No. 41
pr is onlangs weer moeite gedaan,
door een internationale organisatie,
welke zich bescherming van dieren en
natuurschoon ten doel stelt, om in
Italië te komen tot een verbod op de
vogeljacht. Duizenden vogels vallen er
ieder jaar als slachtoffers der jagers.
Wanneer de vogels naar het Zuiden
trekken, staan de vallen gereed; met
lokvogels in kooien worden de groote
scharen trekvogels bijeen gelokt, waar
na zij in een bepaalde richting worden
gedreven, waar groote netten, met
boomtakken en bladeren gecamou
fleerd, hen wachten. Dan zijn zij
verloren. Jaar in jaar uit wordt dit
bedrijf uitgeoefend, natuurlijk min
der uit wreedheid dan wel uit onna
denkendheid, die hieruit vooruitspruit,
dat men altijd deze vogeljacht heeft
beoefend, zooals anderen een ander
beroep uitoefenen. Men hoopt nu echter
overheidsmaatregelen te verkrijgen, die
aan dit jagen en dooden van vogels
een einde zullen maken.
De „ingang'" van de groote vogelnetten wordt gecamoufleerd met
takken en groen, waarin de kooien met de lokvogels worden opgehangen.
Vanuit een geca-
moufleerde schuil
plaats wachten de helpers van de
jagers op de vogelsvan hieruit jagen
zij de vogels ook op, om. met van
takjes gevlochten werp-pcojectielen,
waarvan men er een op de foto ziet.
Een vogeljager met een deel van
zijn buit; als lokvogel gebruikt
deze jager een kleinen uil.
De gevangen vogels worden uit het net verwijderd.
Het gereed maken van de lijmstokken, waarmede
de vogeljacht op kleiner schaal wordt uitgeoefend.