No. 39 VRIJDAG 24 FEBRUARI 1933 1225 De directeur van de Zierikzeesche fa briek, de heer Baas, in zijn werkkamer. Inmiddels is het gas bruikbaar geworden en vanuit de fabriek wordt de straatverlichting geregeld. met overslaan van het gasstadium. Dit geldt ook voor vele Schouwsche gemeenten. De Zierik zeesche gasfab-iek werd in het jaar 1856 vanwege de gemeente opgericht. Zij is 'n florissant bedrijf, dat de concurrentie met de electriciteit kan door staan. Weliswaar moet natuurlijk de verlichting door gas sinds de invoering der electriciteit zijn teruggeloopen, maar daar staat tegenover dat het koken op gas steeds meer ingang vindt, terwijl ook de straatverlichting door middel van gas aanbevelenswaar dig blijkt. Ook de invoering van een vastrechttarief heeft in deze veel goeds gedaan, en het verbruik be vorderd. Tot op heden werd door de Zie rikzeesche gasfa briek 33.000.000 M3 gas geleverd. Wan neer deze voorraad zou moeten worden geborgen in den gashouder der fabriek, dan zou deze een hoogte moeten hebben van 144.382 M., dat wil zeg gen, 'n hoogte, die bereikt zou worden door 2578 Monstertorens op elkaar te plaatsen Of, om een ander beeld te geven, dat de productie demon streert, wanneer men alle kolen die de fabriek heeft verwerkt opborg in wagens van 10 ton, dan zou men een trein krijgen waarvan, gemeten volgens de tramlijn, de locomotief te Burgh en Ale laatste wagen te Bergen op £oom zou staan Wat die kolen betreft, er wordt vooral gewerkt met Duitsche en Engelsche kolen, omdat de Hol- landsche steenkool zich voor de gasproductie minder leent door een te gering vochtgehalte. Echter zal de Zierikzeesche fabriek op verzoek onzer regeering dit jaar ook een kwantum Hol- landsche steenkool gaan verwerken, waarmee de eigen industrie wordt bevorderd. De kolen worden per schip aangevoerd en in gemalen toestand in de koleriloods opgeslagen. Vandaar worden ze door een moderne laadmachine, welke door één man kan worden bediend, in de retorten geschoven. De retorten vormen het hart van de fabriek. In deze fabriek zijn 3 ovens, elk bestaande uit 8 retorten. In de ovens, die na tuurlijk vuurvast zijn, brandt een zeer heet cokesvuur. Door dat vuur worden de ingebouwde retorten, dit zijn metalen ovale kokers, verwarmd tot een temperatuur van 1000 graden Celsius. In de retorten nu bevindt zich ook steenkool, welke niet verbrandt, maar wel geweldig verhit wordt. De gassen, welke zich in de kolen bevinden, ontwikkelen zich daar door en komen vrij. Zij worden door pijpen weggevoerd, terwijl de uitgeloogde, gloeiende kool de retorten verlaat, en gedeponeerd wordt in ijzeren manden. Zij wordt door watertoevoer gebluscht, en verdwijnt dan in den cokesmolen, om gemalen te worden, en dan verder als brand stof te dienen. Het gas, dat door de pijpen is afgevoerd, moet nog gezuiverd worden van allerlei-bijproducten, wil het voor gebruik gereed zijn. Het wordt daar toe eerst door koelers gevoerd, waardoor het zijn hooge temperatuur kwijtraakt. Door een zuigpers- pomp-wurdt het o.a. door den teerwasscher ge dreven, waar de teer er wordt uitgehaald. Daarna gaat het gas naar den ammoniakwasscher, waar de ammoniak wordt verwijderd. Maar ook dan is het gas nog niet voor het gebruik gereed. Het gaat nu naar het zuiverhuis, en wordt gevoerd door zuiverkisten, welke gevuld zijn met ijzeraarde. Deze aarde neemt de zwavel uit het gas weg. Maar dan is het proces ook afgeloopen, en kan men de kraan opendraaien. In ons artikel over electriciteit hebben wij de voordeelen van deze licht- en krachtbron naar voren gebracht. Maar ook het gas heeft zijn voor deelen, o.a. dit, dat het in voorraad wordt gemaakt, en in den gashouder kan worden opgeborgen. Terwijl electriciteit altijd moet worden opgewekt, en niet in voorraad kan worden gehouden. Vandaar dat de gasfabriek er geen speciaal nachttarief op na behoeft te houden. Als bijzonderheid vermelden we nog, dat de straatverlichting geheel vanuit de fabriek wordt geregeld, zoodat de man-met-het-laddertje over bodig is geworden. De ruimte ontbreekt ons, om nog nadere bijzonderheden betreffende dit interes sante bedrijf te vermelden. Hopelijk vullen de foto's een en ander voldoende aan. Resumeerende kunnen wij opmerken, dat gas en electriciteit ondanks de concurrentie, welke Zij elkaar noodzakelijk moeten aandoen, beide een goede toekomst voor zich hebben. In de toonkamer worden de nieuwe gasapparaten gedemonstreerd en wordt veelal het oude petroleumstel ingeruild voor een modern gascomfoor. De gassen, die afgevoerd werden, moeten nog gezuiverd worden van de bijproducten. Onderzoek door laboratoriumassistent Blom.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 9