mogen de burgers van groote staten al in wocsten partij strijd zijn verdeeld, op het eiland Sark, in den Oceaan gelegen, halverwege tusschen Frankrijk en Engeland, zijn deze moeilijkheden en twis ten, deze zorgen en kwesties onbekend. Het is maar een klein eilandje, dat achter hooge rotswanden uit de golven oprijst, maar men leeft er ten minste zonder politieke zorgen en men beseft de vreugde daarvan eerst recht, wanneer in uw eigen land het verschijnsel, dat „Ver kiezingen" heet, in aantocht is. Dan immers verliezen velen van uw dierbaarste familieleden hun bezinning en alle gevoel voor nuance, en men zou hen naar het gelukkige Sark moeten zenden om er eens goed te kuren. De „Vorstin" van Sark, van haar Burgerlijke Standnaam, mevrouw Hathoway geheeten, woont er op haar residentie, die „La Seigneurie" heet, en als u er belang in stelt, moogt u er nog bij weten, dat haar meisjesnaam Sibyll Mary Collins is. Sinds vijf jaren is zij de rechtmatige eigenares en heerscheres van en op het eiland, dat zij tengevolge van het overlijden van haar eersten man, Dudley Beaumont, erfde. De onafhankelijkheid van het eiland gaat terug tot het jaar 1512, toen Elisabeth van Engeland het in vollen eigendom afstond aan den Engelschen ridder Heiier van Ca- taret. Sindsdien veranderden de wetten op Sark niet. De rechten op het eiland worden niet uitgeoefend door den Engelschen ko ning, evenmin door het Britsche parlement, maar uitsluitend en alleen door den „alleenheer- scher" van Sark. De veertien boerenfamilies, die op het eiland wonen, stammen af van de evenzoo- vele families, die er leefden, toen Sark een onaf hankelijk land werd. En zij hebben niemand anders te gehoorzamen dan den Vorst van Sark, in dit geval mevrouw Hathoway. Het belasting betalen is er nogal aangenaam geregeld. Men betaalt n.l. niet met geld, maar in natura. De boeren leveren bepaalde hoeveelheden koren en de pluimveehouders moeten van ieder diersoort zooveel levende exemplaren leveren als hun woning schoorsteenen telt. Ook is er een militie, maar eene met vredelievende bedoelingen. De leden er van Toeristen worden per roeibootje de haven ingebracht. De kademuren zijn tegen de rotsen aangebouwd. Electrisch licht, gas en waterleiding zijn op Sark onbekend. Woningen op SarkDe eige naar kan zonder toestemming van de overheid zijn huis niet verkoopen.De vrouwe van Sark heeft recht op 'n derde van de verkoopsom. VRIJDAG 3 MAART 1933 zijn n.l. verplicht eenige malen per jaar hun krachten te geven aan het onder houd van de openbare wegen. Daar alle autoverkeer op Sark echter verboden is, vraagt deze arbeid geen buitengewone inspanning. De Sarkers spreken een voor vreemde lingen moeilijk te ontraadselen taaltje van Engelsche en Normandische dialec ten. De officieele taal, 't Hoog-Sarkisch, is echter het Engelsch. De eigenares, heerscheres is wel een beetje overdreven betiteling, rekent zich tot den Engelschen adel, hoewel zij daar eigenlijk niet toe behoort. Mevrouw Hathoway is een goed vorstin. Zij regeert haar onderdanen met krachtige hand en heeft de vreemdelingen zoo lang moge lijk geweerd. Maar voor de toeristen is tenslotte dit idyllische eiland ook niet veilig gebleken. Foto hieronderDe toegang tot 't rijk van Sark. De haven is door een in de rotsen uit gehouwen tunnel verbonden met het achterland. Rijtuigjes voeren de toeristen over het eilandje. Sark is 'n land zon der misdadigers. Dit is de gevangenis, die al 5 jaren achtereen leeg staat. Geen belastingbetaler

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 5