De Prijs van haar Liefde
DOOR CHARLOTTE BRAME
Uitslag van de Prijsvraag voorkomende in het premieboeh „De eer van zijn Vader"
1242
VRIJDAG 24 FEBRUART 1933
No. 39
Geruimen tijd geleden onze trouwe lezers zullen het zich stellig herinneren hebben
wij een prijsvraag uitgeschreven, die als inzet had: „Welk van de laatste acht verschenen
preniieboeken vond U het mooist?" Het resultaat van deze enquête was, dat de twee
romans: „Lady Demer's geheime huwelijk" en „Het geheim van de slotgracht" met
groote meerderheid als de twee mooiste boeken door onze lezers werden aangeduid. En
beide boeken waren van een en dezelfde schrijfsterCharlotte Brame. Het ligt dus voor
de hand. dat we. bezield met de bedoeling om een boek te brengendat bij iedereen in den
smaak moest vallen, onze keus weer eens lieten vallen op een werk van deze gevierde
schrijfster. We zijn er dan ook min overtuigd dat zij, die indertijd de bovengenoemde boeken
lazen, met graagte dezen roman ter hand zullen nemen en dat degenen, die toen nog niet
tot onze getrouwe afnemers behoorden, deze kans zeker zullen aangrijpen om met het werk
van Charlotte Brame in kennis te geraken. Hier volgt een kleine episode uit den boeienden
roman „De prijs van haar liefde".
Loch Nam was een dier uitgestrekte, schilder
achtige Schotsche meren, door bergen omringd,
welker rotsmassa's zich in de klare wateren weer
spiegelden. Vooral het water was bijzonder mooi,
want het leek wel, alsof het voortdurend verander
de. 's Morgens vroeg, wanneer de zon begon te
schijnen, leek het een spiegel van vloeiend goud
later op den dag, wanneer de zon hooger en hooger
aan den blauwen hemel klom, was het als één
diepblauw tapijt en 's avonds, wanneer in 't
westen de zon was onder gegaan, weerkaatste het
water in de karmozijnen en purperen hemelglanzen
in zijn fulpen diepten. In heel het goede oude
Schotland was misschien geen sprookjesachtiger
meer te vinden dan Loch Nam.
Tusschen twee heuvels in lag een smalle, donkere
kloof. Vandaar uit had men een schitterend
vergezicht op de zee en op de moerassen, op de
bergen en de bosschen.
In de stilte van zekeren zomermorgen werd
opeens de zwakke klank gehoord eener melodie,
gezongen door een vrouwenstem, helder en muzi
kaal, en met een bijna hartstochtelijken onder
grond, alsof een gekerkerde ziel opluchting vond
in dit gezang.
Aan een boomstam, dicht bij den waterkant,
lag een bootje gemeerd.
De zangeres rees uit de schaduw van de duis
tere kloof op tegen den zonnigen, klaren ochtend
hemel. Zij geleek wel de koningin van berg en
meer.
Ze was slank en rijzig, maar tevens waardig en
gratieus, volmaakt van lichaamsbouw, blakend van
gezondheid haar mooi gevormde armen waren
sterk en gespierd. Het dagelijksch verblijf in de
open lucht en de voortdurende lichaamsbeweging
hadden aan deze nakomelinge van een edel ras
die gezondheid en kracht geschonken, welke een
fortuin op zich zelf beteekenen.
Het meisje liep op de boot toe, maakte haar los
en sprong er in. Dan nam ze de roeispanen ter hand
en roeide snel over de blauwe wateren van het
meer. Ze had een betooverend schoon gelaat
in haar donkere oogén gloeiden hartstocht en
vurigheid, en haar bijna zwarte blikken pasten
zich wonderwel aan bij haar donker uiterlijk en
zonverbrand gelaat. Ze was eenvoudig, ja zelfs
bijna arm gekleed, maar haar Schotsche omslag
doek borg in zijn plooien iets betooverends, want
geen koningin droeg ooit haar staatsiekleed met
grooter gratie. Een klein, Schotsch mutsje sierde
haar donkerblonde hoofd.
Snel roeide ze voort over het meer en ze keek
naar het spatten van haar riemen dan, aan den
overkant aangekomen, maakte zij de boot vast
ze nam er een boek uit, dat zij had meegebracht,
en begaf zich naar een inzinking in den met struik
gewas begroeiden heuvel. Ze lachte met al den
eenvoud en de zorgclooze gratie van een kind.
„Nu ben ik precies even eenzaam als Robinson
Crusoë op zijn verlaten eiland," sprak ze bij
zichzelf.
Ze sloeg het boek open en begon te lezen, terwijl
rondom haar de bijen over de heidestruiken zoem
den, de bontgevleugelde vlinders dartelden van
tak tot tak en de zon scheen op de blanke, open
geslagen bladzijden van haar boek.
„Waarom zou ik eigenlijk gedichten lezen
dacht Beatrix Lennox. „Ik leef hier als 't ware
midden in een gedichtKunnen gedrukte woorden
ooit zoo'n mooie geschiedenis vertellen als wat ik
hier om me heen zie Ach, als iemand ter wereld
volkomen geluk smaken wil, moet hij een morgen
alleen doorbrengen hier op Loch Nam
Ze had niet de gewone behoefte van een meisje
aan gezelschap. Ze had nog nooit bij zichzelf
gedacht, dat de plaats, waar ze zich bevond, zeker
tweemaal zoo mooi zou wezen, wanneer er iemand
bij haar was en haar bewondering kon deelen. Ze
was volmaakt gelukkig zoo alleen. Eigenaardig
was 't te zien hoe ze nergens bang voor was
zelfs de wilde vogels fladderden om haar heen.
Inderdaad was Beatrix Lennox de ongekroonde
koningin van deze eindeloozc, ongestoorde een
zaamheid.
Ze legde haar boek terzijde. Hoe kon ze lezen,
met zulk een zonneschijn op het water, over de
purperen heide, over de verre heuvelrijen en het
moeras. Van zichzelf bezat prins Charlie's dochter
een dichterlijke ziel, ontvankelijk voor alles wat
schoon was, er van houdend met hartstochtelijk
heid, en het begrijpend met dezelfde dichterlijke
verbeelding als wijlert haar vader. Ze keek eens
om zich heen en liet dan met een zucht van vol
doening zich in de heide glijden.
„Moeder praat altijd over huiskamers of bou
doirs ik weet echter zeker, dat geen zaal door
menschenhand gemaakt het halen kan bij deze
heerlijke plek. Is de hei geen schitterend tapijt,
zijn de heuvels geen fraai gedecoreerde muren
en is de blauwe hemel geen prachtig plafond Soms
zou ik willen, dat deze heuvels zich samenvoegden
tot een ruimte, waaruit het onmogelijk zou zijn
te ontsnappen."
Ze keek naar den kant, waar in de verte de zee
glinsterde in den zonneschijn.
De klank van een bel aan den anderen kant van
het meer deed haar opschrikken. Glimlachend
sprong zij overeind.
„Weer een morgen voorbij sprak ze peinzend,
„een morgen vol droomen Ik zou wel eens willen
weten of het voor de menschen prettiger is te leven
in een droom dan in werkelijkheid ging Beatrix
Lennox voort. „Wat ken ik eigenlijk voor men
schen. Ik kan ze bijna tellen op de vingers van
één hand. Ik ken mijn moeder, en ik ken Margaret
Macphcrson, de huishoudster ik ken den predi
kant van Ersedale, mijnheer Stewart, en John
March, den kruidenier, die eens per week met z'n
roodharig knechtje naar de Grange komt. Voorts
ken ik de weduwe Campbell en.... mezelf!....
Wrcht eens," voegde ze er met ernstigen blik bij,
„ken ik mezelf werkelijk Ik ben Beatrix Lennox,
de dochter van prins Charlie. Ik ben van ouden
Schotschen adel en van een ras, dat wel sterft,
maar zich nooit gewonnen geeft. Dat is immers
de wapenspreuk van het huis Lennox moeder
zegt, dat het eens geborduurd stond op alle
Schotsche banieren „Lennox sterft, maar zwicht
nooit." Ook ik zou gemakkelijker weten te sterven
dan toe te geven."
En ze wierp haar trotsche hoofd achterover,
terwijl in haar trekken onversaagde fierheid te
lezen was.
„Ken ik mezelf waarlijk peinsde ze verder.
„Ben ik goed of slecht, als 't er op aan komt Hoe
zouden menschen van de wereld me noemen
goed of slecht Dat zou ik wel eens willen weten.
Ik ben trotsch en hartstochtelijk. Margaret zegt
altijd, dat ik een echte Lennox ben, geestvol en
onafhankelijk. Is het werkelijk een bewijs van
onafhankelijkheid de wereld te haten en alle valsch-
heid, alle laagheid, alle leugen en alle bedriegerij
te verachten Ik zou nooit een lage daad willen
bedrijven om mezelf van den dood te redden. Is
dat onafhankelijkheid Of zou Margaret denken,
dat ik niet goed ben, omdat ik altijd de eenzaam
heid opzoek Mijn moeder zegt altijd, dat de
lieden, die mijn vader geruïneerd hebben, hem in
zijn ongeluk in den steek lieten. Ik heb liever
andere vrienden. Ik houd van bloemen ze geven
mij haar schoonheid en haar geur zonder er iets
voor terug te vragen ze vergiftigen mij niet,
wanneer ik heur zachte blaadjes aan de lippen
druk. De vogels zijn m'n vrienden, in hun gezang
klinkt geen enkele valsche noot. Toch zegt Margaret
dat ik van alle menschen houden moet. Maar dat
zou ik toch niet graag doen. Het waren immers
menschen, die koning Charles ter dood brachten
menschen, die de schoonste koningin van Schotland
vermoordden menschen, die den dood veroor
zaakten van koningin Marie Antoinette menschen,
die lachten en grinnikten, wanneer de mooiste en
edelste menschen, mannen en vrouwen, van
Frankrijk hun hoofden op het schavot legden.
Neen, geen enkel vogeltje zingt van pleizier,
wanneer een ander sterft o, nee Ik kan er niets
aan doen, maar ik heb 'n hekel aan de menschen,
en ik haat de wereld, die zij gemaakt hebben 1"
Weer lachte ze, een open, vrijmoedigen lach.
De prijs voor een ingenaaid exemplaar is slechts
17'/2 cent een bedrag dat een ieder kan be
steden voor een gebonden boek in prachtband
70 cent. Toezending volgt ook bij ontvangst van een
postwissel, groot 22}4 en 40 et., resp. voor een ingenaaid
en luxe exemplaar. Onze bezorgers zijn verplicht U
het werk direct na de verschijning aan te bieden.
Laat deze unieke gelegenheid niet voorbijgaan.
Op verzoek van de Administratie der Hollandsche Bibliotheek deelen wij hier den
uitslag mede van de prijsvraag, voorkomende in „De eer van zijn Vader". De
oevraaade woorden zijn- Engeland, Horde, Wild. Wier, Woerd. Hit, Waar, ter
wijl de geheele zin luidt DE WAARHEID WIL NIET GEHOORD WORDEN.
De hoofdprijs, zijnde een prachtige verstelbare Fauteuil met kussens, viel ten
deel aanH. J. Leferink, Heeckerenlaan 57, Zutphen. De overige prijzen,
f 2.50 elk, aan: H. Budding. Hartmanlaan 6, Soest: Mej. L. Rolloos, Rozenburg
straat 3, Kralingen; T. Grotendorst, v. Beuningenplein 21 III, Amsterdam; W.
Thönissen, Berg 213, Montfort; Mej. R. Bruinsma, Bouwmeesterstraat 45, Arn
hem; H. Leeftink, Wijnkamp 39. Goor; G. ter Braak, Geraniumstraat 5, Zwolle;
H. Freij, Middenstraat 67, Sappemeer; Mej. A. Fremouw, Moerakkerstraat 44.
Deventer; B. Boering, Groningerstraat 133, Assen; S. Woudstra, Dr. Camphuis-
straat 200, DokkuroA. Nomden, Tange Alteveer K 290, Onstwedde; M. Terp
stra, le Parkstraat 8, HuizumMei. A. _y. d. Linden, Lange Schijfstraat 26, Til
burgTh. Allers. Ampèrestraat 72, Den Haag; A. P. Egberts, jansstraat 7,
Velp; K. Netel, Rochdalestraat 19, AlkmaarMevrouw D. Elstrodt-Mctman, Falck-
straat 2 d, Den Haag; Wed. j. Behage, Stationsweg, Goes; E. Ruijken,Olden-
zaalschestraat 199, Hengelo.