door CHRRLES GRRVICE Boven haar Stand Voor zij er zichzelf rekenschap van gegeven had, had zij haar schitterende baljapon uitgetrokken en uit een lade van haar kast haar oude zigeu nerjaponnetje en de roode shawl, die zij altijd nog bewaard had, voor den dag gehaald. In zenuwach tige haast kleedde zij zich. Nu was alles voorbij. Het verleden was dood voorgoed zou zij het begraven. Zij zou wederom het eenvoudige zigeunermeisje zijn, dat zij altijd geweest was, voor deze vreese- lijke vergissing, dit huwelijk boven haar stand, in haar leven gekomen was. Als een dievegge sloop zij in het holle van den nacht het huis uit, door nie mand opgemerkt. Het was ongeveer vijf uur in den morgen, toen Martha Hooper een zacht klopje hoorde op haar voordeur. Trillend over al haar ledematen liet de vrouw zich uit het bed glijden en een zenuwachtige stem vroeg: „Ben jij het, Jake Marga bevochtigde haar lippen. Zij was bijna niet in staat een woord uit te brengen. „Ik ben het," zei zij eindelijk. Toen opende Martha Hooper, die haar stem niet herkend scheen te hebben, de deur op een kier en deinsde op dat zelfde oogenblik achteruit, terwijl zij een kreet van schrik slaakte. „Wie bent u vroeg zij angstig. „Ik ken u niet. Ik heb niets weg te geven...." „Ik ben het, mevrouw Landon," zei de arme Marga. „Mag ik binnen komen Martha Hooper uitte een kreet van verbazing en keek haar aan, alsof zij haar oogen niet kon gelooven. „U, mevrouw hijgde zij, toen Marga op een stoel neergevallen was. „Waarom hebt u zich zoo vermomd Bent u ziek Toen vertelde Marga de vrouw alles, wat er dien avond gebeurd was. Uitvoerig vertelde zij haar, hoe zij op de kermis te Cumberleigh met Dick had kennis gemaakt en welke samenloop van omstandigheden tot dit rampzalige huwelijk had geleid, een huwelijk, zóó ver boven haar stand, dat het voor beide partijen wel op een dramatische ontknooping had moeten uitloopen. En toen zij uitgesproken was en de medelijdende Martha Hooper had opge merkt, hoe zwak zij was, sloeg zij haar arm om haar heen en leidde haar naar boven, naar een klein kamertje zij hielp haar ontkleeden en legde haar als een klein, hulpeloos kind in bed. Het was laat in den avond van den volgenden dag, toen Giles, de tweede stalknecht, op weg van de stallen naar het huis, meende, dat hij rook uit een der vensters zag komen. De avond was donker en buiig. Giles meende, dat zijn oogen hem in de duisternis parten speelden, en bovendien wenschte hij niets liever dan spoedig weer bij zijn kameraden te zijn daarom ging hij verder en hij vergat wat hij meende gezien te hebben. Wie het eerst den alarmkreet slaakte, heeft nooit iemand geweten, maar plotseling klonk uit wel honderd monden de afschuwelijke roep van „Brand Een van de bedienden had de tegenwoordigheid van geest gehad de groote alarmklok te luiden. In een onge looflijk korten tijd was er een dichte drom van dorps bewoners op komen dagen, leder droeg water aan, zoo snel en zoo vlug als hij maar kon, maar de brand had zich in dat korte tijdsverloop reeds dusdanig uitgebreid, dat aan blusschen nauwelijks meer te denken viel. De dichtstbijzijnde brandweer, bestaande uit vrijwilligers, bevond zich op ongeveer vijf mijl afstand, en hoewel de butler onmiddellijk Giles te paard op weg gezonden had om haar te waarschuwen, zou er minstens nog wel een uur verloopen, voor deze op het landgoed kon zijn. „Zijn de bewoners in veiligheid vroeg de dokter, die als een der eersten op het terrein der ramp ver schenen was. „Mijnheer Dick en mevrouw zijn uitgegaan en de gravin met de beide kamermeisjes zag ik zoojuist nog in den westelijken vleugel. En verder is er niemand meer in huis," antwoordde de butler. Doch eensklaps ging er een kreet van ontzetting uit de verzamelde menigte op. De vlammen waren naar alle kanten door de vensters naar buiten gebroken en het geraas van brekend glas vermengde zich met het ge schreeuw van „Kijk, kijk, daar staat iemand aan het venster. Kijk dat venster daar I" „Groote goedheid," riep de butler ontzet uit, „het is een vrouw! Het is.... het is lady Irene!" En inderdaad stond Irene voor het geopende ven ster, haar handen als wanhopig aan de spijlen geklemd, terwijl beneden haar overal de vlammen langs de muren lekten, alsof zij begeerig waren om hun prooi te berei ken. De menigte was als met stomheid geslagen toen rende een aantal mannen naar de deur der groote hal. Maar toen zij deze openden, kwam hen zoo'n verstik kende rookkolom tegemoet, dat zij inzagen, dat elke poging tot redding onbegonnen werk zijn zou. Radeloos liepen HET VERHAAL TOT HIER TOE. Dick Landon heeft het leger moeten verlatenomdat hij een meerderedie hem steeds hinderdeheeft geslagen zijn moeder ontzegt hem daarom haar hnis, waar ook zijn pleegzusje Irene woont. Hij gaat naar de kermis te Cumberleigh waar hij kort te voren een zigeunermeisje heeft ontmoet. Dit meisjeMarga, komt hem nu waar schuwen. dat twee zigeuners op hem loeren. Hij wordt inderdaad aange vallen en gestokenals hij weer tot bewustzijn komt, ligt hij in een woon wagen en zit Marga naast hem. Hij wordt later door een troep Zigeuners als een der hunnen opgenomen. Dick's broer, graaf Seymour van Landon, staat bekend als 'n rijk philantroop, doch door dobbelen is hij in moeilijk heden geraakthij wil zijn financiën herstellen door een huwelijk met Irene. Daartoe reist hij naar het landgoed; samen brengen zij een bezoek aan *n oude dienstbode der gravin, Martha Hooper, die hevig schrikt als zij hem ziet. Dick vraagt Marga ten hu welijk; graaf Seymour vraagt Irene ten huwelijk en wordt geweigerd. De gravin hoort waar Dick isgaat er heen en noodigt hem en Marga. met wie hij intusschen gehuwd is, in haar huis. Na de huwelijksreis gaan zij er heen. Seymour laat zijn vijandigheid tegen over Marga blijken, maar met Irene sluit zij dadelijk vriendschap. Tijdens een bal maakt oom Jake, een der zigeuners van Marga s troep, schan daal op het landhuis. Uit schaamte over de vernedering, die daardoor de menschen heen en weer, niet wetende NT,-. 1 "2 wat aan te vangen, en intusschen woedde de brand met onverminderde felheid voort. Toen zag men, hoe zich uit de menigte een vrouwelijke gedaante losmaakte, die als een waanzinnige op 't bran dende huis toerende en in de geopende deur verdween. Kreten van ontzetting stegen uit de verzamelde massa op. „Wie is dat Waar is zij gebleven Doch niemand scheen in staat te zijn op deze vraag te antwoorden en voor men zich rekenschap gegeven had, wat er eigenlijk gebeurd was, zag men voor het hel verlichte venster twee gedaanten verschijnen. En onmiddellijk herkende men Marga. „Het is de vrouw van mijnheer Dick riep de butler uit. „Zij is het Zij is het „Spring, één voor één," schreeuwde de leider der brandweer, die einde lijk was komen opdagen, terwijl zijn mannen een net onder het venster uit spanden. Marga sloeg haar armen om Irene heen, die, roerloos van angst, zich er nauwelijks van bewust scheen, dat zich iemand in haar nabijheid bevond. „Irene, Irene schudde zij haar uit haar verdooving wakker. „Durf je Durf je den sprong te wagen „Jij ook, Marga snikte Irene, uit haar verdooving ontwakend, terwijl zij haar hoofd snikkend aan Marga's borst verborg. „Nee," vervolgde zij hui verend, „ik durf niet. Laat mij maar hier alleen. Ik ben niet in staat om me te bewegen. Ga weg, Marga, denk aan Dick „Ik denk aan hem," mompelde zij, „maar ondanks dat laat ik je niet alleen hier achter. Ik ben gekomen om je te redden, of met je te sterven, liefste," zei zij of het de natuurlijkste zaak van de wereld gold. „Als je niet durft te springen „Spring toch naar beneden brulde de leider der brandweer boven alles uit, terwijl hij een poging deed om tegen den muur op te klimmen, een poging, die al spoedig vruchteloos bleek te zijn. Toen zagen de ontstelde toeschouwers, hoe Marga haar handen om Irene heen sloeg en haar optilde. „Zij probeert haar weg te dragen riep iemand uit. „Dat is onmogelijk Maar er zijn oogenblikken, dat de menschelijke kracht alle grenzen schijnt te overschrijden. En dit was een van die oogenl'ikken. Haar tanden op elkaar zettend, stapte Marga van het venster weg zij was aan de oogen der angstig starende menigte onttrokken. Langzaam, voetje voor voetje haar weg zoekend, droeg zij de thans geheel bewustelooze Irene door den verstikkenden rook van de gang naar de hal. Zij sloot haar oogen en strom pelde verder, doch zelfs toen nog zag zij kans haar shawl rond Irene's hoofd te wikkelen om te voorkomen, dat zij zou stikken. Er deed zich een alles- overweldigend gekraak hooren en een gedeelte van de zware eiken trapleuning stortte naar beneden. Marga voelde een geweldigen klap in haar zij en een oogenblik wankelde zij tegen den muur. Maar zij hield moedig stand en bereikte eindelijk met haar zwaren last de deur. Met een geraas, dat klonk als 't geruisch der zee, stormde de menigte naar voren, maar voor zij de deur konden bereiken, kwam bliksemsnel een ruiter aange reden hij wierp hen naar links en naar rechts en het volgende oogenblik sprong Dick uit het zadel. Zijn linkerarm zat in een verband, maar met de rechter greep hij Marga beet en trok haar uit de gretig lekkende vlam men. Toen sloot zich de menigte om hen heen en een dozijn mannen strekte de armen naar haar uit om den last in ontvangst te nemen. Marga zakte bewusteloos ineen. haar man en diens familie is aange daan, wil Marga vluchten. HOOFDSTUK XXVI ln het kleine huisje van Martha Hooper lag Marga op het bed van deze zoo aanhankelijke vrouw uitge strekt naast haar knielde Dick neer, het gelaat in de handen verborgen. Op eenigen afstand stonden de gravin en Irene. Het oude landhuis smeulde nog steeds, maar het drietal scheen de ramp geheel en al vergeten. Al hun hoop en vreezen was gericht op de kleine, tengere gedaante. Reeds uren lag zij daar bewusteloos, doch van tijd tot tijd scheen zij tot de werkelijkheid terug te kee- ren. En eens meende Dick haar te hooren mompelen „Jack I" op een toon van zoo allesoverweldigende teeder- heid en liefde, dat Dick steunend van pijn en aandoening overeind sprong. Haar vlucht naar het huisje van Martha Hooper had haar een pijnlijk tooneel in het landhuis bespaard. Jake was er heen gebracht door de veldwachters van hei dorp, die de diamanten op hem hadden gevonden en t een geloof sloegen aan zijn verhaal, als zou hij ze van Marga mevrouw Landon gekregen hebben. Daarom brachten zij hem bij Seymour, van wien zij, zooals zij verwachtten, hoorden, dat Jake de diaman ten moest gestolen hebben. Maar de gravin, die in middels ook op 't tooneel verschenen was, beval den

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 28