YROUWENLIEYI DE VERSCHEIDENHEID DER HOEDEN GEBREIDE SJAAL No. 35 Er is waarlijk in de modieuze hoeden verscheidenheid genoeg. De nieuwe modellen zijn ontleend aan allerlei tijdperken en er is geen japon en geen mantel waarbij niet een passend hoedje zou zijn te vinden. Er zijn hoedjes die niet misstaan zouden bij 'n middeleeuwsch costuum en die zich toch zoo wonderwel aanpassen bij de moderne toi letten welke dan weliswaar ook weer voor 'n deel ontleend zijn aan de modes van vroegere eeuwen. Jean Patou ontwierp dergelijke hoedjes, 'n kleine smalle toque bijvoor beeld, met 'n paar hermelijnen pompons, met nikkel gemonteerd. Marcelle Lely lanceert 'n soort baret, die bij het costuum van 'n middeleeuw- schen edelman zou hebben gepast. De hoeden van Madame Suzy doen door hun laag in den hals afhangende garneering denken aan modellen van omstreeks 190b. Agnès stuurde kleine kwieke hoedjes de wereld in met rechtop staande aigrettes en schuin gedragen dopjes met 'n luch- tigen strik van achteren. Er is ook de cloche-hoed van verschillenden omvang. En er wor den modellen gelanceerd bestaande uit 'n combinatie van vilt en bont of van fluweel met bont. Breitschwanz wordt gecombineerd met zwart vilt, bijvoorbeeld, en hermelijn met zwart of wit fluweel. Dan zijn er de kleine eenvoudige vilthoedjes met garneering van 'n enkel veertje of van 'n enkelen strik en er is de baret in allerlei variaties. Er is zooveel keuze in zoo velerlei genres dat het kiezen van 'n nieu wen hoed juist daardoor wel eens heel moeilijk kan worden ook. Maar bij de meesten onzer legt de financieele kant van het geval al dade lijk 'n zekere beperking op, die we dan heel verstandig beschouwen als een vergemakkelijking bij het keus maken. Nieuwe zomerhoeden zijn er natuurlijk ook al. Zoodra de winter aan stalten gaat maken om voorgoed zijn intrede te doen, verschijnen de nieuwe zomermodellen in onze etalages. Veel animo bestaat daarvoor echter nog niet. Liever kijken we eerst de kat eens uit den boom eer we nu geld gaan uitgeven voor iets dat ons later toch niet „je dat" schijnt te wezen. Een der nieuwste aanwinsten voor den overgangstijd is de jockey-hoed, zooals die op een onzer foto's is te zien. Het is 'n soort matelot van zwart en wit crêpe, met 'n dubbelen rand, waarvan de onderste is gevormd als de klep van 'n jockey-pet. Dit jockey-hoedje completeert een elegant toilet in wit en zwart. Een klein dubbel schootje versiert de japon, die van voren met zwarte knoopen wordt gesloten. Het schouderstuk is ajour opgewerkt en de zwarte mouwen met de aansluitende epaulettes geven er iets zeer elegants aan. Onze tweede foto vertoont een ensemble van hoedje met das. Geel en groen crêpe de chine vormen voor beide het materiaal. Het hoedje is gegarneerd met smalle biais in beide kleuren en met drie rosetten. Een moderne gebreide sjaal, en hoe men haar dragen moet. De hierbij afgebeelde sjaal is ondanks of misschien juist door haar eenvoud van een decoratief effect. En zij biedt niet alleen een aangename schouderbedekking, maar in 'n goede kleur gekozen kan zij tevens tot garnee ring dienen. Het breiwerk voor deze sjaal is van zoo grooten eenvoud, dat zelfs de heel onervaren breisters er zich gerust aan kunnen wagen. Om een mooi los weefsel te verkrijgen breit men op grove pennen no. 4 of no. 4'/2 met fijne zachte wol. Voor de sjaal van deze afbeelding zet men 'n aantal steken op groot genoeg voor den geheelen omvang van de schouders en voor de afhangende einden. Men kan dit aantal steken het beste zelf bepalen. Na den Isten toer begint men onmiddellijk te minderen, door in eiken toer, aan beide kanten van de naald, twee steken samen te breien. Men gaat hiermee door tot men 'n paar spitse uitein den heeft voor het samenknoopen van de sjaal. Verder breit men enkel nog aan het einde van iedere naald twee steken samen tot men nog ongeveer genoeg steken overhoudt voor den omtrek van den hals, welke steken men losjes afkant. Men kan zulk een sjaal ook in 'n driehoek breien, wat nog eenvoudiger is. Daarvoor worden 2 st. opgezet en men meerdert aan het einde van elke naald door 2 steken in I steek te breien tot de sjaal lang genoeg is, waarna men haar losjes afkant. THÉRÈSE. Ensemble in wit en zwart crêpe; met het nieuwe jockey-hoedje, een soort matelot met dubbelen rand. waarvan de onderste den vorm heeft van 'n jockey-pet. Over gangshoedje met bijbehoorende das in geel en groen crêpe de chine

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 18