k w No. 34 VRIJDAG 20 JANUARI 1933 1079 pr is één groot bezwaar voor onze treinen, om een zeer groote snelheid te bereikende wrij ving der wielen tegen de rails. Dit bezwaar laat zich bij iederen rit gelden, maar vooral als de trein een helling bestijgen moet, hetgeen zelfs in ons vlakke land, maar vooral natuurlijk in bergachtige streken voorkomt. Reeds lang zochten dus de ingenieurs naar een methode van voort beweging, waarbij geen wrijving optreedt, dus naar een trein zonder wielen. Duitsche proefnemingen hebben nu nage noeg tot een afdoend resultaat geleid. De trein ziet er uit als een luchtschip, dat omvat wordt door kolossale magne tische ringen. Rondom wordt het eigenaardige vervoermiddel even sterk door de ringen (die iets q rooter zijn dan de trein) aangetrokken, met het resultaat dat de groote kogel in het midden „zweeftZooals dus een speld of een klein stukje metaal naar een magneet wordt aangetrokken, wordt de trein naar voren getrokken (met groote snelheid) door de achter elkaar geplaatste, zeer sterke electro-magneten. Deze magneten worden door den trein zelf automa tisch op het gewenschte oogenblik in- en uitgeschakeld, daar anders natuurlijk de magneten vóór en achter in werking zouden zijn en de trein dus op één punt zou blijven hangen. Wij mogen dus verwachten, dat binnen weinige jaren treinen van stad tot stad suizen, die alleen door electro-magnetische krachten bewogen wordenhet eerst allicht in bergachtige landen. Maar ook voor andere streken zal de uitvinding van groote beteekenis blijken te zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 23