ERVARINGEN VAN 'N ONSCHULDIG VERBANNENE
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: Tijdens de bezetting van
het Duitsche stadje Kehl door de Fransche troepen wordt de daar woonachtige
leeraar Al [ons Paoli Schwartz gearresteerd. Hij wordt er van beschuldigd, Ftansch-
man zijnde (hij is op Corsica geboren), in 't Duitsche leger gediend te hebben.
Schwartz, wiens ouders Duitschers waren, en die altijd in Duitschland leefde, was
onbekend met de bepaling, dat ieder die op Fransch grondgebied wordt geboren
als Franschman wordt beschouwd. Na twee jaar in voorarrest te hebben gezeten,
wordt hij veroordeeld tot verbanning naar Guyana. Tijdens het transport maakt
hij kennis met Germaine Leroux, die van spionnage beschuldigd is. Schwartz
wordt overgebracht naar St. Martin de Ré. Vandaar wordt hij aan boord gebracht
van het schip, dat hen naar Guyana voert. Zijn definitieve bestemming blijkt ten
slotte het Duivelseiland te zijn, waar ook Dreyfus eens gevangen zat.
Schwartz maakt de plannen voor den bouw van een boot want een
boot moet het zijn, een mooie, groote, sterke boot, die hen beiden veilig
naar Venezuela zal brengen. Hij kent de stroomingen hij weet, dat
die, voorbij het eiland, regelrecht naar de kust der vrijheid voeren. De
weg naar Venezuela zal een duizend kilometer lang zijn, de tocht zal een dag
of tien duren maar een sterke wil drijft hen voort.
De boot moet licht zijn, om over de branding heen te komen, maar
tegelijk sterk, om bestand te zijn tegen de zware golfslagen der zee.
Moet het een roei- of zeil- of glijboot worden Schwartz heeft technische
ervaring -hij maakt een teekening, vindt een vaartuig uit, dat lijkt op de
tegenwoordige vouwbooten, toen nog niet bekend.
Hij bestudeert de graten van de grootere visschen, die zijn hengel uit de
zee ophaalt. Daarvan is ieder onderdeeltje dun en broos, maar de verhoudingen
tusschen de onderdeden en den samenhang zijn zóó, dat het geheel den gewel
digen druk der waterdiepte, de snelheid der voortbeweging en menigen slag
kan uithouden.
Schwartz herinnert zich zijn ervaring met kooien en rattenvallen in de
gevangenis te Chalons-sur-Marne. Ook daarvan was ieder deeltje dun en
broos, maar de heele kooi of val was tegen een aardigen druk bestand. Het is
den eigenzinnigen Wiard echter niet aan 't verstand te brengen, dat er niet
zoo'n massa materiaal noodig is voor die boot dat men licht en toch stevig
bouwen kan.
Wiard wil beslist een zwaar vaartuig hebben, een vlet, die een flinken
tik van een golf kan uithouden. Van wetenschappelijke berekeningen heeft
die onontwikkelde man geen begrip.
„Maar zoo'n boot, als jij hebben wil, krijgen we met z'n tweeën nooit de
zee overredeneert Schwartz. „Dan zouden we minstens met vieren moeten
zijn 1"
Goed dan zorgt Wiard, dót ze met vieren zijn Hij neemt de ballingen
Christelle en Richard in vertrouwen. Die doen natuurlijk aanstonds mee, en
willen alles doen voor het welslagen van het plan.
Op Kerstavond van het jaar 1922 komen de vier bij elkaar, in het huisje
van Wiard en Schwartz. Zij hebben botje bij botje gelegd, en wat smakelijker
eten aangeschaft. Wiard heeft het klaargemaakt, en hij is trotsch op zijn kook
kunst. Zelfs aardappels hebben zij een ongehoorde heerlijkheid. Wijn is er
natuurlijk ook, meer dan op andere dagen. Richard en Christelle raken al
vlug in een vroolijke stemming, en dan spreekt Wiard
„Kameraden, nu moet de leider van de expeditie gekozen worden. Dien
man moeten de anderen volkomen vertrouwen en onvoorwaardelijk gehoor
zamen. Zijn woord moet iedereen heilig zijn. Tegenspraak hoeft hij niet te
dulden. We nemen ieder een briefje, en schrijven er een naam op, en dan gooien
we 't ieder in dit pannetje. De stemming is geheim niemand hoeft te weten,
wien de andere gekozen heeft."
Er worden vier stembriefjes geopend en op alle vier staat de naam
Wiard. Hij heeft dus zichzelf gekozen.
Hij is buitengewoon in zijn schik, dat ook Schwartz op hem gestemd heeft
hij bedankt uitbundig en doet zoo gevleid, dat Schwartz voor 't eerst groo-
ten afkeer tegen dien man in zich gewaar wordt. Maar dat gevoel van wan
trouwen wordt snel weer vergeten, want nu moeten alle bijzonderheden der
vlucht besproken worden. Wiard doet daarbij zoo dapper en zoo groot, dat
Schwartz toch weer een beetje achting in zich voelt opkomen.
De vier ballingen zullen dus vluchten, over de uitgestrekte zee varen
in de eigengemaakte, zware boot, en punt voor punt zal het programma
worden afgewerkt.
Waar zullen zij de boot bouwen Het werk mag niet gezien worden.
Maar blijft er wel iéts onopgemerkt op het Duivelseiland, waar men inet
Foto van een banneling op het eiland Royaleop den achtergrond ontwaart
men het Duivelseiland, hetuelk, zooals men weet. op geringen afstand ligt.
zooveel wantrouwen en jaloezie op elkaar let Er wordt gedacht aan het
Duivelsbosch, op de hoogte. Daar kunnen zij met hun sabels een open plek
maken, een paar boomen vellen daar kunnen zij dan werken.
Maar Schwartz vindt het Duivelsbosch geen geschikte schuilplaats. Men
zal het onvermijdelijke kloppen en hameren kunnen hooren, en komen zien,
wat er gaande is. Andere ballingen zullen hen nasluipen en het heele plan
uitbrengen. Bovendien kon de regen daar alles in 't honderd sturen. Waren
er in 't Duivelsbosch geen gevaarlijke mieren en knagers, die het hout konden
aantasten En zouden de nieuwsgierige duivelsvogels door hun geschreeuw
niet alles verraden
Neen, het Duivelsbosch was geen schuilplaats maar hier onder 't huis,
onder hun eigen kleine huisje, was er toch een volgeplempte ruimte Ze moes
ten zien, of ze die niet weer leeg konden krijgen.
Wiard neemt dit voorstel aan. Hij heeft al eens in een mijn gewerkt, in
de buurt van Lens hij heeft verstand van stutten. Hij ziet kans, het ce
menten kelderdak om het zoo maar te noemen behoorlijk te versterken,
zoodat niemand door den vloer in den aanstaanden kelder kan vallen. Christelle,
de stevige werkezel, zal met het uithollen beginnen.
Er staat buiten, tegen den muur van het huisje, een kippenhok van
planken. Als Wiard daar naar kijkt, denkt hij lachend aan zijn eerste poging
tot ontvluchting, eenige maanden geleden.
Hij had toen van stevige planken een groote kist getimmerd, een kippen
hok maar toen hij dat loodzware ding naar het strand wou brengen, bemerkte
hij, dat zijn niet geringe kracht dóór toch niet groot genoeg voor was. Daarom
gaf hij zijn poging toen op, en Wiard sloeg de kist weer uit elkaar men mocht
anders eens argwaan krijgen. Nu echter zal dat kippenhok goede diensten
bewijzen.
Achter de planken peuteren Schwartz en Christelle een paar steenen uit
den muur; slechts zooveel, als noodig is, om door de opening te kunnen krui
pen en in den „kelder" te kunnen komen, die bijna geheel met steenen en puin
is opgevuld. De steenen brengen zij naar de tuintjes, waar muren gebouwd
moeten worden. Geen mensch vindt het iets bijzonders, als ballingen met
groote steenen komen aansjouwen. De aarde, die uit den kelder komt, brengen
zij geleidelijk, bij kleine hoeveelheden, naar de tuintjes over, en de kleinere
steenen gooien ze hier en daar neer.
Een paar weken ingespannen arbeid Christelle is de eigenlijke