0 'ik v u t «££*55 I - L a y P*L .J* L ïv ïm*. 131b VRIJDAG 17 MAART 1933 No. 42 niemand het meer vreemd vinden, als zijn buurman hem kumt vertellen ,,dat hij een paar dagen bij zijn kinderen in Indië gaat doorbrengen". Deze toekomstfantasieën mogen ons er niet van weer houden, de werkelijkheid van het oogenblik te waardeeren. Want op de tegenwoordige Nederland-Indië-vlucht wor den toch dagelijks nog een slordige 1500 K M. afgelegd. Voor dag en dauw zons opgangen hebben waarschijn lijk maar weinig bekoring voor de piloten wordt vertrokken, men maakt eens een tusschenlanding om ben zine in te nemen, en men is nog vroeg genoeg in den namiddag aan het einde van een etappe om het nieuwe land ,,op den grond" te bekijken. Den tweeden dag ziet men met eerbied naar 't Parthenon en de Acropolis, de teedere resten der Helieensche cultuurden derden dag slentert men tusschen alle volken en naties, die zich in Kaïro hebben neergelaten, en bezichtigt het „hondje" (zooals de bemanning der K.L.M.- vliegtuigen oneerbiedig de Sphinx bij Cheops noemt), en weer een etmaal later is de passagier in de nauwe straten van Bagdad aangeland, waar de schim van Haroen al Raschid nog rond waart. In het Heilige Land (tusschen Jerusalem en Bethlehem)."^. .TAA:,, Fel lichtend strekt een verstarde zoutvlakte de Doode Zeezich onder den reiziger uit. W I I i Wilde kameelen, vluchtend voor het geraas van den propeller. Vier dagen, waarin de achterblijvers geregeld in de tram zaten en naar hun kantoor gingen, en weer in de tram stapten om naar huis te gaan, waren er slechts noodig om den gelukkigen' reizi ger drie werelddeelen uit de lucht te doen zien. Over ontoegankelijke bergketenen en boven cmeraldem- zeeën, over witte steden en boven on herbergzame woestenijen vloog hij zijn doel, Batavia, tegemoet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1933 | | pagina 6