarop diamanten waren aangebracht. Men kon zich voorstellen, hoe het zou schitteren als de slinger heen en weer ging. Op het oogenblik was hij in rust. Hij werd tegen den rechterwand van de kast tegengehouden door een lus van zijden draad, dat door een klein gaatje in het glas was gestoken en aan een dun spijkertje in den hoek van de nis was vastgemaakt. Een knip met de schaar de draad ingehaald en het uurwerk zou loo- pen. Het ecnige, werke lijk zonderlinge aan de heele zaak was het onder ste derde gedeelte van de kast. Dit was gevuld met een dikke smaragd groene vloeistof met een vreemde kleurwisseling. Onder de nis was een plaatje van ebbenhout aangebracht, waarop met duidelijke letters stond Gevaarlijk. Christopher Craig sloeg zijn chequeboek open. „Ik vertrouw er dus op, dat uw klok aan al de eisphen van onze overeenkomst voldoet. Wilt li me uw woord daarop geven, monsieur?" „Mr. Craig, ik geef u mijn woord van ter, dat de klok een jaar en een dag zal loopen dat zij op den bepaalden dag, binnen twee uren vóór of na het uur waarop zij aan den gang is gebracht, zal stil staan dat zij achtenveertig uren voor zij stilstaat een wekker zal doen afloopen dat zij om twaalf uur in den middag en om middernacht zal slaan en dat zij, als het op het laatst loopt.. „Het is goed, monsieur." „Maar nog meer Ik geef u meer dan mijn woord. De eer van mijn werk is mij veel waard. Ik verzoek u op het ooeenblik slechts de helft van het geld te mogen ontvangen, en de andere helft als tl met eigen oogen hebt gezien...." „Ik ben tevreden. Ik vertrouw u, monsieur Guidet, want de klok zal niet eerder op gang ge bracht worden voor ik weg ben." „Weg ben Het mannetje keek hem verbluft aan. „Uw klok moet de wenschen van een overledene ten uitvoer brengen." „O Guidet begreep het ineens. Alle blijdschap verdween van z'n gezicht. Hij beschouwde dezen man, die hem uit een aantal sollicitanten, die op de advertentie hadden geschreven, had uitver koren, als zijn weldoener, zijn redder. „Maar voor- loopig nog niet, voorloopig nog niet riep hij ontroerd uit. Christopher was getroffen. Het mannetje scheen geschokt te zijn, hoewel hij hem niet langer dan drie maanden kende. Maar toch had hij hem dage lijks opgezocht in de kamer, die hij Guidet voor zijn werk had aangewezen, en de beschermheer had belangstelling gekregen, zoowel voor den man zelf, als voor zijn genie. De gevraagde woorden zijnMahonie, Stolp, Diana, Zeis, Heien. Best. Drek, Cider, Vod en Voeg. terwijl de geheele zin luidt: Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast. Hoofdprijs, zijnde een open, eiken boekenkast viel ten deel aan A. Brak. Alb. Cuypstraat 44. Zwolle. De overige prijzen f 2.50 elk. aan W. Nijland, Lichtenvoordscheweg 9, Groenlo; A. F. Kriek, Hoogl. Kerkgracht 11, Leiden: Mej. A. v. Montfort, Kapel in 't Zand 126, Roermond; M. Regenhardt, Baronielaan 267. Breda; H. Meijboom, Rijks straatweg 441, Haarlem (N); R. de Ree. J. P. Koenstraat 58. Utrecht; Mej. S. H. Oetler, Kerkstraat 32a. Groningen J. Reinders, Hoofdweg 1230. Nieuw Vennep; C. Verwaal, Vijverstraat 4, Gouda; T. Schrap, Berg- akkerweg,NunspeetA. Frederiks, Steinstraat 2, Vlaardingen; L. Dode- mont. Trompstraat 28, Nijmegen; Mevr. van Lunestorf-Wallenburg, Lavendelstraat 17, Hilversum; G. v. Dalen, Dortmanslop 6, Vlissingen Mevr. de Wit, Vijzelstraat 29 bv.. Amsterdam (C): W. v. d. Linden, Hoog-BloklandC. Guttmann, Celebesstraat 14, Leeuwarden; J. Jacobs- Lafleur, Houthemerweg 22. Valkenburg; J. H. Halstein, Vogelzang 11, Drachten; L. v. Kuijk, Ploegstraat 167, Ginneken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 26