Een nteuw model Heerenpullover met mouwen
met mouwen "SS"™
Borden-kleedjes
VRIJDAG 13 JANUARI 1933
Dat de mode zich ook wel degelijk bezig
houdt met de heerenkleeding, bewijst de
hierbij afgebeelde pullover, een Parijsch
model van Seelio. Het geheel nieuwe hierbij is, dat
hij niet over het hoofd wordt aangetrokken, maar
van voren over elkaar gekruist wordt en aan
weerskanten met twee knoopen wordt gesloten.
Pullover is dan ook niet de juiste benaming voor
dit kleedingstuk, dat we eerder vest zouden noemen.
Maar de ontwerper noemt het, niettegenstaande
dat men het niet over het hoofd hoeft te stulpen,
„pullover".
Het zal dus zeker niet moeilijk vallen dezen pull
over na te breien. Men neemt er vierdraads wol voor
beige en bruine bijv. en breit met aluminium
naalden, No. 314.
Beginnende bij den rug zet men, voor 'n flinke
heerenmaat, 110 steken op en breit eerst met de
donkere wol 20 toeren 1 r. 1 aver, voorden boord.
Verder breit men, met de lichte wol, in tricot-steek
dus r. aan den rechter en aver, aan den linker
kant ongeveer 100 naalden tot aan de armsgaten.
Voor de armsgaten kant men, aan het begin van de
eerstvolgende 4 naalden, telkens 4 st. af. Verder
mindert men nog 7 keer, aan weerskanten van de
naald, om den anderen toer, door 2 st. samen te
breien. Men houdt dan 80 st. over en breit verder
recht door tot het armsgat 50 a 56 naalden. Men
laat dan, voor het afschuinen van de schouders,
aan weerskanten van de naald 6 st. staan, bij de
volgende toeren 12 st. en vervolgens 18 st. Dan
breit men de naald uit en men kant alle steken af.
Voor de voorpanden zet men eveneens 110 st. op
en breit den boord als bij den rug. Dan kant men
7 st. van den boord af en breit op de overige steken
verder in tricot-steek met de lichte wol. Om den
derden toer breit men hierbij, aan den voorkant,
Een nieuwe Pavij-
sche heerenpullover.
bij de afgekante steken,
2 st. samen. Ter hoogte
van het armsgat ongeveer
zal men wat minder moe
ten gaan minderen, bijv.
om de 4 of 5 toeren. Voor
het armsgat wordt op de
zelfde wijze geminderd als
bij den rug. Men breit het
armsgat even hoog als bij
den rug en werkt op de
zelfde wijze den schouder
af. Bij het linker-voor
pand moeten, aan weers
kanten van den boord,
twee knoopsgaten gebreid
worden. Daarvoor breit
men eerst 3 st., kant dan
3 st. af en breit de naald
verder uit tot op 6 st. na
men kant dan weer 3 st.
af en breit de laatste 3 st.
In den daaropvolgenden
toer worden boven de
afgekante st. weer 3 st.
bij opgezet. De aldus
verkregen openingen wor
den later omwerkt met
'n knoopsgatensteek.
Voor de afwerking van
het vest breit men van de
donkere wol 'n reep van
ribbels. Men zet 15 st.
voorop en breit aldoor r.,
tot men de benoodigde
lengte heeft om het vest
langs voorpandenen hals
opening te omboorden.
Men naait dezen boord
eerst vast aan den linker
kant, waarna men hem
breiwerk heen en netjes
opzoomt. Van onderen moet de omboording
gelijk komen met den boord van den onderkant.
De mouwen van dit vest hebben geen manchet
ten en zijn geheel in tricot- steek gebreid met de
lichtkleurige wol. Men begint aan den
bovenkant, waarvoor men 30 st. opzet.
Om den anderen toer zet men, aan
weerskanten van de naald, 3 st. bij op,
tot men 90 st. op de naald heeft. Dan
begint men te minderen, door aan
weerskanten van de naald, in eiken
6den toer, 2 st. samen te breien, tot
men nog 60 steken op de naald over
houdt. Daarop breit men recht door,
tot de mouw lang genoeg is onge
veer 130 a 140 toeren in het geheel.
De mouwen worden even omgezoomd.
De knoopen worden zóó opgezet,
dat de beide voorpanden van onderen
geheel over elkaar vallen.
Het hierboven opgegeven aantal ste
ken en toeren kan natuurlijk voor
iedere maat gewijzigd worden. Het
veiligste werkt men als men eerst 'n
proeflapje breit, dit met 'n vochtigen
doek uitstrijkt en dan afmeet. Men
kan dan precies uitrekenen hoeveel st.
er op 'n c.M. komen en hoeveel men
er dus noodig zal hebben voor 'n
speciale maat. THÉRËSE.
maar heel gebrekkig kunnen teekenen, dit nog wel
zullen klaarspelen de citroenen en de pruimen,
de kersen, de frambozen, aardbeien, bessen en
kruisbessen zijn al niet minder eenvoudig.
Een weinig mag het wel afwijken als de vruchten
maar goed lijken de vorm moet er inzitten.
De kleine cirkeltjes van den druiventros trekt
11 met den passer, de cirkeltjes worden vlak naast
elkaar geplaatst.
Men maakt de teekeningen op een stukje papier
en trekt ze over op de stof met behulp van een
stukje carbonpapier.
De druiven worden op blauw linnen geteekend,
de pruimen eveneens de aardbeien, kersen, bessen
en frambozen op diep rood linnen. De citroen is
geel, de appel geel en de peer kan op groen linnen.
De appel en de peer worden achter elkaar geplaatst.
Heeft u de verschillende vruchten overgezet op
de kleur linnen welke ervoor aangewezen is, dan
maken we eerst het kleedje. We nemen daarvoor
wit of crème-kleurig linnen, trekken den cirkel op
de stof en teekenen vervolgens rondom kleine cirkel
tjes, even binnen de buitenlijn.
Bent u niet in het bezit van een passer, dan trekt
u den grooten cirkel om een schoteltje of een ge
bakjesbordje en de kleine, die den kartelrand vor
men, trekt u om een gulden. Nu festonneeren we
rondom, zooals onze middelste teekening aangeeft,
den rand langs de halve cirkels geheel opvullend.
Is dit klaar, dan wordt het cirkelkleedje langs
den omtrek uitgeknipt. Vervolgens wordt het stuk
je linnen, waarop het motief geteekend is, precies
in het midden op het kleedje geregen, en we fes
tonneeren nu het motief door en door. Zijn de figu
ren op het kleedje gefestonneerd, dan knippen we
de stof rondom weg en teekenen nu de stelen,
blaadjes of kroontjes op het kleedje. Stelen, blaad
jes en nerven worden geborduurd.
Het mooiste is te festonneeren met zijde in de
kleur der vrucht, hetgeen natuurlijker aandoet. De
afteekeiiing alleen in een andere kleur. Zoo krijgen
de bessen een zwart pitje, de groene klapbessen
witte strepen, de frambozen hebben een donker-
roode afteckening, de kersen zwarte.
De afteekening van den citroen en de pitjes der
aardbeien zijn lichtgroen. Appel en peer worden
met donkergroen bewerkt.
Indien u liever alle vruchten op normale grootte
geteekend wilt toegezonden hebben, zoodat u ze
direct op het linnen kunt overteekenen, zend ons
dan 25 ct. aan postzegels en u ontvangt de motie
ven. D. D. L.
De motieven voor deze borden
kleedjes, de appel en de peer
bijvoorbeeld te zanien, zijn zóó
eenvoudig van lijn, dat zelfs zij, die