VAN ZEEUWSCHE STEDEN EN DORPEN RIJMEN VAN EENEN OUDEN HEER van straat- Laest op een Dinxendagh, daer had ick niets te doen, en socht een tydverdryf in 't weelderigh plantsoen, een kleine beuselingh, een uurtje uyt en thuys, daer kwam ick langs een veld, en hoorde veel gedruys. Ick kwam eens naederby, te sien wat sulcks bediedde, en sagh daer op dat veld van allerhande lieden, die schouwden naer een bal, die duwde men vooruit, totdat sy in haer loop door andren werd gestuyt. Dan vloogh sy plotselingh uytsinnigh in de locht, by 't nederkomen weer door eenen voet gerocht Dan weder kwam men saem, in seer venynigh dringen, viel Janmaet op de grond, en sagh men Pieter springen; Kort, 't leeck een vreemd vermaack.dat niemand boeyen kan, toch stonden daer wel meer dan eene duysend man. In onsen tijd nogtans, hadt men niet sulcke dinghen, daer mogt men so te saem, een passend liedje singhen Een jonckvrou bleef tehuys, borduurde in een hoeck van 't statelyck vertreck, een jonkman las een boeck, of gingh slechts overdagh, hoe net en inghetogen het bolwerck even rond, nu syn why sienderoghen in 't tijdpcrck van verval, de staetigheyd is heen, men dringht en vecht en grouwt, eilaas, waar moet dan heen? VRIJDAG 27 JANUARI 1933 No. 35 Middagrust in Baarland Rondom de kerk in het rustige Bede. leven te Vlissingen. Als de schemer gaat vallen in Biggekerke Op een zonnigen winterdag aan de kade te Zierikzee. Het oude slot Moermond. dat aan Renesse' s omgeving zooveel charme bijzet. Een modern dorpsgezicht in Kloetinge.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 6