Mi£
'De schepen komen vroolijk in
bij 't allereerste dagbegin
(Brouwershaven)
Het zeil gaat voor de schutsluis neer;
Een lucht waait aan van zout en teer.
(Wemeldinge)
En langzaam wijkt
de zware deur
en 't water krijgt
een an'dre kleur.
(Vlissingen)
Dan gaan de deuren open met
een zwaai en 't zeil wordt opgezet.
(Hansweert)
•-•>'3