CIHABCD 1204 VRIJDAG 17 FEBRUARI 1933 No. 38 De heer Clant gaf zijn kopje aan zijn vrouw, om het te laten vullen met koffie, en met strenge oogen keek hij naar zijn dochter. „Is 't haast uit met dat gehuil?" vroeg hij vinnig. „Doe dien zakdoek weg Heb ik daar zooveel geld voor uitgegeven, om je te laten leerendat je met een stoffeerder zou trou wen 't ls om razend te worden 1" „Hij is geen stoffeerder hij ontwerpt tapijten en enDolly Clant, eenige dochter van den spek- en worstkoning Uriah Clant, verborg haar mooie gezichtje in haar handen en snikte onbedaarlijk. Even ging er een scheut medelijden door het gepantserde hart van Uriah, maar die werd direct verdoofd door het gezond verstand. Nee, er kwam niets van in. Hij sloeg 't in mekaar, zooals hij bijna alles in mekaar had geslagen, wat hem ooit in den weg had gestaan. Hij keek naar zijn vrouw, die kleintjes en onderworpen tegenover hem zat. Zij had óók een willetje gehad maar nu gaf ze hem alles toe alles, op één ding na. Dat ééne ding was Bonzo, het Pekingeesje, dat op 't oogenblik in een hoek weelderig stond te ontbijten. Twee jaar geleden had hij 't voornemen te kennen gegeven, Bonzo uit te roeien maar toen was zijn onderworpen vrouwtje opeens veranderd in een brieschende tijgerin. Sindsdien had hij gezwegen, maar vaak waarden er duistere plannen door zijn brein, als hij het gehate dier door de kamers zag waggelen. „Ik trouw tóch met 'm ik hou van hem ik doe 't toch Dolly sprong op en rende de kamer uit. Er kwam een koppige trek om den mond van Uriah Clant. „Zonder een centschreeuwde hij, terwijl de deur dichtsloeg. Toen keerde hij zich tegen zijn vrouw. „Heb jij dat nu niet zien aankomen Had je me niet kunnen waarschuwen?" Maar het vrouwtje gaf geen antwoord. Uit den hoek had zij een gorgelend geluid gehoord. Zij sprong op en knielde naast haar lieveling. „Arme engel, hij heeft 'n beentje in zijn keel. Haal 't er eens gauw uit, Uriah „Ik sla 'm net zoo lief dood „Barbaar! ik spreek nooit meer tegen je!" De heer Clant beefde van verontwaardiging. Daar was 't weer Hij stond op, greep 't dier bij zijn nek en verrichtte de operatie. Toen smeet hij het beesc neer en liep de kamer uit. Eerst zijn dochter in opstand, nu zijn vrouw tegen hem, Uriah Clant, voor wien een heel personeel sidderde Was er dan niemand, die dat lamme dier ver giftigen wou Toen hij de stoep af was, had hij zijn besluit genomen de hond moest weg en zijn dochter trouwde niemand minder dan een baronet „Messen of scharen te slijpen, meneer?" Hij keek naar den wagen, en toen naar den man. Er kwam een idee in hem op. „Wil je iets voor me doen voor vijf pond?" vroeg hij. Bill Murk keek. „Alles, behalve moord," zei hij. „Je krijgt vijf pond, als je een hond voor me verdrinkt „Voor mekaar 1" „Ik woon hier zie je dat raam boven de deur Daar kom je morgenochtend om vijf uur vóór staan, met een zak. Ik zal het geld gooien en den hond in den zak laten vallen. Gesnapt Bill Murk vroeg niets hij knipoogde. En de heer Clant ging naar zijn kantoor, om van zijn gezag te genieten. Er hadden veel meisjes geschreid, en vier bedienden hadden gebeefd, toen hij weer naar huis ging. „Weet je, wat ik zou doen?" zei Elly Mason tot haar broer. „Ik zou haar schaken! Iedere vader zal nog zoo'n man krijgen voor zijn dochter!" „Ik was net van plan, haar te schaken," zei haar broer somber. „Morgenochtend. Ze heeft allang gezegd, dat ze 't doen wou, als hij niet toestemde." Terwijl Elly een kreet van romantische ver rukking slaakte, werd er gebeld. Elly ging open- door C. Lundy doen, en Dolly kwam binnen, met dikke oogen en een roode neuspunt. Een minuut later zaten de drie samenzweerders plannen te maken, om het massieve brein van den spek-specialist te verschalken. „Ik kom met den two-seater," zei Freddie. „Dien laat ik op den hoek staan. Dan gooi ik 'n steentje tegen je raam dat is het teeken, dat de wagen klaar staat. Dus dan glip je onhoorbaar de deur uit. Morgenochtend om vijf uur. Dan gaan we met z'n drieën naar Parijs en daar trouwen we." „O, Freddie, wat ben je slim en dapper snikte Dolly, terwijl ze haar armen om zijn hals sloeg. „Wccst gezegend, kinderen riep de roman tische Elly opgetogen. Bill Murk liep zacht om het huis heen. Hij was wat vroeger gekomen, om een beetje terrein te verkennen. Vijf pond waren natuurlijk vijf pond, maar wie weet was er hier in de toekomst nog wel meer te halen. Toen hij aan den achterkant van het huis kwam, ontdekte hij met schrik, dat het raam van de provisiekamer open was blijven staan. Dit was een zware beproeving voor zijn zedelijk gevoel Hij was dien ochtend heusch niet gekomen, om ernstige zaken te doen maar dat lamme raam vroèg er gewoon om Voorzichtig ging hij terug naar de voordeur en bleef daar besluiteloos staan. Hij nam een paar kiezelsteentjes en gooide ze tegen het raam. 't Werd tijd, dat die ouwe kerel met z'n hond en z'n vijf pond voor den draad kwam Hij wachtte en luisterde. Duurde 't nog lang Was 't geen schande, zoo'n lokkend open raam blauw-blauw te laten Was 't geen geld in 't water gooien Natuurlijk. Vlug en zacht liep hij het huis weer om. Boven ging behoed zaam een raam open. „Ik ben direct klaar, liefste," fluisterde een meisjesstem. „Wacht je nog even?" Bill Murk echter vernam dat teedere verzoek niet hij was elders bezig. Hij stond voor de kast, die het oude zilver van den heer Clant bevatte, en tevreden mompelde hij „Wat 'n zonde, dat ik maar één zak bij me heb En had ik maar een kereltje meegebiacht Toen ging hij snel aan den arbeid. Ziezoo! Met eeltige hand wischte hij zich het eerlijke zweet van het voorhoofdhij keek naar den bollen zak, nam hem op zijn rug en strompelde de ka mer uit. Er volgde een be nauwd oogenblikje, toen de zak met een rinkelenden plof in den tuin viel. Maar niemand kwam hem storen. Zwaarbeladen strompelde hij het kleine zijhekje door. Hoe moest hij den boel nu wegkrijgen Zou hij den buit maar niet ergens verstoppen En toen zag hij vijf meter verder 'n autootje staan. „Bedriegen mij mijn oogen zuchtte hij, en met een dankbaar hart bekeek hij het wagentje. Hij laadde den zak in, ging zitten, drukte den starter in, gleed langzaam vooruit. Toen hoorde hij opeens snelle schreden, het portier vloog open, hij voelde twee sterke jonge armen om zijn on- gewasschen nek en een zachtcn warmen mond tegen zijn stoppelige kaak. „Mijn lieveling Ruw maakte de heer Murk zich los uit die om helzing en sloeg zijn vuile hand voor Dolly's mond. „Als je nog één kik geeft, draai ik je je nek om snerpte zijn stem. Toen schoot het wagentje weg in 't donker. Freddie staarde naar de maan, zuchtte en gooide het eindje van zijn achtste cigaret weg. Hij had moed verzameld met rondwandelen, nadat hij zijn wagentje op den hoek had gezet. Nu was 't over vijven vooruit Hij raapte een paar kleine steentjes op, mikte ze zacht tegen het raam en wachtte. Hoe klopte zijn hart Opeens ging het raam met een ruk open. Hij naderde met uitgestrekte armen. „Mijn lieveling riep hij in een vurige fluistering. Er fladderde een papiertje naar den grond. „Verzuip 't mormel maar gauw fluisterde boven hem een heesche stem, terwijl iets warms en wolligs hard op zijn hoofd neerkwam. Het raam sloeg dicht. Bonzo kwam overeind, ging opzitten en begon klaaglijke geluiden te maken. Freddie raapte het papiertje op, bekeek het met verbazing, en stak het in zijn zak zou hij wel later zien. De heer Clant bleek op zijn hoede te zijn. Geen kans vandaag, om Dolly te schaken. Maar wat moest hij met Bonzo Waarom werd hij uit- Afgeleefd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 20