door CHRRLES GRRVICE No. 11 haar Marga keek in de haar aangeduide richting en hield den adem in. Het gezicht van het groote gebouw, de geweldige witte steenen massa be nam haar den adem. De verlichte vensters staarden haar aan als even zoovele oogen. Zij opende haar mond om iets te zeggen, maar zonk in de kussens achterover en uitte een zwakken kreet van angst. „Marga riep hij uit. „Wat is er, liefste Opnieuw boog zij zich voorover en keek aandachtig naar t struikgewas, dat zij zoojuist gepasseerd waren. „Oom Jake was daar," zei zij toen op zachten toon. „Oom Jake herhaalde Dick. Doch onmiddellijk begon hij te lachen. Lieve Marga, je moet je vergist hebben," trachtte hij haar gerust te stellen. ",Je zenuwen spelen je parten. Wat zou oom Jake nu op dit uur van den avond óp het landgoed doen Je hebt waarschijnlijk een onzer bedienden voor hem aangezien." Voor zij een antwoord had kunnen geven, hield de auto stil voor de groote steenen trap, die naar den hoofdingang van het landhuis leidde. Dick stak zijn arm door den haren en fluisterde haar toe „Moed, lieveling 1" Dan leidde hij haar naar het huis. De butler trad naar voren en begroette zijn meester met een diepe buiging. Hij zag er zoo aristocratisch uit in zijn zwarten rok en met zijn spierwitten haardos, dat Marga zich bevend afvroeg of hij wellicht tot de gasten behoorde. Maar toen hij voor de tweede maal heel diep voor haar boog en haar op onder- danigen toon welkom heette, begreep zij, dat hij een der bedienden was. „Mevrouw de gravin dacht, dat mevrouw Landon graag eerst even naar haar kamer zou gaan," voegde hij Dick toe en hij wenkte iemand, die ietwat op den achtergrond van de groote hal stond. Een kamermeisje trad naar voren. „Prachtig," zei Dick. „Kom mee, Marga." Bemoedigend tikte hij op de hand, die nog altijd ietwat bevend op zijn arm rustte, en hij geleidde haar de breede trap op, naar boven. Met inspanning van al haar krachten trachtte zij haar verwarring te verbergen en zij slaagde daarin zoodanig, dat het kamer meisje later in de bediendenkamer verklaarde, dat „de nieuwe meesteres een trotsche juffer was, zoo waardig en koel als een steenen beeld. Marga keek niet rond in de kamer, die zij betrad, vóór het meisje in het boudoir daarnaast verdwenen was. Doch toen zij daarop een blik om zich heen wierp, kon zij nauwelijks een kreet van verbazing onderdrukken. De kamer, waarin het meisje hen gebracht had, was een der mooiste en grootste van het huis en was blijkbaar kortgeleden geheel nieuw gemeubileerd. Zelfs Dick kon een gefluit van goedkeuring niet onderdrukken. „Moeder houdt blijkbaar niet van halve maatregelen," mompelde hij. is ditis dit werkelijk onze kamer?" stamelde Marga, alsof zij haar oogen niet gelooven kon. „Ja, en dan is er nog een kamer, die heelemaal voor jouzelf is, liefste, zei Dick.' „Mijn kamer is aan de andere zijde van het boudoir." „Drie kamers dus En dat voor ons beiden 1" Sprakeloos van verbazing bleef Marga om zich heen staren. Op dat oogenblik trad het kamermeisje wederom het vertrek binnen en daar er blijkbaar van haar verwacht werd, dat zij haar volgen zou, deed Marga zulks. Het vertrek, waar zij binnenging, was iets kleiner, maar even prachtig gemeubileerd als de slaapkamer er heerschte de meest geraffineerde luxe, welke een verwende vrouw van de wereld zich slechts wenschen kan. Alsof dit vanzelf sprak, begon het meisje haar mantel los te knoopen, trok haar schoenen uit en schoof vervol gens een zwaren clubfauteuil bij het vuur. „Het is misschien het beste, dat u even rust, me vrouw, terwijl ik uw koffer uitpak," zei het meisje. Als in een droom liet Marga zich in den zachten fau teuil achterover zinken en zij staarde in het vuur. Zat zij hier nu werkelijk, zij, Marga, het meisje, dat een week geleden te midden van een zigeunerstam geleefd had in een woonwagen in een kamp Was zij het werkelijk, die nu te midden van al deze pracht zat en bediend werd door een meisje, dat het nauwelijks een week geleden ver beneden zich geacht zou hebben haar ook maar aan te zien Doch veel tijd voor overpeinzingen had zij niet, want het meisje had haar koffer geopend en er een van haar avondjaponnen uitgehaald, die het minst gekreukt was. Snel en handig hielp zij Marga bij het aantrekken en begon toen met zorg haar prachtig lang haar te kammen en op te maken. Juist was haar toilet voltooid, toen zich beneden in de hal een gong deed hooren. „Dat is het sein voor het diner, Marga," zei Dick, die in smoking gekleed haar boudoir binnentrad. „Ben je gereed, liefste „Ja," antwoordde zij met bevende lippen, terwijl het bloed haar naar het hoofd steeg. Zichtbaar streed zij tegen een zwakte, die haar dreigde te overweldigen als iemand, die den vijand tegemoet gaat, sprak zij zichzelf moed in, tot zij eindelijk Dick's arm nam en met zachte stem zei „Laten wij gaan." HOOFDSTUK XXII HET VERHAAL TOT HIER TOE Dick Landon heeft het leger moeten verlaten, omdat hij een meerdere, die hem steeds hinderde, heeft geslagen zijn moeder ontzegt hem daarom haar huis, waar ook zijn pleegzusje Irene woont. Hij gaat naar de kermis te Cumberleigh, waar hij kort te voren een zigeunermeisje heeft ontmoet. Dit meisje, Marga, komt hem nu waar schuwen, dat twee zigeuners op hem loeren. Hij wordt inderdaad aange vallen en gestokenals hij weer tot bewustzijn komt. ligt hij in een woon wagen en zit Marga naast hem. Hij wordt later door een troep Zigeuners als een der hunnen opgenomen. Dick's broer, graaf Seymour van Landon, staat bekend als 'n rijk philantroop. doch door dobbelen is hij in moeilijk heden geraakt: hij wil zijn financiën herstellen door een huwelijk met Irene. Daartoe reist hij naar het landgoed; samen brengen zij een bezoek aan n oude dienstbode der gravin, Martha Hooper, die hevig schrikt als zij hem ziet. Dick vraagt Marga ten hu welijk; graaf Seymour vraagt Irene ten huwelijk en wordt geweigerd. De gravin hoort waar Dick isgaat er heen en noodigt hem en Marga. met wie hij inttisschen gehuwd is, in haar huis. Nade hmvelijksreis gaan zij er heen. Aan den arm van Dick daalde Marga de breede trap af. Haar hart klopte onstuimig en haar ge laat was vaalbleek. Aan den voet van de trap stonden twee bedienden in livrei kaarsrecht en onbeweeglijk als schildwachten. Een hunner ging hen voor naar de ontvangkamer en opende deze, terwijl hij eerbiedig voor hen boog, toen zij de kamer betraden. Het eerste oogenblik zag Marga niets het scheen wel, alsof er een mist voor haar oogen kwam, waar doorheen vaag en als uit de verte een ongeëvenaarde pracht en weelde haar tegen- schitterden. Eerst toen bemerkte zij de gravin op, een groote, statige figuur in een grijs satijnen japon, die als bezaaid scheen met juwcelen. Naast haar stond Seymour in avondkleeding, met een minachtend lachje om de dunne lippen maar nauwelijks hadden zijn oogen een moment op Marga gerust, of zijn minachting veranderde in eerlijke, oprechte bewondering. De gravin heette Marga met uitgestoken hand welkom, maar zij kuste haar niet, noch zei zij, dat het haar aangenaam was haar in haar huis te mogen ontvangen, en de bejuweelde hand leek Marga wel een ijsklomp. Toen kuste de gravin Dick op het voorhoofd. „Heb je een prettige reis gehad Je ziet er goed uit." Dick antwoordde bevestigend. Toen stak Seymour Marga zijn hand toe en hij verwelkomde daarop Dick op een wijze, alsof er nooit eenig verschil van meening tusschen hen beiden bestaan had. lntusschen nam de gravin het meisje van terzijde op. En zij kon zich niet verhelen, dat zij nog mooier was, dan zelfs zij„ de gravin, aanvankelijk gedacht had. Daarbij was zij smaakvol gekleed en bewoog zich met de gratie en de natuurlijkheid eener geboren aristo crate. Ieder, die het meisje zag, moest wel getroffen worden door haar opval lende schoonheid. Maar niettemin kwam, terwijl zij naar haar zat te kijken, telkens opnieuw de gedachte bij de gravin op „Een zigeunerin Een zigeune rinEen doodgewoon meisje. Een zwerfsterEn zij was haar schoondochter, de vrouw van haar zoon „En hoe vond u Londen richtte de gravin eindelijk het woord tot haar. „O, verrukkelijk, mevrouw," antwoordde Marga spontaan. Het viel de gravin onmiddellijk op, dat zij haar met „mevrouw" aansprak en de muzikale stem, die klonk als een zilveren bel, deed haar aangenaam aan en verzachtte haar hart. „Londen is anders heel leeg op het oogenblik," merkte de gravin op. Marga keek verbaasd op, alsof zij niet wist, wat de gravin bedoelde toen viel zij in „O, mevrouw, het was er zoo druk, dat Jack en ik dikwijls moeite hadden ons door de menigte heen te dringen." „Jack vroeg de gravin met iets hooghartigs in de opgetrokken wenk brauwen. Het gelaat van Marga werd purperrood. „Ik...." stamelde zij, „ik bedoelde Dick." „Ik wist niethervatte de gravin. Maar Marga viel haar in de rede „Het was de naam, dien hij mij destijds opgaf." „O, u kunt uw man noemen, zooals u dat zelf wenscht," zei de gravin op een toon, dat Marga het eerste oogenblik niet wist, of zij het als een hoffelijk heid, dan wel als een uiting van minachting opvatten moest. Maar haar woorden lieten iets koels achter en onderdanig sloeg zij de oogen neer. Zij had haar eerste les ontvangen. De gravin wendde zich tot Seymour. „Is het nog geen tijd om aan tafel te gaan „Zeker," antwoordde deze, terwijl hij op zijn horloge keek. „Maar wij wachten op Irene." „Zij heeft hoofdpijn en is een oogenblikjc gaan rusten," zei de gravin. Marga's gchecle hart ging uit naar Dick helaas niet langer Jack nu en zij wenschtc niets liever, dan dat hij haar een woordje van troost zou toespreken of althans maar even haar hand drukken. Er was een ge voel van eenzaamheid en verlatenheid over haar gekomen als een koele wolk. En toen ging eensklaps de deur open en stond er een witte gedaante op den drempel. Het was Irene, geheel in het wit gekleed, met een licht mauve orchidee in het haar gestoken. Zij kwam Marga voor als een hcmelsch visioen. Het scheen wel, toen zij op haar toetrad, alsof haar voeten nauwelijks de aarde raakten. Irene nam spontaan Marga's hand in de hare en kuste haar, niet op haar voorhoofd, maar op de frissche, blozende wangen een teederen, meisjes- achtigen kus, die recht naar haar hart ging en haar de tranen in de oogen bracht. „Het spijt mij, dat ik zoo laat ben," verontschuldigde zij zich, „maar ik had geweldige hoofdpijn en was even gaan liggen. Zoodoende hoorde ik de gong niet Op deelnemenden toon vroeg Marga, hoe het nu met haar was. „O, dat gaat best," zei Irene, maar Marga merkte op, dat haar lief gelaat bleek was, met donkere kringen onder de oogen. „Ik ben gewend aan hoofdpijn" „den laatsten tijd", had zij er bijna aan toegevoegd, maar zij bedacht zich nog bijtijds. „Zoo, en was het prettig in

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 28