door
Newman Levy
1268
VRIJDAG 3 MAART 1933
No. 40
HET KANAAL OVER
QpuUdoot
Jledexland.
In het Beenschoten- Wil-
linkshofpark te Zeist.
aangeklampt, en zij ging weg en het hart van
Jitn Clifton deed een sprong, want hij had duidelijk
gemerkt, dat ze tegen hem warmer glimlachte
dan tegen Wray. Winter telde hier niet mee.
Wray en Clifton waren niet alleen in de liefde
concurrenten, maar ook in zaken. Beiden werden
zij beschouwd als de man der toekomst in de
firma's, waartoe zij behoorden alle twee groote
machinefabrieken. Op 't oogénblik waren beide
maatschappijen uit op een groot contract, te
vergeven door een Amerikaan, die onderweg was
naar Europa. Beide firma's deden haar best, om
op de hoogte te blijven van zijn gangen, want
natuurlijk wilde elk van beiden met hem in aan
raking komen, vóór de andere dit kon.
Op" den ochtend na de tooneelvoorstelling
kregen beide firma's tegelijk bericht, dat de Ameri
kaan in kwestie, Osborn Biglow, op een kasteel
in Noord-Frankrijk was aangekomen, en daar
een week dacht te blijven.
Jim werd al vroeg
bij de directie
roepen.
„Biglow is in
Frankrijk je
moet hem direct
te pakken zien te
krijgen, Clifton,"
zei de oudste fir
mant. „Neem van
middag de boot
maar. Jammer, dat
je niet vliegen kunt,
maar dat is nu
eenmaal niet an
ders."
Jim's gezicht be
trok. Hij was in
den oorlog vlieger
geweest, en zijn
laatste luchtge
vecht had zijn
zenuwen zoodanig
geschokt, dat hij
niet meer vliegen
mocht. Zijn zenu
wen waren ijzer-
sterk, maar zoodra
hij in de lucht
kwam, begaven ze
hem.
„Weet de Ooster
het, mcneer?"vroeg
hij
De Ooster-Con-
structie-Mij. was de
firma, die Wray
vertegenwoordigde.
„Ik weet het
niet," was het ant
woord, „maar 't
zal wel, dus zul je
't Wray moeten
zien af te snoepen,
't Is een geluk, dat
hij ook niet vliegt;
jullie nemen waar
schijnlijk allebei de
middagboot. 't Zal
een heele toer voor
je zijn, om Wray vóór te komen, op de een of
andere manier maar als 't je lukt.... dan
kun je er op rekenen, dat je compagnon wordt
't is de grootste zaak, die we nog ooit aan de
hand gehad hebben."
Jim voelde iets knellen in zijn keel. Als hij
compagnon was, zou hij den moed wel vinden,
om Mary over zijn liefde te spreken.
Tien minuten later verliet Clifton het kantoor,
met de noodige papieren in zijn zak. Hij reed met
een taxi naar zijn kamer en peinsde over zijn pro
bleem. Als Wray en hij met dezelfde boot het
Kanaal overstaken, hoe kon hij zijn mededinger
dan vóór komen
„En hoe zou hij kunnen probeeren, om mij
voor te komen mompelde hij.
Maar Wray wist daar al iets op, zooals Jim al
spoedig te weten kwam. Zijn gepeins werd ver
stoord door het rinkelen van de telefoonbei, en
een paar seconden later luisterde hij naar de stem
van Wray.
„Ik dacht wel, dat je thuis zou zijn, Clifton.
Ik wou je graag even spreken."
„Waarover
„Biglow."
„Daar valt niets over te praten, dunkt me."
„Ik vind van wel." Er was een triomfantelijke
klank in de stem van Wray. „Als je 't goed vindt,
kom ik direct even aan."
„In orde 1"
Toen Jim den haak op had gehangen, kreeg hij
een onprettig gevoel. De stem van Wray had ge
klonken, alsof hij tien troeven in handen had.
„Als hij't wint," mompelde Jim, „zal Mary...
Marymisschien
Hij ging zitten en stak een pijp aan. Hij zat nog
zoo, toen Wray kwam.
„En," zei Jim, „wat is er voor geheimzinnigs?"
„Niets geheimzinnigs alleen kun je sommige
dingen slecht door de telefoon zeggen. Je staat
zeker klaar, om over te steken
„Ja."
„Ik zou er maar van afzien, als ik jou was."
„Hoezoo
„Omdat je Biglow nooit zult bereiken."
„Wou je me bedwelmen of boeien vroeg Jim.
„Doe alsjeblieft niet zoo dik. Wat wou je
„Weet je nog van den laatsten keer, toen je in
Parijs was dat je toen een stel oude kennissen
getroffen hebt en met ze bent gaan dineeren
„Ja daar heb ik een week hoofdpijn van gehad.
En?"
„Weet je nog, dat jullie herrie hebben gehad met
twee kellners, omdat je vrienden beweerden, dat
't Duitschers waren
„Jawel maar ik snap niet, hoe jij dat weet,"
zei Jim.
„Jullie hebben die twee het restaurant uit
gegooid en den boel half vernield...."
„Ja," zei Jim. „Stomme streek ik was niet
heelemaal frisch...."
„Nu, zoo gauw je op Fransch gebied komt, word
je gearresteerd," zei Wray kalm. „Dus je zult
Biglow nooit bereiken. Ik wou 't je maar even
vertellen, dan kun je je de reis besparen."
Met triomfantelijk schitterende oogen stak hij
een sigaret aan Jim keek hem versteld aan.
„Hoe weet jij dat allemaal?" vroeg hij.
„Van mijn bediende, Baptiste. Die komt nog
al eens in Parijs, en die is er achter gekomen."
Norman Wray had namelijk een klein kapitaal
tje, zoodat hij een bediende kon houden. Als hij
naar Frankrijk ging. nam hij Baptiste mee, want
hij sprak zelf. bijna geen Fransch. Talenkennis
was één der dingen, die Jim op hem vóór had.
„Dank je wel voor je raad," zei Jim koel. „Was
er nog iets
Wray kreeg een kleur van ergernis om die
minachting.
„Nee, dat is alles," zei hij. „Alleen ben je een
idioot, als je probeert over te steken."
„Ik ben wel eens meer idioot geweest," zei
Jim luchtig. „Schijnt in m'n aard te zitten."
Terwijl hij sprak, deed hij de deur open, en Wray
ging, met een koud lachje om zijn dunne lippen.
Heel erg goed, meneer Clifton riep Mary
Foster. „Ik vond 't prachtig."
Jim Clifton bloosde als een meisje, maar
de schmink verborg zijn blos.
„Ja, Jim kan 't wel 1" kwam Gerald Winter
er bij. „Weet je nog, hoe we in Frankrijk tooneel
gespeeld hebben Een massa onzin maar
tegen jou kon geen beroepsspeler op."
Clifton stond inwendig Winter te verwenschen.
Hij had zijn moed opgezweept, om aanzoek bij
Mary te doen, en hij had juist de eerste woorden
willen zeggen, toen Winter er tusschen kwam.
Nu was de kans voorbij, want Clifton was wel
een handig tooneelspeler, maar in tegenwoordig
heid van Mary kon hij maar niet die ééne, liefste
rol spelen.
Misschien ging Winter weer weg, dacht hij
nog even maar er gebeurde iets ergers. Norman
Wray voegde zich bij het groepje, gaf een kort
knikje aan Jim, een glimlach aan Winter en een
stralenden groet aan Mary.
„Goede voorstelling, niet zei hij.
„Prachtigzei Mary. „Meneer Clifton was
buitengewoon."
„Ja, dat ging best," zei Wray temerig, en
toen begon hij de prestaties van andere leden
der club te prijzen.
Toen werd Mary door een paar andere meisjes