Als Clara zich bewust was van de omhelzing en het troostwoord, toonde zij dit toch niet. Haar hoofd ging achteruit, en haar oogen gingen de kamer weer rond. „Dat moest natuurlijk vanavond gebeuren mompelde ze bitter. „Juist vanavond 1" „Zit er maar niet zoo over in, moeder Als 't nu nog een echte ziekte was. Hij is alleen maar moe." ..Hij „Meneer Feene, bedoel ik. Hij heeft alleen rust noodig, en een beetje attentie „O," zei Clara. Toen ging ze bitter voort „Ja, dat zal htj noodig hebben. Misschien kun je me ook vertellen, wat ik noodig heb „O, nee 1" riep Effie uit, zich verschrikt van haar losmakend. „Dat kunt u niet meenen 't ls verschrikkelijk hard, dat snap ik, maar we moeten aan hem denken. Hij heeft ons nu zoo hard noodig.. Effie greep fel Clara's arm en wees naar de deur. „Hij komt terug Kijk. De deur ging open. Fred Feene kwam langzaam binnen. Er was geen veerkracht in zijn tred zijn knieën voelden raar aan. Hij had zijn jas en vest en schoenen uitgetrokken, en zijn boord afgedaan, en droeg een flabberende ochtendjas. Zoover hadden Rob en Louise het gebracht, toen zij hem probeer den over te halen om naar bed te gaan en te rusten. Maar Feene wou niet naar bed, wou niet rusten. Hij wou naar Clara. Hij wou 't haar uitleggen. Hij wou Clara zeggen, hoe 't hem speet, dat hij haar avondje bedorven had en haar dan duidelijk maken, hoe hij zich in 't nauw had gevoeld, zoodat zij 't zou begrijpen en hem vergeven. En daar was Clara, staande midden in de kamer, en op een vreemde ma nier naar hem kijkend. Zij liet hem zwijgend dichterbij komen. Effie wou naar hem toe gaan, maar hield zich in. Dat was Clara's plaats. Maar Clara vorderde op 't oogenblik dat recht niet op. Effie keek naar hen beiden, met de handen in haar zijden, de vuisten zenuwachtig dichtgeknepen. Rob zat op de rustbank naar hen allen te staren, een beetje verlegen en ook wat knorrig. Volgens zijn meening leek het niet veel op de thuiskomst van den verloren zoon en zijn bruid. Feene stond weifelend voor Clara. „Ik schijn ineens niet goed geworden te zijn," sprak hij met een angstig glimlachje, ,,'t Spijt me vreeselijk, Clara." O maak maar geen excuus," zei Clara met toonlooze bitterheid. t Is met mij volkomen in orde.... natuurlijk t" Zij keek om hem heen en door hem heen. „Een vernedering in het publiek is niemendalHeelemaal mets te betee- kenen „Ik ben mijn betrekking kwijt, Clara. Ik werd er zoowat gek van, van 't tobben over alles „En daarom moest je 't natuurlijk aan de Browns vertellen, en aan heel Cranston Ik heb 't jou den heelen avond willen vertellen, Clara. Je wou niet luis teren En ik heb ik weet niet hoe dikwijls geprobeerd, je te waarschuwen over de rekeningen. De hypotheek op 't huis is al zoo zwaar, dat ik er onmogelijk andere dingen bij kan nemen. Dat heb ik je gezegd.... „Dat heb je ook. Ik weet 't nog best !,Nu, dan begrijp je toch wel, schat Ik zal je vertellen, wat ik begrijp," sprak Clara opeens. „Ik begrijp, dat ik een man getrouwd heb, die geen fut genoeg heeft om zich ergens doorheen te slaan En ik heb 't grootste deel van mijn leven gevochten, om hem voor uit te helpen, ondanks hemzelf. Ik heb geprobeerd, om wat van je te maken, Fred, om je succes te bezorgen. Ik heb de geschikte menschen uitgezocht en er vrienden van weten te maken. Ik heb mijn best gedaan, om je te leeren uitgaan en met mannen kennis te maken, die je vooruit konden helpen. En wat heb jij gedaan Al je vrijen tijd ver knoeid in den kelder, om met bootjes te spelen. Om speelgoedbootjes te makenJe kansen vergooid! Je hebt gedaan als een jongen van zestien en in den kelder zitten pruilen, terwijl je vrouw plannen bedacht en ploeterde om je een kans te geven, om je op te werken. Je hebt de heele buurt aan 't praten gebracht over jou en die onnoozele bootjes van je. En mij lachten ze uit, omdat ik probeerde, iets van je te maken. En alsof dat nog niet genoeg was, val jij uit als een krankzinnige, om ons allebei tot spot te maken voor onze gasten." O riep Effie uit, „o Zij ijlde naar Rob en wierp zich languit naast hem op de rustbank. Gedempt fluisterde zij „Hou me vast, jog Laat me niet gaan Ik heb er niets mee te maken, maar ik kan me er niet buiten houden, als je me niet helpt. Rob, pas op, dat ik niet begin 1" Het antwoord van Feene kwam langzaam. Hij stond voor Clara, peinzend zijn kale kruin bewrijvend, een ge bogen, weinig heldhaftige figuur in de veel te wijde kamerjas. Eindelijk zei hij „Ik geloof dat ik nu eenmaal ben wat ik ben. Te oud om te veranderen, Clara. Ik heb als een paard gewerkt aan een idioot baantje en met mijn bootjes gespeeld. Een mislukkeling, en dan nog DOOR JACK BECHDOLT HET VERHAAL TOT NU TOE: Fred Feene. hard ploeteraar op een kantoor, waar hij altijd overwerkt, ge huwd met een vrouw, die boven haar stand leeft, en in z'n vrijen tijd een vurig knutselaar van model-scheepjes, weigert na 25 jaar van meer dan trouwen dienst eindelijk eens werk van een ander te doenHij wordt ont slagen, en begint zijn werkloosheid met een bezoek aan 't museum van scheeps modellen. Thuis, waar juist dien avond zijn vrouw een bridgepartijtje houdt, krijgt hij bezoek van enkele leveran ciers, die betaling verlangen van on betaalde rekeningen. Zijn zoon Rob zonder betrekking komt denzelfden avond thuis met zijn vrouw Effie den vorigen dag was hij getrouwd met dit opgewekt, ontwikkeld, arm meisje, dat altijd zelf in haar onderhoud heeft moeten voorzien. Als Feene later dan nog hoort, dat zijn vrouw 'n auto wil koopen, komt het tot een uitbarsting. Hij schreeuwt, in tegenwoordigheid van alle gasten, dat hij zonder betrekking en bijna bankroet is. Van uitputting en opwinding wordt hij ziek. een belachelijk exemplaar, schijnt't. Als Mq A je spijt hebt, dat je met me getrouwd bent, kan ik 't je niets kwalijk nemen." „Dat heb ik," zei Clara, en zij kneep haar lippen op elkaar. Haar man haalde droefgeestig de schouders op en keerde zich om. Hij ging langzaam naar de deur. Effie sprong overeind en kwam naar hem toe. Op datzelfde moment keerde Feene zich weer om. Zijn gezicht was vuurrood geworden. Opeens schreeuwde hij, zoo hard, dat de buren het hooren konden, als zij luisterden Dan hèb je er maar spijt van 't Kan me geen snars schelen. Ik heb in ieder geval het geld verdiend, dat jij uitgaf. Als ik niet genoeg verdiend heb naar je zin, kun jekun je Hij zweeg weifelend. Effie kwam los „Mooi zoo, pap 1 Zeg 't maar. Vooruit maar, zeg 't flink, 't Kan me geen cent schelen, of 't me aangaat of niet, maar ik geef u gelijk." „Ik ben 't beu," zei Feene plotseling, ,,'t Zit me tot hiér. Jullie kunnen allemaal naar den bliksem loopen." Hij wou hun den rug toedraaien, maar er gebeurde iets met zijn slappe knieën. Hij wankelde en viel in de magere, hartelijke armen van zijn schoon dochter. Effie wankelde, maar hield hem vast. „Rob, een stoel," hijgde ze. „Hij ligt van z'n stokje." Zij lieten hem zitten. Feene had een ziekelijk gele gelaatskleur. „Water," beval Effie, plotseling kalm. Haar vingers maakten de knoopen aan zijn hals los. Clara gilde. Haar gezicht was bleek, toen ze naar hen toesprong. Het was Effie, die haar terugwees. „U niet," zei Effie oitter. „U hebt u al genoeg geweerd. Hij is ziek, wou u hem dood hebben Gaat u de kamer nu maar uit en belt u een dokter op. Dat is 't eenige goeie, wat u doen kunt." IX. Clara was in de keuken, aan 't bazen over Louise. Louise maakte een lunch klaar voor Clara, Effie en juffrouw Blake, de verpleegster, en tegelijk een speciaal schoteltje voor meneer Feene. Clara trok het vertrek rond, en haar critisch oog onderzocht alles. Ze zei, toen ze voor de kast stond „Louise, wanneer heb je die desertlepels 't laatst gepoetst Later „Louise, je zult 't houtwerk nog eens een beurt moeten geven. Kijk eens, roet op 't beschot naast de deur En dan weer „Louise, ik heb je al zoo dikwijls gezegd, dat je een schoone courant in den vuilnisbak moest leggen, voor je hem gebruikte. En 't kastpapier ziet er ook niet frisch meer uit." Louise liet zich dat alles welgevallen. Er waren dagen, dat zij in een diep stilzwijgen volhardde, en deed, alsof zij geen opmerkingen hoorde. Soms stond ze bij haar zelf te mopperen en zoo sterk met haar hoofd te rukken, dat ze er Clara de keuken mee uitjoeg. Vandaag zei ze maar „Jawel, mevrouw,' en „ja, mevrouw, ik zal er om denken Louise wist, dat 't een zware tijd was voor mevrouw Feene, en ze had medelijden met haar. Dr. Parker had mevrouw Feene gezegd, dat ze niet bij haar eigen man mocht komen. En hij had tegen de zuster, juffrouw Blake, gezegd, dat ze moest zorgen, dat mevrouw niet in de kamer kwam. Dr. Parker had gezegd, dat mevrouw Feene den patiënt veel te veel opwond. Mevrouw Rob mocht wel bij meneer Feene komen, maar meneer z 11 eigen vrouw niet. Nou, dat was nogal lam voor mevrouw, en Louise probeerde haar sympathie te betuigen, door zich dien eenen keer niet te ergeren aan de bazige manieren van mevrouw. Clara zag er in ieder geval ellendig uit. Ze verdiende wel wat medelijden. Ze had den heelen nacht niet geslapen. Haar verontwaardiging en woede waren verdwenen, opgeslokt door schrik en angst. Ze wist, dat Fred werkelijk ziek was. Zij had zich maar heen en weer liggen keeren, die lange uren door, op haar eenzame bed in de voorkamer, en haar geweten bleef maar bezig met de rekeningen, die ze had laten oploopen, de plannen, die zij in elkaar had gezet voor hun maatschappelijk succes. Maar zij had het toch allemaal voor Fred gedaan, hield zij zichzelf telkens en telkens weer voor. Het was geen ijdelheid geweest. Niet énkel ijdelheid tenminste Ze had Fred graag vooruit zien komen in de wereld, en ze had haar best gedaan, om kennissen te maken, waar Fred wat aan hebben kon om hoogcrop te komen. Als Fred het had aangepakt, zooals andere mannen doen Toen, ongemerkt, gingen haar gedachten terug naar den tijd, toen ze nog Clara Winthrop heette. Toen had ze bewonderaars genoeg gehad Er waren er bij, die zich een fortuin en zelfs roem hadden verworven. Zij had heusch niet met Fred Feene hóéven te trou wen Maar zij had zooiets aardigs aan Fred gevonden. Hij waseen beetje fijner dan de andere jongens. Misschien was 't, dat hij er zoo dwaas jong uitzag met zijn mollige wangetjes, en haar zoo noodig scheen te hebben misschien had zij werkelijk een zekere ver fijning in het metaal van zijn karakter bewonderd en daardoor gevoeld, dat hij meer waard was inwendig, een trouwer en toegewijder echtgenoot zou worden en een betere vader voor haar kinderen. Andere kansen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 28