AFSLUITING oer NEUSGATEN RUIMTE WAARIN DE UITGEADEMDE LUCH1 CHEMISCH GEZUIVERI WORDT Een onoplosbaar probleem, zeggen sommigen, als de veiligheid voor de bemanning van onder zeeërs ter sprake komt. Als 't dat is, dan moet de schuld gegeven worden aan.neen, nog niet eens aan den oorlog op zichzelf, maar aan de verfoeilijke onmenschelijkheid, die in den krijg, ondanks alle beginselen en overeenkomsten, maar al te gemakkelijk optreedt. Gelijk men in het vervolg van dit artikel zal zien, zijn de bezwaren tegen verschillende reddingsmiddelen gegrond op wantrouwen jegens den mogelijken vijand men acht dien in staat, gemeenen moord te plegen op verongelukten, schipbreukelingen, weerloozen En we moeten zeggen ja, als er zóó oorlog ge voerd wordt, houdt ongeveer alles op. Maar dan houdt óók de onschendbaarheid van de ambulances op, en wordt er geen acht geslagen op de stem der witte vlag, en is de krijgsgevangene niet veilig meer kortom, als alle menschelijkheid zwijgt, zijn ook alle vindingen der menschlievende weten schap nutteloos Moeten we het karakter van een vijand in een toekomstigen oorlog (moge die nooit komen inderdaad zóó laag aanslaan Het zou meer dan treurig zijn. En trouwens - al werkten de reddingsmiddelen, die wij bespreken zullen, alleen maar gunstig in normalen tijd, als geen waanzin van moord en bloeddorst volken vergiftigt, dan konden er toch al vele menschenlevcns door behouden worden, zooals wij uit voorbeelden van den laatsten tijd weten. Bij het verongelukken van de Britsche M. 2 kwamen er 62 menschen om, hoewel zij voorzien waren van een reddingsapparaat, de „kunstlong". Die toestelletjes schijnen dus niet gewerkt te hebben maar daar is niet mee gezegd, dat ze niet helpen kunnen Er zuilen alleen verbeteringen gezocht moeten worden. Die kunstlong brengt, als het goed gaat, de mannen aan de oppervlakte, waar zij er dan natuurlijk nog niet beter aan toe zijn dan 'n gewone schipbreukeling zij moeten, zonder eten of drinken, wachten tot zij worden opgepikt maar zij kunnen tenminste ademhalen zonder verdrinkingsgevaar. De oogen zijn be schermd door 'n goed afsluitenden bril, de neus is door een klep of klem afgesloten. Adem wordt gehaald door een buis in den mond, die in ver binding staat met een kamer, waarin bepaalde drogerijen de uitgeademde lucht zuiveren, en waaraan een zuurstof-cylinder bevestigd is. Andere schepen zouden allicht hulp kunnen brengen, althans probeeren de manschappen uit een gezonken onderzeeër te redden, als men maar wist, waar de verongelukte duikboot lag. Welnu, zegt men, geef iedere duikboot een drijver mee, die gemakkelijk kan worden losgelaten, naar de oppervlakte rijst, en met licht enz. de plek van de ramp aanwijst.Door den geïsoleerden kabel,waaraan de boei vastzit, kan tevens lucht worden ingezogen. Daar wordt tegen ingebracht, dat „de vijand" die signaalboei stuk kan schieten. Ja, de vijand kan óók een machteloozen gewonde afmaken als een dier. Maar daarom gaat men het volken recht en het Roode Kruis nog niet opdoeken Weet de buitenwereld eenmaal, waar het ongelukkige vaartuig ligt, dan kunnen langs kabels reddingskamers worden neergelaten naar den onderzeeër, waar de manschappen in kunnen klimmen, om vervolgens naar boven te worden geheven als met een lift. Maar natuurlijk is er met die liften niets te beginnen, zoolang men de plek van de ramp niet kent. Slechts één reddingsmiddel zou onder alle omstandigheden doen, wat er gedaan kon worden, namelijk de ingebouwde reddingskamer. Deze inrichting komt hierop neer één der vertrekken van het schip kan zich losmaken van de gezonken duikboot en met de bemanning naar de opper vlakte rijzen, waar zij blijft drijvên als een reddings boot. Voorshands worden er nog moeilijkheden ge opperd tegen dit reddingsmiddel, zoo eenvoudig en betrekkelijk afdoend als het schijnt. „Door zoo n inbouw wordt de duikboot te zwaar," zeggen de bouwers, „vooral, omdat tegenover dit gewicht in de voorste helft een gelijk gewicht in de achter helft moet worden aangebracht." Maar ook dit is een kwestie van verbeteringen, van een andere inrichting, die aan die bezwaren tegemoet komt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 23