ERVARINGEN VAN 'N ONSCHULDIG VERBANNENE KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDETijdens de bezetting van het Duitsche stadje Kehl door de Fransche troepen wordt de daar woonachtige leeraar Alfons Paoli Schwartz gearresteerd. Hij wordt er van beschuldigd, Fransch- man zijnde (hij is op Corsica geboren), in 't Duitsche leger gediend te hebben. Schwartz, wiens ouders Duitschers waren, en die altijd in Duitschland leefde, was onbekend met de bepaling, dat ieder die op Fransch grondgebied wordt geboren als Franschman wordt beschouwd. Na twee jaar in voorarrest te hebben gezeten, wordt hij veroordeeld tot verbanning naar Guyana. Tijdens het transport maakt hij kennis met Germaine Leroux, die van spionnage beschuldigd is. Schwartz wordt overgebracht naar St. Martin de Ré. Vandaar wordt hij aan boord gebracht van het schip, dat hen naar Guyana voert. Zijn definitieve bestemming blijkt ten slotte het Duivelseiland te zijn. waar ook Dreyfus eens gevangen zat. Na eenigen tijd op dit eiland te hebben doorgebracht, probeert Schwartz met enkele andere bannelingen te ontvluchten. Hun poging mislukt echter. De eenige troost in zijn ballingschap is een correspondentie tusschen hem en Germaine Leroux, die echter na eenigen tijd sterft. In 1928 wordt Schwartz naar het vasteland, naar Cayenne, overgebrachtHier vindt hij werk in een smederij. Ïn Maart 1929 krijgt Gruault gratie, en keert naar Frankrijk terug. Vóór zijn vertrek bezoekt hij Schwartz en belooft hem een mooie, prettige positie. „Schwartz, je bent een nette kerel, daarom kom ik bij jou. Je doet je werk hier kranig, heb ik gehoord, maar eigenlijk is 't toch geen bestaan voor jou. Je kunt je kennis beter gebruiken. Ik ben tot nu toe klerk in 't zieken huis geweest. Dat is om zoo te zeggen een staatsbetrekking, met vrijen kost en inwoning en zeshonderd frank per maand. Ik kan je daar wel voor aan bevelen, als je wilt." Schwartz is 't er mee eens en moet proeven van zijn schrijfkunst afteggen. Alles gaat goed, over enkele dagen zal hij de betrekking kunnen aanvaarden maar dan wordt hem verteld, dat er in 't ziekenhuis alleen Franschen mogen werken. Als hij het postje aanneemt, geeft hij toe, Franschman te zijn. Hij bedankt Gruault voor zijn vriendelijkheid, en zegt neen. Hij wil Duitscher blijven en zich als Duitscher laten gelden, koste wat 't kost. Heel geheimzinnig komt den 22en Mei 1929 een kleurling, die als klerk bij 't gouvernement werkzaam is, Schwartz opzoeken, en fluisterend vertelt hij hem „Hoor eens ik weet, dat er vandaag een papier over je binnengekomen is een verzoek om gratie uit Duitschland. Het ligt op 't gouvernement. Maar laat niet merken, dat je 't weet, anders kost 't me mijn baantje 1" Dit geeft den banneling nummer 25 weer nieuwen moed. Hij weet, dat er in het verre Duitschland rusteloos voor hem gewerkt wordt. Hij schrijft naar huis, en verzoekt de zijnen dringend, geen verzoekschriften om genade voor hem in te dienen, want dan zou 't hem kunnen vergaan gelijk Bucher en zoovelen anderen men zou zijn straf kunnen verminderen tot acht of tien jaren gevangenisstraf, en dat zou hij niet uithouden. De nationale feestdag, de veertiende Juli van dat jaar 1929, wordt in Cayenne bijzonder luisterrijk gevierd. Reeds dagen te voren werden op het Palmenplein grootsche toebereidselen gemaakt. Men heeft daar tien tenten opgericht, die voor een deel aan vrijgelatenen verpacht werden. Er staat ook een draaimolen, een stoomcaroussel uit overouden tijd. Op den ochtend van den feestdag wordt de gewone parade gehouden, met bevorderingen en onderscheidingen. Verscheidene officieren krijgen het kruis van het legioen van eer, en eenige verdienstelijke burgers óók natuurlijk alleen menschen, die jaren Het treintje gaat dwars door het woud van Guyana. De primitieve spoorweg in de strafkolonie. geleden als vrije burgers hierheen gekomen zijn. De lijst is dezen keer lang en brengt veel vreugde in Cayenne. Nadat de gouverneur den gedecoreerde het kruis heeft opgespeld, kust hij hem op beide wangen, en de klaroenen der Senegal-negers blazen een fanfare. Des middags beginnen de eigenlijke vermakelijkheden. De mannen belegeren de tien tentjes, waar taffia te koop is, en nog menige andere vloei bare heerlijkheid. Ook de warme melk-punch, half melk, half taffia, vloeit bij stroomen. Schwartz treft daar Sacré en Wiard, die al voor de tweede maal van 't Duivelseiland over is, en zij nemen óók een melk-punch. Dan slenteren zij gezamenlijk naar den stoomcaroussel, waar het ont zettend blaast en sist, en een kreunende machine zwarte rookwolken den hemel in spuwt. Een beetje terzijde, buiten den vroolijken kring, hebben de muzikanten op een podium plaats gevonden. Hun schijnt de taak te zijn opgelegd, zoo veel lawaai te maken als zij maar kunnen, om het geronk en geploeter van de oude stoommachine te overstemmen. En dat lukt ook de muziek schet tert over heel Cayenne heen, en trekt de feestvierende bevolking aan, bij heele scharen, en als de slagwerker in geestdrift raakt en met handen en

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 12