Nd. 38
VRTJDAG 17 FFRRUARl 1933
I EN DE MILLIONNAIR
In minder romantisch licht verschijnt hij, wan
neer wij lezen dat hij in Albanië op niet geheel
eerlijke wijze ruim 200.000 francs inde, n.l. op een
credietbrief welke niet bepaald in orde was. Ver
der had hij zich in 1920 te Boedapest voorgedaan als
lid van een daar werkende internationale commis
sie, waardoor het gemakkelijk werd gemaakt
faciliteiten te verkrijgen, welke noodig waren voor
min of meer duistere zaakjes. In hoeverre deze
beschuldigingen juist zijn, is niet volkomen opge
lost, want toen de politie eenmaal tegen hem op
trad, kwamen plotseling van alle kanten beschul
digingen en verzoeken om gerechtelijke vervolging.
Meer waarschijnlijk lijkt het, dat hij in München
eenigen tijd ter observatie in een inrichting voor
geesteszwakken heeft doorgebracht. Uit alles
blijkt echter wel, dat het een onevenwichtige en
overspannen geest is geweest, die fantastische
financieele ondernemingen op touw zette, en
daarbij met veel energie en veel geluk bereikte, wat
een ander onbereikbaar zou achten. Dat echter
ondernemingen, in dezen geest opgezet, tenslotte
dikwijls op een fiasco moesten uitloopen na het
eerste succes, is duidelijk en is dan ook gebleken.
Daarbij kwam, dat zijn pogingen om de kansen te
keeren, toen enkele ondernemingen zuivere ver
liesposten werden, misluktenhet geld, dat hij
daarvoor gebruikte, maakte het verlies slechts
grooter en zijn vermogen veel kleiner.
Abdul Kadir was intusschen tot de conclusie
gekomen, dat het niet onverstandig zou zijn, het
advies van een advocaat te vragen omtrent de
vreemde gedragingen van John de Kay, die nog
steeds de onmetelijke erfenis moest liquideeren.
Zijn raadsman, dr. Boda, had verschillende keeren
geprobeerd, contact te krijgen met het Miinchener
bureau van de „Ottoman Imperial Estates in-
corp.", maar John de Kay kon hij er nooit treffen.
ondervinding had mij wijzer gemaakt en ik liep
eenvoudig naar zijn werkkamer. Daar vond ik hem
achter een kolossaal bureau, dat letterlijk volge-
stapeld was met allerlei papieren en documenten.
Hij begon met mij papieren voor te leggen, waaruit
bleek dat hij aan de sultansfamilie reeds groote
sommerr had uitbetaald als voorschot op de li
quidatie, en verraste mij toen plotseling met het
voorstel, zijn gevolmachtigde voor Hongarije te
worden. Ik zou moeten onderhandelen met de
familieleden van Abdul Kadir en hen er toe be
wegen, zoo gauw mogelijk alle overeenkomsten
met advocaten en gemachtigden op te zeggen en
de geheele zaak weer in handen te geven van John
de Kay. Eerder kon hij niets doen voor de liqui
datie. Bij de oorspronkelijke overeenkomst met de
erfgenamen was, zooals wij reeds schreven, de
bepaling opgenomen, dat alleen tot liquidatie zal
worden overgegaan, wanneer de erfgenamen (21
in totaal), zonder uitzondering, over alles tot over
eenstemming zijn gekomen en de afwikkeling der
zaak in handen van John de Kay laten. Nu be
grijpt men dat telkens iemand der familieleden,
die zoo onervaren in financieele zaken zijn,
dadelijk de behartiging van hun belangen toever
trouwde aan iedereen, die onmiddellijke voordeelen
beloofde en voorschotten gaf. De bewuste be
paling werd daardoor telkens overtreden, met
het gevolg, dat John de Kay de liquidatie weer
kon uitstellen. Hij was echter bereid de zaak
definitief te regelen, wanneer de erfgenamen bij
elkaar zouden komen en hem weer als hun eenigen
raadsman en gemachtigde erkenden. Hij wilde
zelfs weer een belangrijk voorschot geven.
Ik begreep, dat het 'n uiterst moeilijke taak zou
zijn, om alle familieleden in Europa en Klein-Azië
op te sporen, en nog moeilijker, om hen tot
overeenstemming te brengen. Want behalve dat
zij steeds tot alles bereid waren als iemand hun
een voorschot op hun aandeel in de erfenis gaf,
wantrouwden zij elkaar in hooge mate en gaven er
de voorkeur aan, zelf te handelen, hoe onbeholpen
dit ook ging. In dat opzicht leefden de achterdoch
tige geest en vrees van 't sultanspaleis nog onder
hen."
Dr. Boda nam De Kay's voorstel niet aanna
al hetgeen hij van dezen zonderlingen financier
gehoord en ondervonden had, bedankte hij voor
de eer om zijn vertegenwoordiger te worden hij
vreesde, dat hij nooit van zijn opdrachtgever
vergoeding zou ontvangen voor zijn moeiten en
onkosten.
John de Kay zelf regelde zijn zaken in Salzburg
en wel met zulk goed gevolg, dat de autoriteiten
hem weer volkomen vrijheid van beweging gaven:
hij had tenslotte geen eigenlijke misdaden bedre
ven. Schulden werden betaald, verplichtingen
voldaan, enkele beschuldigingen bleken ongegrond
1189
te zijn. Hij vertrok
ën toen enkele leden der
sultansfamilie weer eens
nieuwe pogingen tot af
doening der zaken wilden
doen, was hij niet in
Salzburg, en waar hij
wel was, wist niemand.
Voor nasporingen, die
eenige kans op slagen bo
den, hadden zij geen geld.
Het filiaal van De Kay's fantastische maat
schappij in München bleef bestaan na de verdwij
ning van den millionair de leider kreeg echter
zooveel last van bezoekers uit alle deelen van
Europa, die er belang bij hadden iets naders over
John de Kay te weten, dat hij het bureau ophief
en naar Bern verhuisde, waar eveneens indertijd
een filiaal was gesticht. De leider hiervan was
een der vele elegante avonturiers, die menschen als
John de Kay altijd weten te vinden, in de hoop
op een gemakkelijke manier veel geld te verdienen.
Zijn voornaamste talenten bestonden hierin, dat
hij steeds goed klinkende namen voor zichzelf
kon verzinnen, en altijd vertrouwen (en geld)
kon krijgen, als het er om ging, aandeelhouders te
vinden voor een of andere dubieuze maatschappij.
De „Ottoman Imperial Estates Incorp." was
geen dubieuze zaak, omdat het bezit nog altijd
gevormd werd door het enorme vermogen en de
vele bezittingen,waaruit de sultans-erfenis bestond,
maar degenen, die zich lieten verleiden om aan-
deelen te nemen, wisten meestal niets van de ein-
delooze moeilijkheden en strubbelingen, welke de
liquidatie van deze erfenis reeds had opgeleverd,
en naar alle waarschijnlijkheid nog opleveren zou.
Het einde was natuurlijk gemakkelijk te voor
zien. De baron (de leider van het filiaal was in
Bern als een Hongaarsche baron bekend) incas
seerde het geld van de vele graag geplaatste aan-
deelen, gebruikte een tijdlang een kostbaar inge
richt bureau, gunstige rapporten en bekende na
men van z.g. vertrouwenslieden en financiers om
het geloof in de betrouwbaarheid van de zaak sterk
te houden, en verdween toen met zijn helper. Het
geld verdween met hem. Voor den zooveelsten
keer kwamen goedgeloovige spaarders weer eens
tot de onaangename ondervinding, dat gunstige
rapporten over den stand van zaken en mooie
beloften niet hetzelfde is als een behoorlijke winst
op de lichtvaardig gekochte papieren.
En de baron en zijn helper in Bern ondervon
den weer, dat er voor gewetenlooze speculanten
nog altijd voldoende goedgeloovigheid in de wereld
is, die in geld veranderd kan worden. Rijk verlieten
zij de Zwitsersche hoofdstad.
Men begrijpt, dat in deze omstandigheden de
liquidatie er meer dan slecht voorstaat. De leden
der sultansfamilie, die voor de verdeeling der
erfenis in aanmerking komen, weten nauwelijks
van elkaar waar zij wonen, onder welke omstandig
heden zij leven, of zij zelfs nog in leven zijn. Zij
weten nog veel minder, waar John de Kay is.
Hoe moet deze verstrooide kudde den weg vinden,
die veilig langs de ontelbare hinderpalen en moei
lijkheden dezer uiterst ingewikkelde kwestie naar
de uiteindelijke oplossing leidt
...en reiniging der voeten door mannen, vóór
rij de moskee voor het avondgebed binnengaan.
Toen hij nu in de kranten las, dat de millionnair
moeilijkheden met de politie in Salzburg had,
meende hij 'n gunstige gelegenheid te hebben, met
hem te onderhandelen. John de Kay zou wel minder
ongenaakbaar zijn, oordeelde hij, nu de politie
zich met zijn zaken bemoeid had. Hij reisde dus
naar Salzburg en had een onderhoud met den
Amerikaan. „Hij woonde nog steeds in het dure
hotel," vertelde dr. Boda later, „want hij was
slechts door de politie verhoord en daarna op vrije
voeten gelaten hij stond echter nog onder toezicht
en mocht voorloopig Salzburg niet verlaten, al was
er geen reden hem als 'n misdadiger te behandelen.
Eerst wilde hij me niet ontvangen, maar de
Salzburg, waar John de Kay door de politie be
waakt werd en zijn geluksster begon te dalen.