'EGRINNA
Tripolis, de Italiaansche kolonie in Noord-Afrika, bestaat
grootendeels uit ontoegankelijke bergketenen en uit zand
woestijnen. Weliswaar dringen de kolonisators steeds verder
door en wordt de onafhankelijkheid der bevolking steeds ge
ringer, maar er leven toch nog verschillende stammen en er
bestaan nog tal van nederzettingen, waarin als hoogste wet geldt
de traditie der krijgshaftige voorvaderen.
Voor een Europeaan, en zeker wanneer deze een zwervend re
porter is, is het uiterst moeilijk door te dringen bij deze geïso-
leerd-levende volksstammen. Al heeft hij nog zulke goede aan
bevelingen mee van de regeering, bij deze primitieve volkjes
gelden deze weinig of niet.
Interieur van een Arabische woning.
De vrouwen laten zich
niet fotografeeren.
Het bovenstuk van
de moskee steekt
een weinig boven
u!e holwoningen uit.
De Methusalem
van Tegrinna, een honderd-
vierjarige. in den voorhof van de moskee.
Zoo kon het gebeuren, dat het vorige jaar een
Duitsche fotograaf louter bij toeval Tegrinna, een
holendorp aan den rand van het Djebelgebergte,
ontdekte.
Holen en holbewoners wekken als vanzelf de
gedachte aan menscheneters, althans aan lieden
met een zeer geringe beschaving.
Het merkwaardige echter in Tegrinna is, dat men
hier zeer beschaafde Arabieren en Joden aantreft,
die, streng gescheiden in afzonderlijke wijken, in
dit groote holendorp wonen.
Tegrinna schijnt wel ontstaan te zijn uit granaat
trechters, zulk 'n zonderlingen en luguberen indruk
maakt deze half onderaardsche stad. De woningen,
die onder den grond in den rotsbodem zijn uitgehou-
foodsch meisje aan den weefstoel.
9% VRIJDAG 6 JANUARI 1933