<9/i tctó «foot Jtedcüani.
No. 36
VRIJDAG 3 FEBRUARI 1933
1141
^iTrirMwittri
Wanneer de winter wit en mooi is.
(Geldersche Achterhoek)
zei hij. „Ik moet vanavond
nog naar Liverpool. En ik
houd niet van interviews."
Mike begon smeekend aan
te dringen hij zou 't niet
te lang maken en Myra
was zoo vriendelijk, een goed
woordje voor hem te doen
de man aarzelde, scheen te
begrijpen, dat een besliste
weigering verbazing zou
wekken, en trok langzaam
zijn jas uit.
„Even dan," zei hij. „Wat
wou u weten
Terwijl Mike een zakboek
je en een potlood te voor
schijn haalde, ging de in
dringer met een handkoffer
naar een glazen kabinet in
een hoek en begon handig
de miniaturen in den koffer
te pakken. Mike amuseerde
zich buitensporig, maar keek
eerbiedig nadenkend.
„Laat eens zien," begon
hij. „We hebben 'n artikel
over uw leven in Amerika
gehad, toen u den eersten
keer overkwam. Mag ik nu
vragen naar uw plannen voor
de toekomst, sir Michael
De miniaturen-verzamelaar keerde zich om, met
een kalmen blik.
„Ik heb geen plannen. Ik ga morgen 't land uit
en kom de eerste maanden niet terug."
„Juist," zei Mike, schrijvend. „Dan wordt uw
huwelijk waarschijnlijk uitgesteld
Er volgde een oogenblik van diepe stilte. De
nieuwe sir Michael werd bleek en hij staarde, alsof
er een spook was opgedaagd. Myra en haar vader
keken elkaar aan.
„Huwelijk?" vroeg hij. „Welk huwelijk?"
,,'t Uwe natuurlijk," deed Mike verbaasd. „Al
wilt u zulke dingen geheim houden, ze lekken toch
uit, sir Michael. Ik had Donderdag in de kerk wil
len komen, maar ik begrijp nu, dat er niets gebeuren
zal voor u terugbent."
Sir Michael fronste en bewoog zich ongemak
kelijk.
„Ik heb over dat onderwerp niets te zeggen,"
sprak hij eindelijk en hij keerde zich met een ietwat
vertrokken gezicht weer naar het kabinet.
„Neem me niet kwalijk, dat ik er over gesproken
heb, sir Michael," zei Mike rouwmoedig. „Maar
omdat ik wist, dat uw bruid vanavond hier zou
komen, dacht ik.
De uitwerking van die woorden overtrof zijn
stoutste verwachting. De verzamelaar van een
anders miniaturen schoot recht met een onder
drukten kreet, zijn oogen stonden schichtig en hij
keek zijn kwelgeest aan, alsof die een ploerten-
dooder te voorschijn had gehaald en gebruikt.
„W-wat zegtu?" riep hij. „Hier komen? Hoe
weet u dat
„Ik ben zooeven bij haar geweest," zei Mike ge
moedelijk. „We hadden ook graag een paar woord
jes van hiir in de krant. Zeer beminnelijke jonge
dame, als ik 't zeggen mag. Ze zei, dat ze na 't diner
hier zou komen en dat ik dan een mooi lang inter
view kreeg."
„Prachtig, prachtig I" riep Fotherick. „We zul
len heel graag met uw bruid kennis maken, sir
Michael."
„Maar zal ze 't niet vreemd vinden," zei Myra,
„dat wij hier zijn Zijn we u niet vreeselijk in den
weg
„Haar moeder komt ook mee," zei Mike.
„Prachtig Prachtig I" riep Fotherick weer.
De bedrieger liet een soort snik hooren en keek
wild rond. Met gulzige tevredenheid merkte Mike
op, dat hij zich door de omstandigheden over
weldigd begon te voelen. Het kostte den man in
spanning, zich genoeg te beheerschen om het volgen
de uit te brengen
„Had ik 't maar eerder geweten 't Treft buiten
gewoon slecht ik kan heusch niet op haar
wachten, anders mis ik mijn trein. Ik zal even bij
haa_- langs gaan dan hoeft ze niet voor niemen
dal hierheen te komen...."
Hij greep naar den koffer en naar zijn jas. En
tegelijk hoorden zij allen een sleutel in de voordeur
draaien.
„Ik geloof, dat u al te laat bent," zei Mike vroo-
lijk.
Hij kwam ongemerkt een stap dichter naar zijn
slachtoffer. Myra zei niets, maar keek naar de deur.
Fotherick vroeg zich af, of iederéén in Londen een
sleutel van dit huis bezat. De bedrieger stond stok
stijf, met oogen als een verstrikt konijntje, naar
de deur te kijken en Mike begon medelijden met
hem te krijgen.
Toen werd er op de deur geklopt en er kwam een
man van middelbaren leeftijd binnen, met een bol
hoedje. De bedrieger leefde plotseling op.
„Ha, Smith I" riep hij opgelucht. „Je bent
laatIk wou juist gaan. Draag jij den koffer
even en roep een taxiHij wendde zich
naar den heer Fotherick. „Dit is mijn bediende.
Ik zal
Maar een zonderling geluid bij de deur deed hem
zwijgen. De man met het bolhoedje stond te
zwaaien op zijn beenen zijn gezicht werd groen
achtig bleek.
„Zoo zoo," verbrak Mike de stilte. „Hoe maak je
't, vriend Wederbruid Je smeedt 't ijzer, als 't
heet is, zie ik. Had ik maar even een seintje ge
geven, dat ik terugkwam, hè? Enfin, je weet nu,
dat ik er ben."
De bediende trok krampachtig met zijn gezicht;
zijn Adamsappel deed een sprong, en hij kon weer
geluid maken.
„Kluk," zei hij, zachtjes.
Mike wendde zich tot den miniaturen-verzame
laar, die ongeveer net zoo keek als de heer Weder
bruid.
„Valt tegen, hè zei hij. „En u was net zoo mooi
op streek Wederbruid, haal jij eens een politie
agent."
Even nog zwaaide de ongelukkige huisknecht
heen en weer toen keerde hij zich langzaam om
en ging naar de voordeur.
„Weet u wat zei Mike tot zijn rampzaligen
plaatsvervanger. „Gaat u uw vriend maar helpen
zoeken.... Vlug!" kwam er snauwend achter.
„Den koffer moogt u hier laten 't is er een van
mij, zie ik."
De bedrieger stond nog te staren, en deed zijn
mond open, maar er kwam geen geluid. Toen nam
hij langzaam zijn jas en pet.
„Dank u," zei hij onverwachts, en meteen sprong
was hij de deur uit. Myra liet een kreetje hooren.
„Maar.... u laat ze allebei ontsnappen!"
Mike grinnikte.
„Natuurlijk. Ze hebben me niets gedaan. Ten
minste.... ik geloof, dat ze me een massa goed
gedaan hebben."
„Ik snap er niets van," kwam Fotherick er
klaaglijk tusschen. „Wat is dat toch allemaal?"
Zijn dochter legde 't hem geduldig uit.
„Begrijpt u 't niet, vader? D i t is sir Michael.
Die andere was een zwendelaar."
Haar vader snakte hoorbaar zijn adem in en
zweeg.
,,'t Spijt me, dat u al dien last gehad hebt," zei
Mike. „Ik had niet alles aan Wederbruid moeten
toevertrouwen; hij was nog maar kort bij mijn
oomEn ik vraag excuus, dat ik u om den tuin
heb geleid
Myra glimlachte.
„Dat hebt u niet," zei ze. „Ten minste niet erg
lang. Ik wist tamelijk gauw, wie u was."
Nu was de verbazing aan Mike.
„Wist uHoe kan dat
Myra ging naar een bureautje en haalde uit een
la een portret. Toen ze 't hem voorhield, zag Mike,
dat hij 't zelf was, in cowboy-costuum en er onder
stond in 't schrift van zijn oom „Mike", met een
datum.
„Dat vond ik vanmiddag," legde Myra uit. „Ik
vond 't vreemd, want die andere man leek er
heelemaal niet op. Toen u kwam, begreep ik
eerst niet, hoe u me zoo bekend kon voorkomen -
toen schoot 't portret me te binnen en wist ik,
wie u was. Maar ik zei niets, want ik dacht dat
u 't zaakje op uw eigen manier zou willen aan
pakken."
Mike keek haar bewonderend aan. Nee, dat was
geen gewoon meisje
„O juist," zei hij. „Enfin, nu zal ik maar opstap
pen en u met rust laten. U kunt hier natuurlijk
blijven wonen, zoolang u wilt."
„O maar dat gaat nietIk bedoel, u zult
uw huis zelf noodig hebben, als.als u getrouwd
bent." Zij ging met verbazingwekkende belangstel
ling in den haard zitten staren. Mike keek even
verbaasd, glimlachte toen en kwam een stap naar
haar toe.
„U wist zóóveel," zei hij, „ik dacht, dat u dèt
óók wel begreep. Ik wou hem een beetje aan 't
schrikken maken daarom heb ik een bruid voor
hem gefantaseerd. En u hebt gezien, hoe 't gewerkt
heeft. Maar ik verzeker u ik ga niet trouwen
nu nog niet tenminste." Hij vatte haar hand, en
zij scheen het niet kwalijk te nemen. Ietwat hij
gend voegde Michael er het veelbeteekenende slot
achter: „Ik wil trouwen als u trouwt J"