*féetva
tviïeri
<p£t10
No. 36
De Pér astraat, de
hoofdstraat in de Eu-
ropeesche wijk van
Constantinopel, de
hoofdstad en resi
dentie van 't vroegere
Turkije der sultans.
1 V,
Dit is de geschiedenis van een erfenis.
De erfenis was onnoemelijk groot en de
erfgenamen waren velen er waren bij deze
zaak, die internationale verwikkelingen meebracht,
vele, uiteenloopende en eigenaardige moeilijkheden
er waren verschillende particulieren en lichamen
in verschillende landen door de erfgenamen met
de behartiging van hun belangen belast de strijd
werd gevoerd op bijeenkomsten van diplomaten,
in kantoren van advocaten en bankiers, zelfs in
gevangeniscellen.
De erfgenamen waren de nakomelingen van den
laatsten sultan van Turkije de geschiedenis van
hun lotgevallen, hun zwerven door Europa, van
goedgeloovigheid en bedrog en van oplichterij
in deze zaak, van de eigenaardige figuren die er bij
betrokken waren, van eindelooze verwikkelingen,
van fantastische avonturiers, die in de erfenis
kwestie een voordeelige zaak meenden te vinden
deze geschiedenis is een der meest vreemde en
sensationeele van den woeligen en aan sensaties
zoo rijken na-oorlogstijd, en bewijst weer, dat de
werkelijkheid nog steeds vreemder 'is dan wat
fantasie kan bedenken.
De laatste sultan van Turkije met absolute macht
was Abdul Hamid II, die in 1876 op den troon
kwam de beweging der Jong Turken (waartoe
o.a. het tegenwoordige hoofd der Turksche regee
ring, Mustafa Kemal, behoorde) dwong hem echter
in 1908 een constitutioneele regeering weer in te
stellen. Een jaar later werd hij bij fetva van den
troon vervallen verklaard Mohammed V volgde
hem op, die in 1918 stierf, toen Mohammed VI
zijn plaats innam. Dit was de laatste sultan van
Turkije. In 1922 was de toestand zóó veranderd,
dat Mohammed VI zijn toevlucht zocht op een
Engelsch oorlogsschip (op 17 November), dat hem
naar Constantinopel bracht.
Korten tijd vóór deze gebeurtenis, in de woelige
dagen, welke Turkije toen doormaakte, kwam in
Constantinopel 'n Amerikaansche millionnair, John
de Kay, die de voornaamste en ook de eigen
aardigste rol in deze ingewikkelde erfeniskwestie
speelt. Hij kwam, althans voor zijn doel, niets te
vroeg, want Mohammed VI zon op plannen, om
het vermogen der sultansfamilie tegen mogelijke
revoluties in veiligheid te brengen.
John de Kay was een vreemde persoonlijkheid.
Hij was een zakenman, die soms zijn geld waagde
aan de meest fantastische ondernemingen, die
echter later niet zoo vreemd en fantastisch leken,
of hij wist er nog voordeel uit te halen. Behalve
door zijn zakentalent onderscheidde hij zich door
eigenaardigheden, die men allerminst bij een
berekenenden financier zou zoeken. Hij had een
sterke neiging voor het bizarre, het vreemde, en
had behoefte aan omgang me* menschen, met wie
hij door zijn werk en zijn zaken niet in aanraking
kon komen. In Zwitserland bezat hij bijv. een villa,
waar hij geregeld schil
ders, schrijvers, tooneel-
spelers en andere kunste
naars ontving, evenals
bekende figuren uit het
politieke en maatschappe
lijke leven. De vriend-
sc hap vandelaatsten zocht
hij natuurlijk ook uit zakelijke overwegingen.
Zelf schreef hij ook hij liet o.a. een boekje ver
schijnen over „Nationalisme, Productie en Wereld
handel". Op zijn reizen, wanneer hij zijn auto niet
gebruikte, liet hij zijn eigen salonrijtuig aan den
trein koppelen altijd nam hij een groot aantal
bedienden, secretarissen en typisten mee, terwijl
een uitgebreide bagage en de gewoonte, om steeds
een half hotel voor hem en zijn hofhouding te
reserveeren, den indruk gaf of een Indisch vorst of
zooiets op reis was.
Het lag geheel in de lijn van zijn karakter, om te
trachten in aanraking te komen met de sultans
familie. Dit gelukte hem door bemiddeling van
een der leden van de Entente-Commissie, die
toen in Constantinopel was,
John de Kay ging op audiën
tie in het paleis het bezoek
werd door meer gevolgd, en
hij hoorde al spoedig, welke
zorgen over zijn vermogen
den sultan plaagden.
De millionnair deed toen
een voorstel, dat graag aan
vaard werd hij zou met de
leden der sultans-familie een
maatschappij vormen, die
het geheele vermogen aan
onroerende goederen in bezit
kreeg. Deze maatschappij,
de Ottoman Imperial Estates
Incorporated, zou in Amerika
gevestigd worden, om mo
gelijke moeilijkheden, inbe
slagname door de regeering,
enz., te voorkomen. Alleen
aan prospecti en documen
ten over het vermogen der
sultansfamilie (o.a. uitge
strekte bezittingen in Syrië,
Albanië, bij Mosul) gaf John
de Kay enkele duizenden
dollars uit. De aandeelen
werden grif verkocht, om
dat men enorme winsten ver
wachtte, wanneer eenmaal de goederen te gelde
zouden worden gemaakt.
De ruim twintig familieleden onderteekenden
zonder bezwaar alle papieren, waaronder een
bepaling was, dat voor liquidatie van hun bezit de
gezamenlijke goedkeuring van hen allen noodig was.
Na het vertrek van Mohammed VI kon zijn
familie niet in Constantinopel blijven hun tijd
was voorbij. Er werd een extratrein voor de sultans
familie gereed gemaakt, waarmede veertien vrou
wen en zeven mannen naar het buitenland ver
trokken de reis stond onder leiding van Abdul
Kadir.
In den trein speelde zich een voor Europeesche
toestanden zeer vreemde scène af. De twee vrou-
laatste „groote
Turkije.
Abdul Hamidde
wen van den sultan wilden met elkaar kennis
maken In Turkije hadden zij in verschillende
paleizen gewoond zij hadden nooit met elkaar
gesproken, elkaar zelfs niet gezien zij wisten
slechts van elkaar, dat zij bestonden. Een revolutie
was noodig voor deze kennismaking nu zij in den
trein zaten, op weg naar de ballingschap, ontmoet
ten Meziette en Medsidse elkaar voor het eerst.
De twee echtgenooten van één man omhelsden
elkaar, waarna ieder „de andere" eens goed bekeek
en opnam.
In Belgrado liét Abdul Kadir den salonwagen
afkoppelen hij deelde zijn familieleden mede,
dat hij niet meereisde naar 't doel van de reis, Parijs,
maar naar Boeda
pest ging, waar hij
eenigszins bekend
was de familie
van den sultan,
die later over
groote afstanden
verspreid werd,
ging dus reeds
spoedig uiteen.
Abdul Kadirkwam
met zijn twee
vrouwen, eenige
eunuchen en be
dienden en 'n groot
aantal kisten met
kostbaarheden in
Boedapest. De be
dienden werden
spoedig alsioverbo-
dig naar Turkije
John de Kay, de vreemde finan
cier uit Amerika, aan mien de
sultanserfgenamen de liquidatie
der erfenis toevertrouwden.
(Zie artikel.)
teruggestuurd de vrouwen
kregen ieder een apart huis,
waar zij, in vreemde omge
ving en in voor hen zoo on
gewone toestanden, sterk
door heimwee werden ge
plaagd. Abdul Kadir kon
zich beter aanpassen hij
vond al gauw den weg naar
dancings en nachtclubs, waar
hij op dolzinnige manier geld
uitgaf. Hij maakte er bijv.
een gewoonte van, aan iedere
dame, met wie hij danste,
een brillant te geven.
Het is begrijpelijk, dat hij,
die hoegenaamd de waarde
van het geld niet kende, een
gemakkelijk slachtoffer werd
van de individuen, die zulke
rijke en vooral onervaren
prooien zoeken. Een zekere
Griek Foco maakte met Abdul Kadir kennis
hij sprak Turksch, hetgeen er veel toe bijdroeg
om de vriendschap van den sultan te winnen. Deze
was blij iemand gevonden te hebben, die hem kon
helpen en raad geven in die moeilijke geldzaken.
Foco was niet minder blij, dat hij zoo spoedig zijn
doel bereikte. Hij adviseerde Abdul, om een ge
deelte van zijn vermogen in huizen te beleggen
Abdul nam den raad aan en werd eigenaar van een
villa in de Uszoki Ucca en van een huis in de
Orczi ut. Niet lang daarna wist Foco echter een
goeden kooper voor deze perceelen de sultan
geloofde onvoorwaardelijk in de juistheid van den
raad, dat het 't beste was de huizen nu te verkoopen
en hij kreeg 20.000.voor de groote villa, en
evenveel voor het huis, dat veel meer waard was.
sultan