No. 32 VRIJDAG 6 JANUARI 1933 1023
haar over haar voorhoofd viel. Eerst toen het drietal het kampvuur ge
naderd was, stond Marga op.
Haar eerste gedachte was, dat de burgemeester of eenige andere autori
teit der naburige stad met zijn vrienden uit nieuwsgierigheid een kijkje kwam
nemen in het kamp, iets wat lang niet tot de zeldzaamheden behoorde. Met
samengevouwen handen en neergeslagen oogen bleef zij voor hen staan, tot
Seymour haar min of meer op beschermenden toon aansprak.
„U bent zigeuners, naar ik meen te mogen aannemen vroeg hij. Maar
toen het kampvuur even opflikkerde en het licht op haar gelaat viel, deed
hij onwillekeurig een stap terug en tikte aan zijn hoed. Zelfs de laaghartigste
naturen deinzen vol eerbied achteruit, wanneer zij plotseling voor een inen-
schelijk wezen komen te staan, dat zuiverheid en lieftalligheid in zich ver-
eenigt. En er was iets in de kalme uitdrukking van haar gelaat en haar hou
ding, dat hem ontzag inboezemde.
„Inderdaad, wij zijn zigeuners," antwoordde zij en de muzikale stem
verraste hem en scheen hem verlegen te maken. „Wij zijn van den stam Lee."
„Dat dacht ik wel," viel Seymour in. „Dan maakt u zeker deel uit van
de zigeuners, die een week geleden een bezoek brachten aan de kermis in
Markham."
„Inderdaad," zei Marga.
Terwijl zij sprak, trok zij haar shawl over haar hoofd met een gebaar
van onbewuste gratie en waardigheid, want de oogen van Seymour schit
terden van een onwelkome bewondering.
„Juist," vervolgde hij, „dan kunt u mij misschien enkele inlichtingen
geven, welke ik graag van u zou willen hebben."
3niexieui detJlwutadKetk op den
te Amïleldam.
Terwijl hij sprak, waren verschillende gedaanten uit de donkerte van
het woud te voorschijn getreden en hadden zich achter Marga geschaard.
Lottie had het nieuws overal rondverteld en het heele kamp was uitgeloo
pen om de „rijkelui" te zien.
„Het spijt mij, dat ik u lastig vallen moet," vervolgde Seymour op zijn
gewonen lijzigen toon, „maar wijwij zijn op weg om de verblijfplaats
te ontdekken van een, die zich bij uw stam heeft aangesloten."
„Een heer?" vroeg Marga, terwijl zij de shawl nog vaster om haar hoofd
trok, zoodat zij nu bijna haar geheele gelaat bedekte.
„Ja," ging Seymour voort, „enkele weken geleden verliet hij ons huis
en volgens de berichten hebben wij alle reden om aan te nemen, dat hij
eh.... zigeuner geworden is."
Er heerschte een diepe stilte. Moeder Katie pookte het vuur wat op en
de gloed zette het drietal in een zee van licht. Irene, die geheel en al opging
in de scène, welke zij hier aanschouwde, had haar mantel open laten vallen
en Marga staarde als betooverd naar de gratieuze gedaante, terwijl het meisje
op haar beurt geboeid was door het uiterlijk der zigeunerin. Het scheen den
beiden meisjes toe, alsof zij daar heel alleen waren en hun harten zochten elkaar.
Toen Marga bleef zwijgen, wenkte de gravin haar met een beweging van
haar hand, en als onder den ban van iets, waaraan zij geen weerstand kon
bieden, trad zij naderbij.
„Beste kind," zei ze, met een stem, waarin trots en hoogmoed met be
zorgdheid om den voorrang streden, „ik ben de moeder van den jongen man,
dien wij zoeken. Zou je me willen zeggen, of hij hier is, of waar wij hem dan
kunnen vinden
Een oogenblik staarde Marga haar
zwijgend aan, terwijl zij de gravin met
haar donkere oogen aandachtig opnam
toen zei zij
„Bent u zijn moeder? Hoe heet u
dan
„Ik ben de gravin van Landon,"
antwoordde zij. „De jonge man, dien wij
zoeken, is mijn zoon mijn tweede
zoon Dick Landon."
„Hemel, dat is mijnheer Jack
klonk het uit Lottie's wijd geopenden
mond.
„Willen jullie onmiddellijk maken,
dat je wegkomt riep Marga uit, ter
wijl zij de hand opstak.
De donkere gedaanten slopen weg
uit den lichtcirkel en het drietal bleef
alleen met Marga achter.
„Bent u de gravin van Landon
herhaalde zij, haar oogen onafgebroken
op de gravin gericht.
De gravin knikte.
„Ja, en de jongeman, dien wij zoe
ken, is mijn zoon."
„Dus u hebt hem als'n verstooteling
uit uw huis gestuurd," vervolgde Marga.
De gravin kromp ineen, alsof zij 'n
slag gekregen had, en haar oogen sloten
zich een oogenblik.
„Dat heeft niets met de zaak te ma
ken," viel Seymour met 'n grimmig glim
lachje in. „Ik geloof, dat Dick hier is."
„Wat wilt u van hem vroeg Marga,
na een oogenblik zwijgend voor zich uit
gestaard te hebben. „U hebt hem eerst
de deur gewezen en nu, nu hij zich bij ons
gelukkig voelt, komt u hem weer op-
eischen."
Irene wendde het hoofd af en trok
den mantel vaster om zich heen. Zij voelde
de waarheid in de woorden van 't meisje.
„Ik ben niet van plan met u te re
deneeren," viel de gravin hooghartig in.
„Hoewel ik den indruk krijg, dat u en
mijn zoon 't best samen kunnen vinden,
weet u niets van zijn vroeger leven af."
Marga trilde onder de beleediging en het
bloed stroomde haar naar het gelaat.
„Mijn zoon is in een driftige bui mijn
huis uitgeloopen. Ik vraag u mij te zeggen,
waar ik hem vinden kan."
Marga zweeg een oogenblik toen
antwoordde zij
„En als ik weiger
Wordt ixrnrtgezet)