1247
Schijn bedriegt, of: 't is een groot verschil, hoe en wanneer men de dingen
bekijkt. Gezien vanaf het terrein der Phoenix Bierbrouwerij lijkt de
toren van Amersfoort maar tweemaal zoo hoog als de groote vaten.
maar vanaf het terrein bij de Asch van Wijckstraat ziet men
hem werkelijk als den Langen Jan, die ver boven alles uitsteekt.
Hij ging de kamer uit, langzaam. Hij probeerde eerlijk, zich gelukkig te
voelen, blij te zijn, dat zijn zoon een vrouw had gevonden. Maar hij kon zich
niets herinneren dan één verschrikkelijk feit: hier waren nóg twee menschen
om te voeden, om te onderhouden, om geld aan te leenen I Nog twee vrachten
gevoegd bij den drukkenden last van dien dag. Maar hij mocht het hun nooit
laten merken. Nooit I
Zij was een vreemdelinge hier, jong, alleen. Zij kwam tot hem, zooals zij
nu het recht had te komen, verwachtend dat zij welkom was.
Feene vatte opeens de handen van zijn schoondochter en drukte ze tus-
schen de zijne. Hij stotterde „KindliefDe rest stierf weg in zijn keel.
Hij probeerde het nog eens. „Beste kleine meid.Het was hem te machtig.
Hij slikte en viel nogal onsamenhangend uit„Rob z'n vrouw Rob z'n vrouw
Jongen
Rob's vrouw drukte zich tegen hem aan, haar handen grepen om zijn
arm. Toen Feene bijna snikte van ontroering, streelde haar hand hem over
den rug en de heesche stem joolde tusschen lachen en schreien
„Houd je taai, pap Wat bent u een redenaar Hoera 1"
„Clara," mompelde Feene. „Ik moet 't aan Clara vertellen. Een oogenblik
je..
„Wacht u even, vader," hield Rob hem tegen. Hij bloosde, nog steeds
verlegen, maar hij had besloten, alles meteen in orde te maken. „Heb ik u
verteld, dat ik mijn baantje opgeschonken heb, vader?"
„Heb je.O ja, ik geloof, dat je dat al gezegd hebt."
„In ieder geval is 't zoo. Ik heb naar 't kantoor in New York getelegra
feerd, dat ik getrouwd was en een week vacantie wou hebben. En wat denkt u,
dat die knijpers terug getelegrafeerd hebben „Blijf aan 't werk zult 't nu
noodig hebben." Is dat niet 't toppunt
„Jongen, jongen
„Enfin, ik heb ze netjes hun portie gegeven. Ik heb direct een telegram
gestuurd „O ja Ik bedank." 't Is een goedkoop stelletje. Er was toch niet
mee op te schieten."
„Wie weet heb je gelijk," zei Feene weifelend. Hij stond weer over zijn
kruin te wrijven. Een ontzettend voorgevoel van wat er komen zou had hem
aangegrepen.
„En we zijn toch maar getrouwd," voegde Rob er aan toe.
„We hadden samen honderd dollar. Jog, wat gaat
dat geld door je vingers!" vertelde Effie, glunder
lachend.
„Ja, alles is even duur," zei Rob, minder vroolijk.
„Om u de waarheid te zeggen hadden we net genoeg om
de reis te betalen, en een slaapwagen van St. Louis.
„Rob wou u aan 't verstand brengen, dat we plat
zak zijn," viel Effie hem in de rede. „Ik heb mijn laat-
sten dollar aan den chauffeur gegeven voor fooi. Met dat
eene ongelukkige papiertje kon ik toch niets beginnen.
U had zijn oogen eens moeten zien, pap I U had er uw
jasje wel aan op kunnen hangen. Nu zijn we bankroet,
en dus komen we naar huis. De verloren zoon en zijn
vrouw. Plof
De vrouw van Rob gichelde zenuwachtig en greep
wild Rob's arm. Rob keek met een teedere grijns op
haar neer, maar toen hij weer naar zijn vader keek, ston
den zijn oogen bezorgd.
„We willen u niet tot last zijn...." begon Rob
onzeker.
„Mijn jongen 1" riep Feene, en hij greep zijn hand.
„Mijn eigen jongen I En mijn eigen dochter Dacht je
nou één oogenblik, dat ik je ergens anders heen zou laten
gaandan hier, in je eigen huis. Ik.ik moet echt
Clara op de hoogte brengen. Ze zal 'theerlijk
vinden."
Clara was aan spel. Ze protesteerde heftig, toen Feene haar in 't oor
fluisterde, dat zij in de eetkamer moest komen. Zij speelde het spel uit, terwijl
haar unan wachtte, eerst op den éénen, toen op den anderen voet staande.
„Daar!" riep ze op het eind uit, „één down. Da's jouw schuld, Fred."
Clara lachte om haar eigen boosheid en excuseerde zich vlug. Toen zij in
de hall waren viel ze uit„Ben je gek geworden, Fred We kunnen toch niet
allebéi wegloopen
,,'t Kan niet andersvoor een minuutje. Kom maar mee, dan zul je
zien
„Als 't weer rekeningen zijn...."
„Dat zijn 't niet."
„Groote help, Louise is toch niet...."
„Niets met Louise. Ga nu mee."
Feene probeerde op een vroolijken en geheimzinnigen toon te spreken.
Het besef van wat de toestand eischte, dreef hem tot een akelige poging, om
haar grappig te verrassen. „Ga maar binnen, Clara. Kijk eens wie er is
„Rob riep Clara uit, „jij Maar haar blik rustte op de vrouw van Rob,
terwijl Rob haar plichtmatig kuste. Haar oogen stonden vijandig en bevreesd.
„En Rob z'n vrouw riep Feene met vuur. „Je hebt een dochter, Clara.
Effie, dit is je moeder
„Nee riep Clara, zich terugtrekkend. „Fred Rob 't is belachelijk
Clara's onbewimpelde schrik deed scherp en onaangenaam aan. Fred
Feene trachtte het goed te maken, en herhaalde „Belachelijk ja wel een
beetje ijoo'n kind-! Heb je haar uit haar wieg geroofd, Rob
„Stel je niet zoo aan," "zei Clara hem, met een vinnigen blik. Toen riep
zij haar gedwongen lieftalligen glimlach te voorschijn en haar stem werd
lichter, meer vertrouwend en een beetje schertsend. „Nu, kinderen, wat zijn
jullie voor grap aan 't uithalen met je grijze ouders?"
,,'t Is geen grap," zei Effie kalm.
Effie was naar voren gekomen, toen Clara werd voorgesteld, en had een
gebaar van hartelijke verwelkoming gemaakt. Dat gebaar was afgewezen.
Nu gaf Effie geen duim toe. Zij stond Clara rustig en vast aan te kijken.
„Ze is mijn vrouw, vergeet u dat niet," begon Rob boos.
Effie keek hem snel aan en hij zweeg. Haar glimlach werd strak, toen zij
zich tot haar schoonmoeder wendde.
„Rob en ik zijn in St. Louis getrouwd, mevrouw Feene. Nogal plotseling,
dat geef ik toe. 't Spijt me, dat we u zoo van streek brengen."
„Mij van stréék brengen, kind O, ja, ik begrijp 't al. Ik was 't eerste
oogenblik een beetje verwonderd. Maar heusch, beste kind
Clara trad op haar schoondochter toe, omhelsde haar snel en met zorg,
kuste haar op beide wangen met snelle, ferme kussen en hield haar toen een
eindje van zich af.
„Je bent heel lief, hoor Ik wist heusch niet, dat je zoo'n goeden smaak
had, Rob."
„Ik wist best wat ik wou, toen ik Effie zag," zei Rob, een beetje weifelend
in zijn houding en nogal knorrig.
(Woedt vervolgd