„3k vind 't koud" - „3k ook 990 VRIJDAG 30 DECEMBER 1932 No. 31 soda bediend te hebben, de ontvangkamer wederom betrad, trof hij daar Irene aan, die in diep gepeins verzonken tegen den schoorsteen leunde. Hij besloot meteen zijn kans waar te nemen en er geen gras over te laten groeien. „Ik ben blij je eens alleen aan te treffen, Irene," begon hij, terwijl hij vlak voor haar op het haardkleedje ging staan, „want ik wilde iets van het grootste belang met je bespreken." Irene bloosde en haar hart begon sneller te kloppen. Zou hij de zaak van Dick op het oog hebben „Ik vraag me af, of je eenig idee hebt, wat het zijn kan," vervolgde hij, terwijl hij zich onder den blik van haar eerlijke, zielvolle oogen minder op zijn gemak begon te gevoelen. „Nee," antwoordde zij op zachten toon. „Maar ja, misschien weet ik het toch wel," voegde zij er aan toe, terwijl zij de oogen neersloeg. „Ja, lieve Irene," vervolgde hij, terwijl hij zich lichtelijk naar haar toe boog cti met berekende bewondering haar gratieuze meisjesfiguur opnam, „ik kan mij bezwaarlijk voorstellen, dat de gedachten en gevoelens, welke mijn hart beroerd hebben, je ontgaan zouden zijn. Nooit hebben mijn gevoelens ten aanzien van jou mij zoo overweldigd als sinds ik den laatsten keer thuis gekomen ben, en je in je schoone vrouwelijkheid heb leeren kennen." Toen Irene opnieuw de oogen naar hem opsloeg, lag er zulk een blik van verbijstering en teleurstelling in, dat de graaf nog verder van streek raakte. „Men zegt," vervolgde hij, heel wat minder zeker van zijn zaak, „dat een vrouw onmiddellijk voelt, wanneer zij bemind wordt en ik vertrouw dan ook, dat je allang begrepen zult hebben, dat mijn geheele hart je toebehoort, kortom, dat ik je liefheb, Irene." Ditmaal bewoog zij zich niet, maar in haar oogen kwam zóó'n uiting van intensieve vrees, dat de graaf thans geheel en al uit zijn evenwicht raakte. Toen zij bleef zwijgen, vervolgde hij „Ik heb getracht je op mijn manier te zeggen, wat er in mij omgaat, Irene, dat het geluk van mijn leven op het spel staat, dat het in jouw macht ligt mij tot den gelukkigste, of den meest ellendige aller stervelingen te maken. Wil je mijn vrouw worden, Irene Zij opende haar lippen, maar was niet in staat ook maar één klank voort te brengen. Haar oogen, die wijd opengesperd stonden van angst, zeiden echter meer dan boekdeelen hadden kunnen doen. „Ik heb je laten schrikken, kindlief," mompelde hij, terwijl hij haar hand in de zijne nam. „Maar het is allerminst mijn bedoeling, je tot een overijld besluit te dwingen. Beloof me, er eens rustig over na te zullen denken." De aanraking van zijn hand scheen haar tot de werkelijkheid terug te roepen. Met een ruk trok zij haar hand uit de zijne en zij deinsde achteruit. „Nee, onmogelijk 1" riep zij uit. Zijn gelaat werd vaalbleek, en gedurende een on derdeel eener seconde kwam er een afschuwelijke glans in zijn fletsblauwe oogen. „Nee?" herhaalde hij. „Dat kun je vast en zeker niet meenen, Irene. Je kunt het niet meenen, dat je mijn vrouw niet wenscht te worden." „Ja, ja zeker, ik meen het wel degelijkantwoordde zij met zoo'n ernst, alsof zij wilde te kennen geven, dat zij in deze zaak haar laatste woord gesproken had. „Het zou mij absoluut onmogelijk zijn. Laten wij nergens meer over spreken, en vergeten, dat je ooit iets dergelijks tegen mij gezegd hebt. Ik zal trachten er nooit meer aan te denken, en.en laat mij nu gaai", Scy.ttour." „Ik krijg den indruk, dat je niet weet, wat je zégt," stiet hij uit, alsof hij zich niet voorstellen kon, dat zij hem den graaf een weigerend antwoord kon geven. „Ik heb je overrompeld. Weinu, ik ben bereid je tijd te laten om een en ander eens rustig te overdenken." „Nee, nee, en nogeens nee viel zij op zeer beslisten toon in. „Daarvoor heb ik geen uur en geen minuut noodig. Het zal nooit gebeuren, nooit of te nimmer. Laat mij nu gaan, Seymour. Ik.ik ben moe en De tra nen sprongen haar in de oogen. „En wou je me dan zóó hier laten staan vroeg hij, zichzelf nauwelijks meer meester. „Wou je dan beweren, dat je er nooit iets van gemerkt had, dat ik je liefhad, dat ik je aanbad? Wist je werkelijk niet, waarover ik met je spreken wilde „Ik wist het niet," stamelde zij. „Op mijn woord, ik wist het niet. Ik dacht, dat het over Dick zou gaan." „Dick?" siste hij haar toe. „Dick?" Er flikkerde iets in haar oogen, dat hem waarschuwde niet verder te gaan. „Als ik een vriend van je beleedigd heb," vervolgde hij, „bied ik je hierbij mijn verontschuldigingen aan. Maar vergeet niet, dat mijn liefde voor jou me zoo spreken deed. Ik duld niemand naast me en zeer zeker niet iemand, die niet waard is, dat hij ook maar den zoom van je kleed kust. Ik zal het bewijs leveren, dat hij niet deugt. En nu vraag ik je voor de laatste maal wil je mijn vrouw worden Zij opende haar lippen om nogmaals haar absolute weigering te herhalen, maar haar hand naar haar keel brengend, alsof zij op het punt stond te stikken, verliet zij de kamer. (FOTO CABERECL) Onthutst bleef Seymour op het haardkleedje achter, met een uitdrukking op het gelaat als van een geslagen hond. Maar spoedig herstelde hij zich. „Ik zal mijn dag afwachten," mompelde hij bij zichzelf. „Met mij zul je trouwen, met mij, en met niemand anders." Toen ging hij de kamer uit, en in gedachten van zeer onprettigen aard verdiept, liep hij het terras over en het park in. „Neem me niet kwalijk, mijnheer, maar ik schrik me een ongeluk." Verbaasd keek de graaf naar de donkere gedaante, die daar plotseling voor hem opgedoken was hij herkende Giles, den tweeden stalknecht, die met een paard aan den teugel blijkbaar op weg was naar de stallen. „Ik ben naar de kermis in Markham geweest, mijnheer," legde hij uit, „en heb er een paard gekocht." „Zoo," viel Seymour in, „ik hoop, dat je een goeden greep gedaan hebt." „Ik geloof het wel, mijnheer," antwoordde de man. Even aarzelde hij toen voegde hij er aan toe „Neem mij niet kwalijk, maar ik moet u iets ver tellen, mijnheer. Mag ik morgen even bij u komen Het betreft mijnheer Dick." „Mijnheer Dick vroeg de graaf verbaasd. „Wat is er met hem „Ik heb hem gezien, mijnheer," antwoordde de man, terwijl zijn stem tot 'n gefluister daalde, „en niet bepaald onder de prettigste omstandigheden." HOOFDSTUK XVI. Langzaam ging Irene de trappen op, tot bij de gang toen zette zij het op een Ioopen, alsof zij vreesde, dat Seymour haar achtervolgen zou. Snel sloot zij de deur van haar kamer achler zich en zij bleef met de hand op haar boezem, trillend over al haar ledematen, midden in het vertrek staan. Snikkend liet zij zich op haar bed vallen. Seymour had Dick een onwaardige genoemd, iemand, die niet eens 't recht had den zoom van haar kleed te kussen. En zij had dit gruwelijke moeten verduren, zonder met één woord zijn verdediging op zich te kunnen nemen. Eensklaps meende zij een snik te hooren. Het geluid kwam uit de kamer van de gravin. Zou zij wellicht ziek zijn Ondanks haar angst, Seymour in de gang te zullen ontmoeten, hielden haar betere gevoelens de overhand, en de deur ontsluitend luisterde zij ingespannen. Alles bleef stil, maar zij zou onmogelijk hebben kunnen inslapen met de gedachte, dat er iets met de gravin niet in orde was. Op haar teenen sloop zij tot aan haar slaap kamer en klopte toen op de deur. Er verliep bijna een minuut, voor er ant woord kwam toen deed zich de stem der hertogin hooren (Wordt vervolgd)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 31